Auteur: C. van Bruggen
Dierlijke mest en mineralen 2022

4. Rekenmethodiek staldieren

De stikstof- en fosfaatexcretie van varkens was in 2022 lager dan in 2021 door een daling van het aantal vleesvarkens en zeugen maar de excretie per dier nam wel toe.

4.1 Krachtvoer

Het voer voor staldieren kan bestaan uit mengvoer, enkelvoudige krachtvoergrondstoffen en, voor sommige diercategorieën, vochtrijk krachtvoer. In de toegepaste kengetallen van het voerverbruik van staldieren wordt het verbruik uitgedrukt als verbruik van droog voer met een drogestofgehalte van 87 procent. Voor de voersamenstelling wordt gebruikgemaakt van de afzet van mengvoer en enkelvoudig voer die voerleveranciers jaarlijks moeten rapporteren aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In de geregistreerde voerleveringen zijn echter ook leveringen van vochtrijk voer opgenomen. Het drogestofgehalte van deze voeders kan niet uit de voerleveringen worden afgeleid maar ligt voor de meest verbruikte soorten tussen 10 en 30 procent. Door het ontbreken van informatie over het drogestofgehalte is het niet mogelijk om de samenstelling van leveringen van vochtrijk voer om te rekenen naar de samenstelling van droog voer zoals die in kengetallen over het voerverbruik worden toegepast. Leveringen van vochtrijk voer zijn daarom uit de RVO-bestanden verwijderd om de gemiddelde stikstof- en fosforgehalten van droog voer te kunnen berekenen. Het stikstofgehalte van het geleverde voer is hierbij gebruikt als indicatie van de levering van vochtrijk voer. Het verbruik en de samenstelling van vochtrijk voer bestemd voor varkens is afkomstig van de Circular Feed Association (CFA). 

Bij pluimvee spelen vochtrijke voeders geen rol. Hierdoor is het mogelijk een gemiddelde samenstelling van het verstrekte voer te berekenen op basis van de geregistreerde leveringen van mengvoer en enkelvoudig voer. Een uitzondering hierop vormen de vleeskuikens vanwege het aandeel enkelvoudige tarwe in het rantsoen. Het aandeel enkelvoudige tarwe is in het Bedrijveninformatienet (BIN) van Wageningen Economic Research hoger dan in geregistreerde voerleveringen van RVO. De leveringen van akkerbouwer naar veehouder en het verbruik van tarwe van het eigen bedrijf zitten namelijk niet in de geregistreerde voerleveringen maar wel in het BIN. Om die reden is voor vleeskuikens uit de RVO-gegevens alleen de samenstelling van mengvoer berekend. Het stikstofgehalte van het geleverde voer is hierbij gebruikt als indicatie van de levering van enkelvoudige tarwe. Het verbruik van tarwe is gebaseerd op gegevens van Wageningen Economic Research. Van het kaliumgehalte in varkens- en pluimveemengvoer is geen jaarlijkse informatie beschikbaar. De samenstelling van het voer voor staldieren is weergegeven in Tabel 4.1.1.

4.1.1 Samenstelling van staldiervoeders (g/kg)
Stikstof (N)Stikstof (N)Fosfor (P)Fosfor (P)Kalium (K)Kalium (K)
202120222021202220212022
VarkensvoerOpfokzeugen en -beren1)24,924,35,15,19,19,1
VarkensvoerZeugen1)2)23,922,04,95,19,29,0
VarkensvoerGespeende biggen1)26,84,68,9
VarkensvoerBeren1)22,922,65,05,18,98,9
VarkensvoerVleesvarkens1)24,123,94,34,39,39,3
PluimveevoerVleeskuikenvoer3)29,128,74,13,97,37,1
PluimveevoerOpfokvoer voor vleeskuikenouderdieren25,224,65,45,27,07,0
PluimveevoerFoktoomvoer voor vleeskuikenouderdieren22,722,44,34,36,76,7
PluimveevoerOpfokvoer voor legrassen27,626,85,55,37,37,3
PluimveevoerLegvoer26,025,94,74,77,07,0
PluimveevoerEendenvoer25,725,35,14,88,18,1
PluimveevoerKalkoenenvoer28,928,74,94,87,47,4
KonijnenvoerKonijnenvoer24,923,55,35,015,015,0
1) Inclusief vochtrijk krachtvoer en enkelvoudig vervoederde grondstoffen.
2) In 2021 inclusief voer voor gespeende biggen.
3) Inclusief enkelvoudig vervoederde tarwe.

