Leegstand vastgoed van Nederland in beeld

/ Auteur: Miriam van der Sangen
© Hollandse Hoogte
Op 22 april vorig jaar presenteerde het CBS met de provincie Overijssel de Leegstandsmonitor. De monitor was zo’n succes dat op diezelfde dag reeds concrete afspraken werden gemaakt om met andere partijen de mogelijkheden te verkennen om de krachten te bundelen voor een vervolg. Inmiddels is dat gebeurd en heeft het CBS - samen met Geonovum en het Kadaster - een Leegstandsmonitor voor alle gemeenten in Nederland samengesteld.

Prototype

Luc Verschuren is namens het CBS vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van de Leegstandsmonitor. In de Leegstandsmonitor van 2016 zijn weliswaar cijfers van heel Nederland terug te vinden, maar de focus ligt vooral op de provincie Overijssel. ‘Bij de lancering van de monitor bleken de leegstandsgegevens echter niet alleen interessant voor Overijssel, maar voor heel Nederland. Overijssel heeft vervolgens het ministerie van Infrastructuur en milieu (I&M) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) uitgenodigd dit prototype verder te ontwikkelen tot een landelijke informatievoorziening vastgoedgebruik. Daar werd gehoor aan gegeven. De eerste vervolgstappen zijn inmiddels gezet door het CBS in samenwerking met Geonovum en Kadaster.’   

Uitgediept en geactualiseerd

Volgens Verschuren hadden in het vervolgtraject de drie organisaties allemaal een eigen taak. ‘Het CBS heeft landelijke leegstandscijfers berekend, geactualiseerd en uitgediept voor alle Nederlandse gemeenten. Geonovum heeft de belangrijkste vragen van de verschillende gebruikers - denk aan het rijk, provincies, gemeenten en andere betrokken partijen - boven tafel weten te krijgen. Het Kadaster heeft vooral gekeken wat de mogelijkheden zijn van de verschillende registers, onder andere op het gebied van het koppelen van bestanden en privacy.’

Plausibiliteitscontroles

De grootste uitdaging zit hem volgens Verschuren in het zo goed mogelijk aan elkaar koppelen van de basisregisters, bijvoorbeeld de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ). ‘Deze basisregistraties zijn niet gemaakt voor het doel waar wij ze voor gebruiken. Toch zijn we behoorlijk ver gekomen: we kunnen nu de Leegstandsmonitor presenteren. De volgende stap is om met uitgebreide plausibiliteitscontroles na te gaan of de leegstaande panden ook écht leeg staan. We willen dit gaan onderzoeken samen met andere partijen, bijvoorbeeld gemeenten.’

‘Vrijwel unaniem zijn alle partijen het er over eens dat het heel goed is dat er nu één standaardmethode voor monitoring van leegstand is ontwikkeld’

Kennis en kunde

Paul Padding is werkzaam bij Geonovum, een onafhankelijke organisatie die tot doel heeft geo-informatie voor de publieke sector toegankelijk te maken en tevens de standaarden te ontwikkelen die daarvoor nodig zijn. Padding is projectleider van de landelijke informatievoorziening vastgoedgebruik. De Leegstandsmonitor is daarvan een eerste product. ‘Samen met het Kadaster verrichtten wij in 2015 onderzoek naar leegstand van onroerend goed. Toen wij er achter kwamen dat het CBS met de provincie Overijssel in 2016 een Leegstandsmonitor ontwikkeld hadden, besloten wij aan te haken en alle kennis en kunde in Nederland te bundelen. Het ministerie van I&M en IPO ondersteunden deze ambitie.’ Geonovum inventariseerde de behoeften aan het gebruik van vastgoed bij gemeenten, provincies, rijk en andere organisaties. Wat waren daarbij de belangrijkste uitkomsten? ‘Vrijwel unaniem zijn alle partijen het er over eens dat het heel goed is dat er nu één standaardmethode is ontwikkeld. Tot nog toe waren er veel verschillende definities en benaderingen, maar dat is inmiddels teruggebracht tot één methodiek. Daarnaast vinden alle partijen het heel belangrijk dat nu informatie over álle typen vastgoed beschikbaar komt, dus niet alleen van kantoren en winkels, etc. Het product dat we op 17 februari 2017 opleveren tijdens een bijeenkomst in Zwolle is dus een heel waardevol tussenproduct op weg naar een landelijke informatievoorziening over vastgoedgebruik . Daarna zullen we aan de hand van praktijkonderzoek helder moeten krijgen wat de administratieve cijfers precies waard zijn.’

