4. Conclusie extra uitvraag bijzondere bijstand
Van de 419 aan gemeentelijke eenheden toegestuurde vragenlijsten over de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2024 is 69 procent ingevuld teruggestuurd. Dit komt overeen met een respons van 75 procent voor de 342 Nederlandse gemeenten.
Op basis van deze uitvraag zijn ramingen gemaakt voor de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2024. Nederlandse gemeenten hebben hieraan in totaal ongeveer 761 miljoen euro uitgegeven in 2024. Dit bedrag is inclusief projectmatige verstrekkingen en betalingen in natura. Het in 2024 uitgegeven bedrag is ruim 920 miljoen euro minder dan in 2023, toen de gemeenten bijna 1,7 miljard (ongeveer 1 688 miljoen) euro uitgaven aan bijzondere bijstand. Deze daling is voor een groot deel toe te schrijven aan een vermindering in uitgaven voor de energietoeslag.
De uitgaven aan bijzondere bijstand in 2024 zijn onderverdeeld in dertien clusters. Voor twaalf van de dertien clusters kon voor non-respons worden geïmputeerd en een onzekerheidsmarge worden berekend. In tegenstelling tot 2022 en 2023, maar vergelijkbaar met de jaren voor 2022 is in 2024 het grootste bedrag uitgegeven aan het cluster voor Financiële transacties (f): ruim 216 miljoen euro. Daarna werd het meest uitgegeven aan het cluster Directe levensbehoefte (a): ruim 158 miljoen euro.
De verstrekkingen in het kader van de landelijke energietoeslag zijn in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) voor een groot deel onder de bijzondere bijstand geregistreerd. Zoals voorgeschreven, hebben de meeste gemeenten deze kosten ondergebracht onder cluster a, en zo niet, hebben zij hiervoor gecorrigeerd in de enquête. Omdat de energietoeslag in 2024 niet meer werd uitgekeerd op uitzonderingen en nabetalingen na, is het bedrag in cluster a sterk gedaald in vergelijking met 2022 en 2023. Dit geven de responderende gemeentelijke eenheden ook aan als reden voor de opvallend lager uitgaven aan bijzondere bijstand.
Kosten in het kader van beschermingsbewind en woninginrichting zijn ook dit jaar als aparte categorie opgenomen in de extra uitvraag. In 2024 hebben gemeenten in totaal ruim 201 miljoen euro uitgegeven aan beschermingsbewind en ongeveer 67 miljoen euro aan woninginrichting. De meeste gemeentelijke eenheden rekenen de uitgaven in het kader van beschermingsbewind in de BUS onder het cluster Financiële transacties (f). Uitgaven met betrekking tot woninginrichting werden door het overgrote deel van de gemeentelijke eenheden bij het cluster Voorzieningen voor wonen (c) ingedeeld.