4.2 Dierlijke productie

De vastlegging van mineralen in dierlijke producten is afhankelijk van het productieniveau van vlees en eieren en van de mineralengehalten van die producten. De mineralengehalten van dierlijke producten worden jaarlijks afgestemd op de forfaitaire waarden in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Nieuwe gegevens over het levend gewicht van staldieren en de gehalten aan stikstof en fosfor van het levend gewicht komen incidenteel beschikbaar. De samenstelling van dierlijke producten is weergegeven Tabel 4.2.1. 

4.2.1 Gewicht en samenstelling van staldieren en van dierlijke producten in 2022
Gewicht (Gew) (kg)Stikstof (N) (g/kg)Fosfor (P) (g/kg)Kalium (K) (g/kg)Bron [Gew] [N] [P] [K]
VarkensDoodgeboren big 1,318,76,151,81[1] [2] [2] [2]
VarkensUitval biggen2,823,15,362,64[2] [2] [2] [2]
VarkensBig op speenleeftijd7,524,45,332,64[17] [2] [2] [2]
VarkensBig bij afleveren26,124,85,322,42[3] [2] [2] [2]
VarkensVleesvarken12525,05,362,28[3] [2] [2] [2]
VarkensOpfokzeug 14524,95,782,25[4] [2] [5] [2]
VarkensFokzeug 23025,05,352,08[6] [7] [7] [2]
VarkensFokbeer32525,05,352,04[8] [7] [7] [2]
KippenEendagskuiken - legsector0,03525,82,532,00[8] [9] [9] [10]
KippenEendagskuiken - vleessector0,04225,82,532,40[8] [9] [9] [10]
KippenWitte leghen - ca. 18 weken1,28528,05,501,91[8] [10] [7] [10]
KippenWitte leghen - eindgewicht 1,60028,05,601,85[8] [10] [7] [10]
KippenMiddelzware leghen - ca. 18 weken1,52028,05,501,65[8] [10] [7] [10]
KippenMiddelzware leghen - eindgewicht1,70028,05,601,85[8] [10] [7] [10]
KippenMoederdier van reguliere vleesrassen - ca. 20 weken2,20033,44,932,50[11] [12] [12] [12]
KippenMoederdier van trager groeiende vleesrassen - ca. 20 weken1,35033,44,932,50[11] [12] [12] [12]
KippenMoederdier van reguliere vleesrassen - eindgewicht3,90028,45,412,20[6] [12] [12] [12]
KippenMoederdier van trager groeiende vleesrassen - eindgewicht2,20028,45,412,20[6] [12] [12] [12]
KippenVaderdier van vleesrassen - ca. 20 weken3,00034,55,462,50[6] [12] [12] [12]
KippenVaderdier van vleesrassen - eindgewicht4,80035,45,682,50[6] [12] [12] [12]
KippenVleeskuiken2,45028,34,432,40[13] [15] [14] [12]
Eenden en kalkoenenEend - begingewicht0,05628,02,971,83[16] [15] [15] [16]
Eenden en kalkoenenVleeseend3,20029,55,072,49[6] [15] [15] [16]
Eenden en kalkoenenKalkoen - begingewicht0,05730,03,402,04[7] [8] [7] [7]
Eenden en kalkoenenVleeskalkoen, hen1033,05,002,04[6] [7] [7] [7]
Eenden en kalkoenenVleeskalkoen, haan2033,05,202,04[6] [7] [7] [7]
KonijnenKonijnen1)28,35,192,00
EierenLegsector2)18,51,701,20[7][7][7]
EierenVleessector6219,31,901,20[8] [12][12][12]
1) Gemiddelde samenstelling van de dierlijke productie.
2) In de berekening van de vastlegging wordt gerekend met de totale omvang van de eierproductie in kg. 
N.B. Het gewicht van dieren is het levend gewicht.
[1] Coppoolse et al. (1990).
[2] Jongbloed en Kemme (2002a). 
[3] Agrovision kengetallen vleesvarkens en zeugen (jaarlijks).
[4] Evers et al. (2011).
[5] Jongbloed (2010).
[6] KWIN (2022).
[7] Jongbloed en Kemme (2002b). 
[8] Jongbloed en Kemme (2005).
[9] Ipema en Jongbloed (2011).
[10] WPSA (1985).
[11] Groenestein (2017).
[12] Versteegh en Jongbloed (2000a). 
[13] Bedrijveninformatienet (BIN). Wageningen Economic Research.
[14] Versteegh en Jongbloed (2000b).
[15] Tabellen mestbeleid.
[16] De Buisonjé et al. (2009).
[17] Bikker, P. (2023).

