Auteur: Cor van Bruggen
Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest, eerste kwartaal 2023

3. Ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen

In het kader van de stikstofproblematiek hebben de overheid en verschillende sectorpartijen in de melkveehouderij in 2021 afgesproken om op sectorniveau het ruw-eiwitgehalte in het melkveevoerrantsoen in de komende jaren stapsgewijs te verlagen met als streefdoel maximaal 160 gram ruw-eiwit per kilogram droge stof in 2025. De melkveestapel bestaat uit melkkoeien en het bijbehorende vrouwelijke jongvee. 

Met ingang van de tweede kwartaalrapportage van 2022 is de rapportage uitgebreid met een prognose van het ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen. De uitgangspunten in de prognose van het ruw-eiwitgehalte zijn opgenomen in Paragraaf 2.1 onder Voerverbruik en voersamenstelling. Voor de eerste kwartaalrapportage van 2023 zijn nog onvoldoende gegevens beschikbaar over krachtvoer- en ruwvoersamenstelling om een indicatie te geven van het ruw eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen in 2023. In de volgende kwartaalrapportage zal voor het eerst een prognose worden opgenomen waarin de samenstelling van de voorjaarskuilen van 2023 is verwerkt.  

3.1 Ruw-eiwitgehalte van het melkveerantsoen (g/kg droge stof)
202120224e kwartaal-rapportage 20221e kwartaal-rapportage 20231)
Melkveevoerrantsoen (melkkoeien en jongvee)165162162.
1) Er zijn nog onvoldoende gegevens beschikbaar over 2023 voor een zinvolle prognose in deze kwartaalrapportage.

Al eerder, in de vierde kwartaalrapportage van 2022, bevestigden experts uit onderzoek en bedrijfsleven de dalende tendens in het ruw-eiwitgehalte in de rantsoenen vanaf 2018. De experts gaven aan dat de dalende trend aansluit bij het beeld dat melkveehouders, samen met hun adviseurs, momenteel veel aandacht besteden aan het optimaliseren van de rantsoenen. In 2022 werd die tendens versterkt door het lage niveau van het ruw-eiwitgehalte in de voorjaars- en zomerkuilen.