Auteur: C. van Bruggen
Dierlijke mest en mineralen 2022

Samenvatting

De stikstofexcretie in dierlijke mest is gedaald van 471,0 miljoen kilogram in 2021 tot 467,1 miljoen kg in 2022. Dit is 4,6 procent onder het productieplafond voor 2022 van 489,4 miljoen kilogram. De fosfaatexcretie in dierlijke mest is gestegen van 148,0 miljoen kilogram in 2021 tot 150,4 miljoen kilogram in 2022, 0,2 procent onder het productieplafond van 150,7 miljoen kilogram. De productieplafonds voor 2022 zijn niet uitgesplitst naar veehouderijsector.

Stikstofexcretie van de veestapel
 Rundvee (miljoen kg stikstof)Varkens (miljoen kg stikstof)Pluimvee (miljoen kg stikstof)Overig vee (miljoen kg stikstof)
1990451,8149,764,924,7
2000339,2120,662,626,6
2010298,5105,564,521,2
2020320,191,854,722,8
2021305,988,954,321,9
2022302,488,653,922,3

Fosfaatexcretie van de veestapel
 Rundvee (miljoen kg fosfaat)Varkens (miljoen kg fosfaat)Pluimvee (miljoen kg fosfaat)Overig vee (miljoen kg fosfaat)
1990120,869,033,06,2
2000102,148,232,18,5
201096,245,529,18,1
202082,736,724,17,3
202183,234,523,27,1
202286,334,422,57,2

Rundvee

De stikstofexcretie in de melkveehouderij daalde van 273,0 miljoen kilogram in 2021 tot 269,2 miljoen kilogram in 2022 (1,4 procent), met name door een lager stikstofgehalte van de gevoerde graskuil. Door een hoger fosforgehalte van de gevoerde graskuil en een hogere fosforaanvoer via krachtvoer nam de fosfaatexcretie van melkvee toe van 74,2 miljoen kilogram in 2021 tot 77,2 miljoen kilogram in 2022 (4,1 procent). Het aantal melkkoeien bleef in 2022 vrijwel gelijk aan het aantal in 2021 maar het jongvee nam toe met ca. 15 duizend stuks (1,6 procent). De melkproductie per koe nam toe met 1,4 procent tot 8970 kilogram op jaarbasis. De stikstofexcretie van vleesrundvee nam licht toe door toename van het aantal dieren, met name rosévleeskalveren.

Varkens

De stikstofexcretie van de varkenssector daalde licht van 88,9 miljoen kilogram in 2021 naar 88,6 miljoen kilogram in 2022. De fosfaatexcretie daalde van 34,5 naar 34,4 miljoen kilogram. De dalingen zijn het gevolg van de afname van het aantal dieren. Het aantal vleesvarkens op de peildatum van de Landbouwtelling daalde in 2022 met 65 duizend stuks, een daling van 1,3 procent ten opzichte van 2021. Het aantal zeugen daalde met 24 duizend stuks (3,0 procent). De gemiddelde duur van de productieronde van vleesvarkens nam in 2022 verder af en het voerverbruik per dag nam toe. Hierdoor steeg het voerverbruik per gemiddeld aanwezig vleesvarken. De biggenproductie van fokzeugen nam in 2022 toe en ook het voerverbruik per fokzeug steeg. Het resultaat is dat de excretiefactoren per gemiddeld aanwezig vleesvarken en per fokzeug per saldo toenamen. In 2022 is de berekening van de excretie van ‘fokzeugen inclusief biggen tot 25 kilogram’ gesplitst in een excretieberekening voor ‘fokzeugen inclusief biggen tot spenen’ en een berekening voor ‘gespeende biggen’. Door deze splitsing sluit de excretieberekening van fokvarkens beter aan bij de berekening van emissies uit stalsystemen in de nationale rekenmethodiek van de Emissieregistratie.

Pluimvee

In de pluimveesector daalde de stikstofexcretie van 54,3 miljoen kilogram in 2021 tot 53,9 miljoen kilogram in 2022 (0,8 procent). De fosfaatexcretie daalde van 23,2 miljoen kilogram tot 22,5 miljoen kilogram (2,8 procent). De daling van de stikstof- en fosfaatexcretie van pluimvee hangt, net als bij varkens, samen met de daling van het aantal dieren. 

Overig vee

Het overige vee bestaat uit schapen, geiten, paarden, pony’s en konijnen. De stikstofexcretie van deze groep steeg van 21,9 miljoen kilogram in 2021 naar 22,3 miljoen kilogram in 2022 (1,5 procent). De fosfaatexcretie steeg van 7,1 naar 7,2 miljoen kilogram (1,0 procent). De excretie van overig vee draagt voor ongeveer 5 procent bij aan de totale excretie. 

Vanaf het begin van de jaren negentig stelt de Werkgroep Uniformering berekening Mest- en mineralencijfers (WUM) jaarlijks standaardfactoren vast per diercategorie voor de excretie van stikstof, fosfaat en kali en voor de hoeveelheid drijfmest en vaste mest. De totale excretie van stikstof, fosfaat en kali en de productie van drijfmest en vaste mest berekent het CBS door de standaardfactoren per diercategorie te vermenigvuldigen met het aantal dieren in de Landbouwtelling.  

Dit rapport geeft een kort overzicht van de rekenmethodiek, de uitgangspunten en de resultaten voor 2022 en enkele voorgaande jaren.