4.3 Mineralenexcretie 

De excretiefactoren voor staldieren staan in Tabel 4.3.1. Voor vleesvarkens, zeugen, leghennen en vleeskuikens is de berekening van de excretiefactoren in deze paragraaf opgenomen. Alle excretiefactoren gelden per bij de Landbouwtelling geteld dier en dit aantal wordt verondersteld gelijk te zijn aan het  gemiddeld aantal aanwezige dieren.

4.3.1 Excretiefactoren van staldieren in 2022 (kg/dier/jaar)
Stikstof (N)Fosfaat (P2O5)Kali (K2O)
VarkensVleesvarkens11,74,28,4
VarkensOpfokzeugen en -beren14,46,68,5
VarkensZeugen, inclusief biggen tot spenen21,411,713,1
VarkensGespeende biggen2,80,732,2
VarkensOpfokberen, 50 kg en meer14,46,68,5
VarkensDekrijpe beren21,611,311,5
PluimveeVleeskuikens0,440,110,23
PluimveeOuderdieren van vleesrassen-opfok, jonger dan ca. 20 weken 0,340,190,17
PluimveeOuderdieren van vleesrassen-leg, ca. 20 weken en ouder0,950,460,43
PluimveeLeghennen-opfok, jonger dan ca. 18 weken0,350,160,15
PluimveeLeghennen-leg, ca. 18 weken en ouder0,820,410,35
PluimveeVleeseenden0,660,320,47
PluimveeKalkoenen1,600,650,83
KonijnenKonijnen (voedsters)1)2)8,04,28,5
1) Inclusief excretie van vleeskonijnen.
2) Inclusief excretie van mannelijke dieren en opfokdieren.
N.B. De factoren gelden per bij de landbouwtelling geteld dier.

Varkens

De technische kengetallen van vleesvarkens en zeugen zijn gebaseerd op cijfers van Agrovision. De bij RVO geregistreerde leveringen van mengvoer en enkelvoudig voer in kilogrammen voer, stikstof en fosfor zijn gebruikt bij de bepaling van de mineralengehalten van droge voeders voor de onderscheiden categorieën varkens. Dit is gedaan door bedrijven waaraan varkensvoer is geleverd, te koppelen aan de gegevens in de Landbouwtelling. Vervolgens zijn de stikstof- en fosforgehalten van het voer voor een bepaalde categorie varkens zoals vleesvarkens of zeugen gebaseerd op de gemiddelde samenstelling van het geleverde voer aan bedrijven die alleen de betreffende categorie varkens houden. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de voersamenstelling van bijvoorbeeld vleesvarkensvoer op een gemengd bedrijf gelijk is aan die op een vleesvarkensbedrijf. 
Hoewel het aantal dieren is afgenomen, werd er per zeug en per vleesvarken wel meer voer verbruikt. Het hogere voerverbruik kan te maken hebben met de samenstelling en het nutriëntengehalte van het mengvoer. Daarnaast is bij vleesvarkens de productieronde korter met een hogere groei per dag en is bij zeugen de biggenproductie toegenomen. De toegenomen productie draagt bij aan een hogere voerbehoefte en voerverbruik per dag. De uitgangspunten en de excretieberekening voor vleesvarkens zijn weergegeven in Tabel 4.3.2. 

4.3.2 Mineralenexcretie van vleesvarkens
Eenheid20212022
Verbruik startvoerkg/dier/jaar143148
Verbruik vleesvarkensvoerkg/dier/jaar671680
Vastlegging in vleeskg/dier/jaar321325
Eindgewicht vleesvarkenkg125125
Stikstofgehalte vleesg N/kg25,125,1
Fosforgehalte vleesg P/kg5,45,4
Kaliumgehalte vleesg K/kg2,22,2
Stikstofopnamekg N/dier/jaar19,619,8
Fosforopnamekg P/dier/jaar3,53,6
Kaliumopnamekg K/dier/jaar7,57,7
Stikstofvastleggingkg N/dier/jaar8,08,1
Fosforvastleggingkg P/dier/jaar1,71,7
Kaliumvastleggingkg K/dier/jaar0,70,7
Stikstofexcretiekg N/dier/jaar11,611,7
Fosfaatexcretie1)kg P2O5/dier/jaar4,14,2
Kali-excretie2)kg K2O/dier/jaar8,28,4
1) De omrekenfactor voor P in P2O5 is 2,29.
2) De omrekenfactor voor K in K2O is 1,205.

