Auteur: Ellen Webbink, Monica Deschinger, Petra Molenaar-Cox, Jeremy Weidum
Vermogensonderzoeken in het buitenland 2020 en 2021

Samenvatting

Het doel van dit onderzoek is in kaart te brengen hoe vaak gemeenten in 2020 en 2021 een vermogensonderzoek in het buitenland zijn gestart en hoe vaak dit heeft geleid tot een vordering en boete wegens schending van de inlichtingenplicht in de bijstand. 

Om deze informatie te achterhalen is naar alle gemeenten in Nederland een enquête gestuurd. In 2020 waren er in Nederland 355 gemeenten, daarvan hebben er 250 gerespondeerd (70 procent).  Van de 352 gemeenten in 2021 hebben er 247 gerespondeerd (70 procent). Voor de gemeenten die niet hebben gerespondeerd zijn door middel van imputatie de aantallen geschat op basis van gemeenten die wel hebben gerespondeerd. Op deze manier is voor alle gemeenten in Nederland tezamen een schatting gemaakt van het aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken is gestart in 2020/2021, het aantal gestarte vermogensonderzoeken in het buitenland, constateringen, vorderingen en boetes.

Uit de analyses blijkt dat met 95 procent zekerheid kan worden gezegd dat er in 2020 door 80 tot 100 gemeenten vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart. Samen zijn deze gemeenten 1 560 tot 1 960 onderzoeken gestart. In verslagjaar 2021 zijn met 95 procent zekerheid door 50 tot 70 gemeenten vermogensonderzoeken in het buitenland gestart, wat neerkomt op 1 080 tot 1 250 gestarte onderzoeken. Dit betekent dat er zowel in 2020 als in 2021 meer vermogensonderzoeken in het buitenland zijn gestart dan in de jaren daarvoor. Het aantal gemeenten dat vermogensonderzoeken in het buitenland is gestart was in 2020 hoger dan in 2018 en 2019, maar in 2021 was het juist lager. Hierbij lijkt de coronapandemie een rol te hebben gespeeld.

Naar aanleiding van vermogensonderzoeken in het buitenland zijn in 2020 in totaal 20 tot 40 overtredingen van de inlichtingenplicht geconstateerd en in 2021 in totaal 30 tot 50. Er zijn 10 tot 20 vorderingen en 5 tot 15 boetes opgelegd met een datum besluit in 2020 (met 95 procent zekerheid). Er zijn 15 tot 20 vorderingen en maximaal 10 boetes opgelegd met een datum besluit in 2021. Van de beginschulden van deze vorderingen en boetes kon geen betrouwbaar model voor ophoging worden bepaald. Voor deze variabelen zijn daarom in deze publicatie alleen de gegevens van de responderende gemeenten beschreven. De totale beginschuld van de vorderingen van responderende gemeenten in 2020 was bijna 189 duizend euro en in 2021 ruim 434 duizend euro. De beginschuld van de boetes was in 2020 ongeveer 4,3 duizend euro en in 2021 bijna duizend euro.