Hoe statistiek bepaalt wie tot de Europese bevolking behoort

/ Auteur: Sjoertje Vos
Winkelend publiek in Amsterdam
© Hollandse Hoogte / Ramon van Flymen
Hoe voeren Europese statistiekbureaus hun volkstelling uit? Wie tel je mee, welke methode gebruik je en wat betekent dat voor het beleid en de publieke opinie? Dat zijn belangrijke vragen in het Europese onderzoeksproject ARITHMUS. Onderzoeker Francisca Grommé en haar collega’s volgden in de afgelopen vijf jaar de dagelijkse statistiekpraktijk van de statistiekbureaus in Finland, Estland, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en Nederland om deze vragen te beantwoorden.

Methodes voor volkstellingen

‘Statistiekbureaus spelen een rol in de manier waarop over bevolkingen wordt gedacht, zowel op nationaal als Europees niveau’, vertelt Francisca Grommé, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en Goldsmiths, University of London, waar het onderzoek wordt uitgevoerd. ‘Sociologen onderzoeken die rol. Het ARITHMUS-project richt zich op de volkstellingen. Elk land heeft zijn eigen methoden en culturele achtergrond bij het houden van een volkstelling. Wie reken je tot je bevolking en wie niet? Hoe komen deze beslissingen tot stand? Wat betekent dat voor het beleid en de publieke opinie? Dat zijn interessante vragen mede vanwege de opkomst van nieuwe methoden gebaseerd op big data. En ook omdat er standaardisatie van bevolkingsstatistieken op Europees niveau plaatsvindt.’ 

Nederland registerland

Het CBS maakt veel gebruik van registers en is binnen Europa erg actief in discussies over statistische methoden. Daarom is Nederland één van de onderzoekslanden. ‘Wij hebben een kwalitatief goed bevolkingsregister’, vertelt Eric Schulte Nordholt, projectleider volkstelling bij het CBS en lid van de internationale adviesraad van ARITHMUS. ‘Wij mogen daar door de CBS-wet gebruik van maken. Ook kunnen we dat register met andere databronnen combineren. Door bijvoorbeeld het bevolkingsregister te koppelen aan inkomensgegevens kunnen we armoede in wijken in kaart brengen. Dat is niet in elk land zo. Volkstellingen zijn in veel landen ook een erg kostbaar project. Zij tellen hun inwoners eens in de tien jaar op de traditionele manier, bijvoorbeeld met enquêteurs die met vragenlijsten langs de deuren gaan. Tussentijds weten zij niet hoeveel inwoners zij precies hebben. In Nederland weten wij op elk moment zeer nauwkeurig hoeveel inwoners er zijn.’ 

Europese standaard

‘In Nederland is relatief veel vertrouwen in de overheid en hebben burgers belang bij goede registratie vanwege de belastingen en sociale verzekeringen’, zegt Grommé. ‘In sommige andere landen hebben inwoners weerstand tegen registers. In het Verenigd Koninkrijk worden bijvoorbeeld vragenlijsten gebruikt bij de volkstelling en mengen burgerbelangengroeperingen zich in de maatschappelijke discussie over wie wel en wie niet meegerekend moet worden bij de telling.’ Om tot een standaard te komen wordt op Europees niveau discussie gevoerd over definities en methoden. Schulte Nordholt: ‘In de Europese Unie tellen landen nu nog op verschillende manieren. Waar tel je studenten, vluchtelingen en werknemers mee, die tijdelijk in het buitenland verblijven? Nederland telt elke immigrant mee die van plan is hier ten minste vier maanden te blijven. Sommige Zuid-Europese landen tellen mensen met familiebanden in hun land mee, ook als ze al jaren ergens anders wonen. Je wilt graag naar één werkwijze toe.’ 

'Volkstellingen zijn in veel landen ook een erg kostbaar project'

Overzeese gebieden

Europa kent verschillende overzeese landen en gebieden, waaronder Caribisch Nederland. Overzeese gebieden hebben bijvoorbeeld vaak andere systemen, maar werken met Europese statistiekmethoden. Grommé betrekt daarom ook het CBS op Bonaire in haar onderzoek. ‘Het is een uitdaging om de statistiekmethoden van Europees Nederland hier toe te passen’, vertelt Quintin Knuf, hoofd van het CBS op Bonaire. ‘Caribisch Nederland heeft een register, maar voor inwoners is het minder belangrijk dan in Europees Nederland om goed ingeschreven te staan. Ze geven het vaak niet door als ze verhuizen. De vele Amerikaanse studenten en werknemers schrijven zich niet uit als ze teruggaan naar de VS. Straatnaamborden en huisnummers ontbreken dikwijls. De censuskantoren corrigeren het register daarom handmatig en werken samen met bedrijven en de universiteit om door te geven wie afgestudeerd is of hier niet meer werkzaam is.’ 

Veld in beweging

‘Statistiek is als professioneel veld in beweging’, stelt Grommé. ‘Tijdigheid, toepasbaarheid en het doen van voorspellingen gaan dankzij data science een grotere rol spelen. Je ziet ook steeds meer spelers in het dataveld komen, niet alleen statistiekbureaus. Die laatste categorie besteedt veel aandacht aan de kwaliteit van de cijfers en gegevensbeveiliging. Zo heeft het CBS methodologen in dienst die de data-integriteit bewaken bij nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van big data. Daarbij worden ook keuzes gemaakt over indelingen en categorieën. Zo zie je op Europees niveau initiatieven ontstaan om andere indelingen dan nationale grenzen te gaan gebruiken.’ 

Boek over ARITHMUS
Het ARITHMUS-project leidde tot verscheidene wetenschappelijke publicaties: www.arithmus.eu  Komend jaar verschijnt tevens een boek over de bevindingen.