waakvlam

Waar komt onze energie vandaan?

Naast aardolieproducten en steenkool was in de afgelopen decennia vooral het binnenlandse aardgas essentieel voor de energiehuishouding van Nederland. Hoewel dit aardgas veel welvaart met zich meebracht, wordt vanwege de aardbevingen de winning in het Groningen gasveld nu versneld afgebouwd. In gasjaar 2022-2023 gaat het veld op de waakvlam; het steven is sluiting in 2023 of 2024. 

In het kader van de energietransitie zal Nederland zich meer moeten richten op hernieuwbare bronnen zoals wind- en zonne-energie. Daardoor worden we ook minder afhankelijk van energie uit het buitenland. Hernieuwbare energie betekent ook minder CO2-uitstoot.

De energierekeningen

Als onderdeel van de milieurekeningen stelt het CBS jaarlijks rekeningen samen over energiestromen en -voorraden: de energierekeningen. De energiestromen laten het aanbod en gebruik van alle soorten energie zien, de energiereserves (voorraden) worden gekwantificeerd voor fossiele energiebronnen als olie en gas.

De stroomrekeningen laten zien hoeveel energie de Nederlandse economie binnenkomt (winning en import), hoeveel in de economie omgaat (productie en binnenlands verbruik), en hoeveel de economie weer verlaat (export en netto verbruik). Hierbij wordt een uitsplitsing gemaakt naar de verschillende energieproducten (fossiele en niet-fossiele), en naar de diverse producenten en consumenten van energie (bedrijfstakken en huishoudens). Deze stromen zijn weergegeven (voor 2019) in een stroomdiagram van het Compendium voor de leefomgeving (clo.nl).

De richtlijnen voor de kwantificering van de stromen zijn opgenomen in de milieurekeningen, specifiek de SEEA-Energy. De stroomrekeningen zijn gebaseerd op gegevens uit de fysieke energiebalans, die zijn aangepast om ze consistent te maken met de classificaties en definities van de nationale rekeningen. De cijfers kunnen dus direct worden vergeleken met economische indicatoren zoals productie of toegevoegde waarde. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld zien hoe efficiënt de energie wordt verbruikt of hoe energie-intensief een bepaalde bedrijfstak is. We kunnen dan bijvoorbeeld ook constateren dat de energie-intensiteit afneemt voor zowel bedrijven als huishoudens.

Energie-intensiteit
 Nederlandse economie totaal (petajoule per euro)A-U Alle economische activiteiten (petajoule per euro)Huishoudens (petajoule per euro)
2000805759552102
2001775257352017
2002699355361458
2003712556721453
2004695255671385
2005660953001309
2006610248591243
2007576546421123
2008546043291131
2009555743961161
2010574645171228
2011534142691072
2012537942781100
2013524141201121
201449794030949
201550024047955
201649143961953
201747503843907
201844483578870
Energie-intensiteit = netto energieverbruik (finale energieverbruik plus omzettingsverliezen) per euro toegevoegde waarde

De gegevens van de energiestroomrekeningen worden onder meer gebruikt in de materiaalstroomrekeningen en de Materiaalmonitor.

Minerale reserves

De voorraadrekeningen voor energie laten de begin- en eindvoorraden in een jaar zien, en hoe en waarom de voorraden veranderen. Fysieke energiereserves worden alleen gemeten voor fossiele energiebronnen (kolen, olie en gas). Deze kunnen worden gewonnen en verbruikt maar niet hernieuwd, wat leidt tot uitputting. Met het oog op toekomstige energiebehoeftes is het belangrijk om te weten wat de resterende voorraden zijn en hoe ze veranderen.

De Nederlandse fossiele reserves bestaan uit voorraden aardgas en, in mindere mate, aardolie. Sinds 2014 is de gaswinning in het Groningen veld flink teruggeschroefd, waardoor een groot gedeelte van de bekende Nederlandse gasreserves effectief niet meer winbaar wordt.

De winbare reserves in de kleine gasvelden op land en in zee zijn ook kleiner geworden, maar in minder sterke mate dan het Groningen veld. Dat is nu zelfs kleiner dan de reserves in de kleine velden. De overheid wil de gasproductie in de kleine velden vooralsnog op peil houden om aan de hoge gasvraag te voldoen, en het Groningenveld op de waakvlam tot 2023 of 2024 in verband met leveringszekerheid. Toch daalt de productie, met name door de afbouw van de gasinfrastructuur en de weerstand tegen fossiele brandstoffen in de maatschappij en bij investeerders. Naast aardgas heeft Nederland ook een aantal kleine olievelden op land en op zee. De oliereserves zijn de laatste jaren weinig veranderd.

Nederlandse aardgasreserves op 31 december
Nederlandse aardgasreserves op 31 decemberNederlandse aardgasreserves op 31 december (mld Sm³)
20051510
20061439
20071390
20081364
20091390
20101304
20111230
20121130
20131044
2014932
2015940
2016882
2017836
2018298
2019219
2020184
Bron: CBS, TNO
1 Sm³ (Standaard m³) is 1 m³ bij een druk van 101,325 kPa en 15°C.

Het CBS publiceert cijfers over de minerale reserves volgens de richtlijnen van SEEA-Energy. Het gebruikt hierbij gegevens van TNO en de jaarlijkse besluiten van het kabinet over de afbouw van winning in het Groningen gasveld.