Zeugen met biggen tot spenen en gespeende biggen

Tot en met het verslagjaar 2021 was de excretie van fokzeugen inclusief de excretie van biggen tot circa 25 kilogram. Voor de aansluiting bij berekeningen van emissies uit stallen is het echter beter om de excretie te splitsen in een excretie voor zeugen inclusief biggen tot spenen en een excretie voor gespeende biggen. De enige kengetallen die voor deze splitsing ontbreken, zijn het gewicht van gespeende biggen en het verbruik van biggenvoer in de kraamperiode. Deze gegevens zijn geschat op basis van expert judgment van Wageningen Livestock Research (Bikker, 2013). De samenstelling van het voer is conform de huidige WUM-methodiek afgeleid door geregistreerde voerleveringen (RVO) te koppelen aan bedrijven in de Landbouwtelling en vervolgens bedrijven te selecteren die één categorie dieren houden. Deze werkwijze levert de samenstelling van voer voor vleesvarkens, opfokzeugen en opfokberen en gespeende biggen maar niet voor zeugen omdat er vrijwel geen bedrijven zijn met enkel fokzeugen. Uit de combinatie van de totaal geleverde kg voer, kg N en kg P en het aantal vleesvarkens, opfokzeugen en opfokberen en gespeende biggen, is de samenstelling van zeugenvoer afgeleid. 

Het verschil tussen de oorspronkelijke berekening van de excretie van zeugen met biggen tot ca. 25 kg en de som van de berekening van de excretie van zeugen met biggen tot spenen en de excretie van gespeende biggen levert voor de gegevens van 2021 een verschil van 0,9 à 1,0%. Het verschil wordt veroorzaakt door de afleiding van de voersamenstelling uit de RVO-data voor gespeende biggen en zeugen apart. Daarnaast is er een verschil tussen de Agrovision-kengetallen van het aantal gespeende biggen per zeug en het opgegeven aantal gespeende biggen in de landbouwtelling. De WUM-excretiefactoren van varkens worden altijd afgerond op 1 decimaal. Dit betekent dat bij vermenigvuldiging van de excretiefactoren met het aantal dieren in de Landbouwtelling het verschil in totale excretie van zeugen en biggen tussen de oorspronkelijke methode en nieuwe methode iets anders kan uitvallen. De fosfaatexcretie van gespeende biggen wordt afgerond op twee decimalen zodat, net als bij pluimvee, de excretiefactor gebaseerd is op twee significante cijfers. De nieuwe berekening voor zeugen met biggen tot spenen is weergegeven in Tabel 4.3.3 en de berekening voor gespeende biggen in Tabel 4.3.4.

4.3.3 Mineralenexcretie van zeugen met biggen tot spenen
Eenheid2022
Verbruik biggenvoerkg/big0,5
Verbruik biggenvoerkg/zeug/jaar16
Verbruik zeugenvoerkg/zeug/jaar1280
Vastlegging zeugkg/dier/jaar37
Gespeende biggenaantal/zeug/jaar31,8
Gespeende biggenkg/zeug/jaar239
Uitval biggenkg/zeug/jaar13
Doodgeboren biggenkg/zeug/jaar4,0
Eindgewicht bigkg7,5
Stikstofgehalte vastlegging zeugg N/kg25,2
Fosforgehalte vastlegging zeugg P/kg4,6
Kaliumgehalte vastlegging zeugg K/kg1,8
Stikstofgehalte vastlegging grootgebrachte biggeng N/kg24,4
Fosforgehalte vastlegging grootgebrachte biggeng P/kg5,3
Kaliumgehalte vastlegging grootgebrachte biggeng K/kg2,6
Stikstofgehalte vastlegging uitgevallen biggeng N/kg23,1
Fosforgehalte vastlegging uitgevallen biggeng P/kg5,4
Kaliumgehalte vastlegging uitgevallen biggeng K/kg2,6
Stikstofgehalte vastlegging doodgeboren biggeng N/kg18,7
Fosforgehalte vastlegging doodgeboren biggeng P/kg6,2
Kaliumgehalte vastlegging doodgeboren biggeng K/kg1,8
Stikstofopnamekg N/dier/jaar28,5
Fosforopnamekg P/dier/jaar6,6
Kaliumopnamekg K/dier/jaar11,6
Stikstofvastleggingkg N/dier/jaar7,1
Fosforvastleggingkg P/dier/jaar1,5
Kaliumvastleggingkg K/dier/jaar0,7
Stikstofexcretiekg N/dier/jaar21,4
Fosfaatexcretie1)kg P2O5/dier/jaar11,7
Kali-excretie2)kg K2O/dier/jaar13,1
1) De omrekenfactor voor P in P2O5 is 2,29.
2) De omrekenfactor voor K in K2O is 1,205.