Additionele informatie

Ondanks het feit dat veel organisaties positief zijn over de tot nog toe bereikte resultaten, zijn er ook nog veel extra wensen. ‘Gemeenten houden zich tegenwoordig - vanwege de decentralisatie van taken vanuit het rijk - met veel verschillende onderwerpen bezig. Zij willen daarover graag gedetailleerde en actuele informatie. Sommige gemeenten zijn bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in agrarisch vastgoed, omdat ze daar in de toekomst veel leegstand verwachten. Weer andere partijen missen nog informatie, bijvoorbeeld over het gebruik van energie. We gaan kijken of we die informatie kunnen koppelen. Daarnaast zou het interessant zijn als het CBS over leegstand informatie zou kunnen leveren op wijk- en buurtniveau, met nog een aantal extra variabelen.’ Over de samenwerking tussen alle partijen is Padding erg lovend. ‘Ik ben erg trots op wat we in korte tijd hebben bereikt. Het ministerie van I&M heeft eveneens grote inzet geleverd. Al met al is dit project erg goed verlopen, dat belooft veel voor de toekomst.’

Informatiekundige kwaliteit

Matthieu Zuidema is bij dit project betrokken namens het Kadaster. Zijn organisatie verzamelt gegevens over registergoederen in Nederland, zoals vastgoed. Het Kadaster onderzocht wat de informatiekundige kwaliteit is van de basisregistraties indien ze gebruikt worden voor het in beeld brengen van de leegstand in Nederland. ‘Wij hebben geanalyseerd wat de kwaliteit van de basisadministraties is als we het leegstaand vastgoed er mee willen kunnen vaststellen. Daarnaast hebben we gekeken naar de juridische mogelijkheden van het gebruik van de basisregisters. Veel van die informatie is namelijk privacygevoelig en mag niet zomaar gebruikt worden voor andere doelen dan wettelijk vastgelegd.’ Over de resultaten van de analyse is Zuidema erg te spreken. ‘We zijn dichter bij de waarheid rond leegstand gekomen dan we aanvankelijk hadden gedacht. De combinatie van de verschillende bronnen heeft een kwalitatief goed resultaat opgeleverd, al moeten er in de komende maanden nog plausabiliteitscontroles plaatsvinden.’

Samenwerking

Ook Zuidema vond de samenwerking met het CBS en Geonovum heel goed. ‘Iedereen heeft zijn eigen werkwijze, ideeën, etc. maar het is de kunst om er samen uit te komen.’ Over de rol van het ministerie van I&M is hij ook zeer te spreken. Het Kadaster heeft verder eveneens in kaart gebracht hoe het staat met de planvoorraad in Nederland, het vastgoed dat op de planning staat om gebouwd te worden. ‘We hebben in Nederland discussie over ‘harde’ en ‘zachte’ planvoorraad. De interesse gaat vooral uit naar de harde planvoorraad, omdat men wil weten hoeveel er nog bij gebouwd kan worden. En ook op het gebied van de planontwikkeling blijkt er meer informatie voorhanden dan we hadden gedacht.’ De komende periode wordt door CBS, Geonovum, Kadaster, het ministerie van I&M en IPO - samen met andere partijen - bezien hoe de Leegstandsmonitor verder doorontwikkeld kan worden tot een landelijke informatievoorziening vastgoedgebruik.

groepsfoto lancering landelijke monitor leegstand