CBS brengt goederenstromen in beeld

Medewerker met palletwagen in winkel
© Hollandse Hoogte / Guus Schoonewille fotografie
Hoeveel kolen, ertsen, machines of elektronica en afvalproducten gaan ons land in of uit? In een containerschip, trein, binnenvaartschip of vrachtauto? En waar gaan ze naar toe of komen ze vandaan: Duitsland of België, of toch de Verenigde Staten of China? Komen de goederen ons land in voor gebruik in Nederland of voor doorvoer naar het buitenland? Een nieuwe methode combineert gegevens over internationale handel en transport en geeft antwoord op deze en andere vragen. De opdrachtgevers zijn Rijkswaterstaat, het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid en het Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme Zaken.

Integratie handel en transport

Voorheen maakte het CBS alleen aparte tabellen voor de internationale handelsdata en de transportdata. In de handelsdata zitten gegevens over de waarde van goederen die in ons land binnenkomen én uitgaan, en hun herkomst en bestemming. De transportdata bevatten gegevens over het gewicht van de goederen, het vervoersmiddel, en de plek waar ze in Nederland geladen of gelost worden. ‘Al deze gegevens hebben we nu aan elkaar geknoopt’, vertelt Chris de Blois, projectleider van het integratietraject handel- en transportdata bij het CBS. ‘Zodat we alle goederenstromen van en naar ons land in beeld kunnen brengen. Voorheen wisten we voor hoeveel geld goederen van en naar Nederland kwamen en waarvandaan of waarheen, bijvoorbeeld cacaobonen uit Brazilië en varkensvlees naar Spanje. Maar niet het exacte brutogewicht in kilogram en hoe ze de grens overgingen. Daarnaast wisten we wel hoeveel goederen waar en op welke manier de grens passeerden, bijvoorbeeld hoeveel ton cacaobonen per vrachtschip de haven van Amsterdam binnenkwam. Maar niet wat de waarde en de herkomst van de goederen was. Door de gegevens te combineren weten we nu hoeveel in-, uit- en doorgevoerd wordt, in euro’s en kilogrammen, met welk vervoersmiddel en waar het oorspronkelijk vandaan komt of heen gaat.’

Infrastructuur

Zicht op de volledige goederenketens was een wens van onder andere Rijkswaterstaat. Zij gebruiken de gecombineerde handels- en transportdata voor strategische goederenvervoersmodellen. Remko Smit, adviseur verkeers- en vervoersmodellen bij Rijkswaterstaat en opdrachtgever voor de in- en uitvoer statistieken: ‘In de losse handels- en transportdata zaten soms kleine verschillen en dat riep vragen op. Nu zijn beide data goed geïntegreerd en daardoor de consistentie en kwaliteit verder verbeterd. We kunnen de historische ontwikkelingen van goederenstromen nu dus nog beter monitoren en nog nauwkeurigere voorspellingen maken van toekomstige ontwikkelingen.’ Deze informatie is belangrijk voor beleid, vertelt John Spruijt, adviseur verkeers- en vervoersmodellen bij Rijkswaterstaat en projectleider ketendata. ‘Op basis van de modellen kunnen beslissingen genomen worden over investeringen in onze infrastructuur. Als je weet waar je toenames en afnames van goederenvervoer kunt verwachten, weet je ook waar de infrastructuur meer of minder belast gaat worden. En of je dus meer in de havens moet investeren, of juist in de wegen, de binnenvaart of het spoor.’

Lokale ontwikkelingen

Rijkswaterstaat koppelt de geïntegreerde handels- en transportdata ook aan andere data, zoals de wegvervoerdata van het CBS. Zo kunnen ze met hun modellen ook schattingen maken van lokale ontwikkelingen. Spruijt: ‘We brengen bijvoorbeeld in kaart waar terminals zijn -overslagplaatsen van de binnenvaart naar vrachtwagens of het spoor. Zo weten we waar deze infrastructuren gebruikt worden. Ook willen we weten waar nog ruimte is op de terminals en waar mogelijkheden zijn voor het switchen tussen vervoerswijzen.’ Ook bij calamiteiten is kennis van lokale situaties belangrijk. ‘Met onze modellen hebben we een goed beeld hoe de infrastructuur gebruikt wordt voor verschillende goederenstromen’, stelt Smit. ‘Als bijvoorbeeld bij langdurige droogte problemen optreden bij de binnenvaart, kunnen de modellen helpen om alternatieven te vinden om het goederenvervoer toch door te kunnen laten gaan.’

Specifieke goederen

Omdat sommige goederen exclusief op bepaalde wijzen vervoerd worden, is het voor Rijkswaterstaat belangrijk om de goederenstromen naar soort in kaart te brengen. Smit: ‘Kolen worden bijvoorbeeld vooral met de binnenvaart en per spoor vervoerd. Ze vormen een aanzienlijke goederenstroom. Als kolencentrales verdwijnen is het belangrijk om te weten hoe het transport van de kolen over de verschillende vervoerswijzen is verdeeld.’ Het CBS integratiemodel van de handels- en transportdata onderscheidt daarom zo’n twintig goederensoorten, zoals elektronica, textiel en leer, afval, aardgas en aardolie. ‘De CBS indeling sluit aan bij de indeling van Rijkswaterstaat’, vertelt De Blois. ‘In principe kunnen we ook heel specifieke producten selecteren – bijvoorbeeld aardappelen – en die volledig doorrekenen.’

Doorvoer naar andere landen

Een ander voordeel van de nieuwe integratiemethode is dat deze inzichtelijk maakt hoeveel binnenkomende goederen ook in ons land blijven, en welke deel verder gaat en met welk vervoersmiddel. De Blois: ‘We hebben nu zicht op de zogenoemde doorvoer. Dat zijn goederen van een buitenlandse eigenaar die ons land binnenkomen en doorgaan naar andere landen. Bijvoorbeeld kolen uit Colombia die in de haven van Rotterdam aankomen en dan via de binnenvaart naar Duitsland gaan.’ Daardoor is ook bekend hoeveel van de Nederlandse infrastructuur wordt gebruikt voor vervoer van goederen in buitenlandse handen. En kunnen de baten en kosten hiervan berekend worden. Wat verdienen we aan deze doorvoer? Wat kost het ons? En wat is de bijdrage aan bijvoorbeeld de CO2-uitstoot?

Complexe methodiek

De ontwikkeling van het integratiemodel voor de handels- en transportdata was complex. De afdeling methodologie van het CBS speelde er een belangrijke rol in. ‘Zij ontwikkelden een schattingsmodel’, zegt De Blois, ‘dat ook onzekerheidsmarges en dus de betrouwbaarheid weergeeft, ook voor de verschillende combinaties van transportwijzen en goederensoorten.’ Die uitgebreide methodologische kennis van het CBS is voor Rijkswaterstaat een belangrijke meerwaarde in de samenwerking. Smit: ‘Het CBS is onafhankelijk en betrouwbaar en besteedt veel aandacht aan kwaliteit. Zij hebben toegang tot brondata en de expertise om deze tot statistieken te verwerken. De samenwerking met het CBS is ook prettig en constructief; ze denken mee over hoe de statistieken in onze informatiebehoefte kunnen voorzien.’