4.3.4 Mineralenexcretie van gespeende biggen
Eenheid2022
Verbruik biggenvoerkg/big30,5
Speenleeftijddagen27,3
Gewicht gespeende bigkg7,5
Leeftijd grootgebrachte bigdagen74,0
Gewicht grootgebrachte bigkg26,1
Stikstofgehalte vastlegging bigg N/kg25,0
Fosforgehalte vastlegging bigg P/kg5,3
Kaliumgehalte vastlegging bigg K/kg2,3
Stikstofopnamekg N/dier/jaar6,4
Fosforopnamekg P/dier/jaar1,1
Kaliumopnamekg K/dier/jaar2,1
Stikstofvastleggingkg N/dier/jaar3,6
Fosforvastleggingkg P/dier/jaar0,8
Kaliumvastleggingkg K/dier/jaar0,3
Stikstofexcretiekg N/dier/jaar2,8
Fosfaatexcretie1)kg P2O5/dier/jaar0,73
Kali-excretie2)kg K2O/dier/jaar2,2
1) De omrekenfactor voor P in P2O5 is 2,29.
2) De omrekenfactor voor K in K2O is 1,205.

Pluimvee en konijnen 

De technische kengetallen voor vleeskuikens en leghennen ouder dan circa 18 weken worden jaarlijks geactualiseerd op basis van de deeladministraties leghennen en vleeskuikens in het Bedrijveninformatienet (BIN) van Wageningen Economic Research. Bij de bepaling van de mineralengehalten van kippenvoer voor de onderscheiden categorieën kippen zijn de bedrijven waaraan kippenvoer is geleverd, gekoppeld aan de gegevens in de Landbouwtelling. De samenstelling van het voer voor een bepaalde pluimveecategorie is gebaseerd op de gemiddelde samenstelling van het voer dat geleverd is aan bedrijven die uitsluitend de betreffende pluimveecategorie houden. Op deze manier is de samenstelling bepaald van leghennenvoer, vleeskuikenvoer en voer voor vleeskuikenouderdieren. Voor eenden, kalkoenen en konijnen komen de voercategorieën in de overzichten van RVO overeen met de diercategorieën in de Landbouwtelling zodat een  uitsplitsing van deze voercategorieën niet nodig is. 
De uitgangspunten en de excretieberekening voor vleeskuikens zijn weergegeven in Tabel 4.3.5.en voor leghennen in Tabel 4.3.6.

4.3.5 Mineralenexcretie van vleeskuikens
Eenheid20212022
Verbruik vleeskuikenvoerkg/dier/jaar35,333,6
Groei vleeskuikeng/dier/dag56,851,1
Vastlegging vleeskuikenkg/dier/jaar20,718,7
Stikstofgehalte vastlegging dierg N/kg28,328,3
Fosforgehalte vastlegging dierg P/kg4,44,5
Kaliumgehalte vastlegging dierg K/kg2,42,4
Stikstofopnamekg N/dier/jaar1,0290,964
Fosforopnamekg P/dier/jaar0,1430,132
Kaliumopnamekg K/dier/jaar0,2580,238
Stikstofvastleggingkg N/dier/jaar0,5870,529
Fosforvastleggingkg P/dier/jaar0,0920,083
Kaliumvastleggingkg K/dier/jaar0,0500,045
Stikstofexcretiekg N/dier/jaar0,440,44
Fosfaatexcretie1)kg P2O5/dier/jaar0,120,11
Kali-excretie2)kg K2O/dier/jaar0,250,23
1) De omrekenfactor voor P in P2O5 is 2,29.
2) De omrekenfactor voor K in K2O is 1,205.

