Wat is onze broeikasgasvoetafdruk?

De broeikasgasvoetafdruk per inwoner was in 2021 13,2 ton CO2-equivalenten. Het gaat hierbij om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen als gevolg van de Nederlandse consumptie. Broeikasgassen die elders worden uitgestoten ten behoeve van producten die door Nederlanders worden aangeschaft, tellen hierin ook mee. Veel producten die wij kopen zijn geheel of gedeeltelijk geproduceerd buiten Nederland. Broeikasgassen die daarbij vrijkomen worden toegerekend aan de Nederlandse consumptie. De uitstoot van broeikasgassen bij de productie van goederen en diensten in Nederland die naar het buitenland gaan worden toegerekend aan buitenlandse consumenten. Deze tellen dus niet mee in de Nederlandse voetafdruk. Het saldo hiervan is de handelsbalans, dat is dus de uitstoot gerelateerd aan de invoer minus de uitstoot gerelateerd aan de uitvoer. Omdat Nederlanders meer vervuilende producten in het buitenland kopen dan andersom, valt de broeikasgasvoetafdruk ruim 10 procent hoger uit dan de uitstoot door de Nederlandse economie.
Onze broeikasgasvoetafdruk was in 2021 iets hoger dan in 2020, maar een ton lager dan in 2018. De lagere voetafdruk in 2020 en 2021 is mede het gevolg van de coronacrisis. Toch is er ook over de langere termijn sprake van een daling van de voetafdruk. Zo was de voetafdruk van broeikasgassen per inwoner in 2010 nog ruim 17 ton. De handelsbalans is echter sinds 2014 gestaag toegenomen, een steeds groter deel van de uitstoot vindt buiten Nederland plaats.
Emissies Nederlandse economie (ton CO2-equivalenten) | Handelsbalans (ton CO2-equivalenten) | |
---|---|---|
2010 | 14,84162896 | 2,352941176 |
2012 | 13,68798565 | 1,494321578 |
2014 | 13,19151465 | 0,891318557 |
2016 | 13,54614524 | 1,001236822 |
2018 | 12,86304639 | 1,280484256 |
2020 | 11,48897059 | 1,378676471 |
2021 | 11,84549356 | 1,316165951 |
De grootste bijdrage aan de broeikasgasvoetafdruk voor de Nederlandse consumptie vindt plaats in de energie, water en afvalsector (24%). Daarnaast hebben met name de landbouw (17%) en de basisindustrie (17%), zoals de vervaardiging van staal en de chemische industrie, een flink aandeel in de voetafdruk. Ook de directe uitstoot door consumenten, bijvoorbeeld door vervoer, is behoorlijk (14%).
Bijna de helft van de voetafdruk vindt plaats in Nederland (42%). 15 procent van de voetafdruk vindt plaats in de EU. Verder wordt een aanzienlijk deel van de voetafdruk uitgestoten in de rest van Europa (7%) en China (8%).
In grote lijnen heeft de broeikasgasvoetafdruk zich op dezelfde manier ontwikkeld als de directe uitstoot door de Nederlandse economie. Wel was er tussen 2010 en 2014 sprake van een scherpere daling die samenhing met de stagnerende economische groei en minder investeringen, terwijl in de jaren erna de voetafdruk juist gestaag toenam. De coronaperiode heeft met name een impact gehad op de directe uitstoot van broeikasgassen. Daardoor namen zowel de uitstoot door de Nederlandse economie en de voetafdruk af in 2020.
Voetafdruk (Index, 2010 = 100) | Emissies Nederlandse economie (Index, 2010 = 100) | bbp (Index, 2010 = 100) | |
---|---|---|---|
2010 | 100 | 100 | 100 |
2012 | 89,12280702 | 93,08943089 | 100,7781372 |
2014 | 83,15789474 | 90,24390244 | 102,3722763 |
2016 | 86,66666667 | 93,49593496 | 107,0776448 |
2018 | 85,26315789 | 89,83739837 | 112,5418885 |
2020 | 78,59649123 | 81,30081301 | 110,6772881 |
2021 | 80,70175439 | 84,14634146 | 117,6243199 |