4.3.6 Mineralenexcretie van leghennen
Eenheid20212022
Verbruik legvoerkg/dier/jaar44,045,0
Groei leghengram/dier/dag0,50,5
Vastlegging leghenkg/dier/jaar0,20,2
Eiproductie vanaf 20 wekenkg/dier/jaar19,219,3
Eiproductie vanaf 18 wekenkg/dier/jaar18,418,5
Stikstofgehalte vastlegging dierg N/kg28,028,0
Fosforgehalte vastlegging dierg P/kg6,16,1
Kaliumgehalte vastlegging dierg K/kg2,12,1
Stikstofgehalte vastlegging eiereng N/kg18,518,5
Fosforgehalte vastlegging eiereng P/kg1,71,7
Kaliumgehalte vastlegging eiereng K/kg1,21,2
Stikstofopnamekg N/dier/jaar1,1461,165
Fosforopnamekg P/dier/jaar0,2080,211
Kaliumopnamekg K/dier/jaar0,3090,317
Stikstofvastlegging dierkg N/dier/jaar0,0060,005
Fosforvastlegging dierkg P/dier/jaar0,0010,001
Kaliumvastlegging dierkg K/dier/jaar0,0000,000
Stikstofvastlegging eierenkg N/dier/jaar0,3400,342
Fosforvastlegging eierenkg P/dier/jaar0,0310,031
Kaliumvastlegging eierenkg K/dier/jaar0,0220,022
Stikstofexcretiekg N/dier/jaar0,800,82
Fosfaatexcretie1)kg P2O5/dier/jaar0,400,41
Kali-excretie2)kg K2O/dier/jaar0,350,35
1) De omrekenfactor voor P in P2O5 is 2,29.
2) De omrekenfactor voor K in K2O is 1,205.

4.4. Mestproductiehoeveelheid

De hoeveelheid mest per dier is gedefinieerd als de hoeveelheid mest in kilogram die na enkele maanden bewaring aanwezig is in de stalopslag, inclusief voerresten, schoonmaakwater en vermorst drinkwater. 
De mestproductiefactoren van staldieren worden periodiek geactualiseerd door de mestafvoer van grondloze bedrijven voor drie aaneengesloten jaren te vergelijken met het aantal dieren op het bedrijf. Voor 2022 heeft geen actualisatie plaatsgevonden. Wel is voor de nieuwe categorie fokzeugen inclusief biggen tot spenen en de categorie gespeende biggen een mestproductiefactor afgeleid. 

Voor de splitsing van de mestproductie van zeugen inclusief biggen tot ca. 25 kilogram in die van zeugen inclusief biggen tot spenen en van gespeende biggen, is gekeken naar de mestafvoer van grondloze bedrijven met uitsluitend gespeende biggen en het aantal dieren op deze bedrijven. In de periode 2019-2021 gaat het om in totaal 29 bedrijven. De gemiddelde mestproductie exclusief 5 procent hoogste en laagste waarden is 380 kilogram per dier en de mediaan 310 kilogram per dier. Het mediane fosfaatgehalte van de door landbouwbedrijven afgevoerde en bemonsterde mest in 2019-2022 varieert van 1,88 g/kg tot 2,24 g/kg. Op basis van het gemiddelde van de drie mediane fosfaatgehalten en de fosfaatexcretie in 2021 komt de mestproductie per gemiddeld aanwezige big uit op 350 kilogram per jaar. De mestproductiefactor voor zeugen met biggen tot circa 25 kilogram is in 2021 4500 kilogram per zeug per jaar. Rekening houdend met het aantal gespeende biggen per zeug per jaar en het aantal dagen dat gespeende biggen aanwezig zijn, komt de mestproductie van een zeug met biggen tot spenen uit op 3100 kilogram per jaar (Tabel 4.4.1).

4.4.1 Mestproductiefactoren van staldieren in 2022 (kg/dier/jaar)
20212022
Vleesvarkens1 0001 000
Opfokzeugen en -beren1 2001 200
Fokzeugen inclusief biggen tot spenen1)4 5003 100
Gespeende biggen350
Opfokberen, 50 kg en meer1 2001 200
Dekrijpe beren3 2003 200
Vleeskuikens11,611,6
Ouderdieren van vleesrassen-opfok, jonger dan ca. 20 weken 8,28,2
Ouderdieren van vleesrassen-leg, ca. 20 weken en ouder20,020,0
Leghennen-opfok, jonger dan ca. 18 weken6,56,5
Leghennen-leg, ca. 18 weken en ouder17,517,5
Vleeseenden4545
Kalkoenen6060
Konijnen (voedsters)2)377377

1) Het cijfer voor 2021 is inclusief de mestproductie van biggen tot ca. 25 kg.
2) Excretie per voedster inclusief excretie van mannelijke dieren, vleeskonijnen en opfokkonijnen.

N.B. Varkensmest is dunne mest, pluimveemest is vaste mest.