‘We vinden het belangrijk dat ons onderzoek wetenschappelijk aan de maat is’

/ Auteur: Miriam van der Sangen
Laura van Geest is directeur van het Centraal Planbureau (CPB). Haar uitdaging is ervoor te zorgen dat het CPB beleidsrelevante onderzoeken en analyses presenteert. Die moeten ‘wetenschappelijk aan de maat’ zijn. ‘Daarvoor is het belangrijk om steeds goed in de spiegel te kijken’, aldus de hoogste baas van het CPB. 

Volgens Van Geest trekken het CPB en CBS graag samen op, ieder vanuit zijn eigen expertise en vakgebied. ‘CBS levert statistiek en beschrijft het verleden. Op basis van data uit het verleden doen wij onderzoek. CBS is voor ons een belangrijke leverancier van data. Met ons onderzoek laten we zien hoe bepaalde maatregelen uitwerken in het verleden en de toekomst.’ 

Elkaar scherp houden

Van Geest vindt het belangrijk dat beide organisaties er voor zorgen dat de politiek en het brede publiek informatie krijgen die zij kunnen plaatsen. ‘We willen voorkomen dat er verwarring ontstaat. Voor cijfers en statistieken bestaan nationale maar soms ook internationale definities. Wij hebben geconstateerd dat die verschillende definities een bron van verwarring zijn, maar we proberen daar verandering in aan te brengen. We houden elkaar op dat gebied scherp. Het CPB is lid van één van de adviescommissies van CBS. Daardoor hebben we bij het verzamelen van data direct de goede achtergronden en inzichten.’

Beleidsrelevant

Volgens Van Geest is het de taak van het CPB bij te dragen aan beter onderbouwd beleid. ‘Wij bieden ramingen en analyses en wij schetsen de pro's en contra's zodat beleidsmakers een goede keuze kunnen maken. Willen wij dat goed doen, dan moeten de analyses hout snijden. Daarom vinden wij het heel belangrijk dat ons onderzoek wetenschappelijk aan de maat is. Dat is niet altijd hetzelfde als wetenschappelijk. Wetenschap moet vernieuwend zijn en iets toevoegen aan eerdere publicaties. Voor ons kan het genoeg zijn dat onze analyses de wetenschappelijke toets doorstaan. Ons onderzoek moet beleidsrelevant zijn. We moeten kunnen uitleggen waarom dat zo is.’

Wij hebben geconstateerd dat die verschillende definities een bron van verwarring zijn, maar we proberen daar verandering in aan te brengen’

Klimaatbeleid

Het CPB richt zich niet alleen op de overheidsfinanciën. ‘Naast de ramingen en de analyses van de economie en de ramingen voor de budgettaire uitkomsten hebben wij ook een tak die over de fysieke omgeving gaat’, aldus Van Geest. ‘Bijvoorbeeld maatschappelijke kosten-batenanalyses over het aanleggen van dijken. Hoe houden we droge voeten in Nederland? We doen ook onderzoek naar klimaatbeleid en we hebben mensen die naar onderwijs en zorg kijken. Wat is effectief onderwijsbeleid? Hoe hebben we de zorg in Nederland georganiseerd en doen we dat zo efficiënt mogelijk? Het gaat juist om die mix van ramingen en analyses op economisch interessante terreinen.’

Onzekerheid

Er zijn soms kritische geluiden te horen over de betrouwbaarheid van de voorspellingen van het CPB. Hoe kijkt Van Geest tegen die kritiek aan? ‘Aan de ene kant gaat ramen gepaard met onzekerheid. De werkelijkheid voltrekt zich nooit precies conform de raming. De toets is te kijken of de ramingen niet een stelselmatige fout bevatten. Dat je niet altijd te optimistisch bent of altijd te pessimistisch. Ook moet je bekijken of jouw fouten niet groter zijn dan die van andere partijen: het IMF, de Europese Commissie of de ECB. Als je geen stelselmatige fouten hebt en je foutmarges zijn ongeveer net zo klein als die van je soortgenoten, dan heb je het volgens mij goed gedaan.’

Modellen

Van Geest geeft aan dat de ramingen met een model worden gemaakt. ‘De uitkomst kan in werkelijkheid afwijken omdat de input anders was dan verwacht. Bijvoorbeeld omdat de wereldhandel zich anders heeft ontwikkeld of omdat het kabinet een ander beleid voert dan het eerder had aangekondigd. Het kan ook zijn dat de input naar verwachting was, maar dat het model de werkelijkheid toch niet perfect beschrijft. Dat bekijken we dan. Modellen hebben we in alle soorten en maten. We hebben modellen voor de groei, maar ook koopkrachtmodellen en modellen om zorguitgaven te ramen.’ Eén van de belangrijke modellen is volgens Van Geest het SAFFIER-model. ‘Daarmee ramen we de groei en rekenen we grote beleidspakketten door. In economenland heeft een grote discussie gewoed over hoe je dat het beste kunt doen. Die discussie hebben wij nog eens bekeken. Daaruit bleek dat een macro-econometrisch model als SAFFIER het geschiktst is voor ons doel.’

Voorspellen

Steeds meer externe partijen houden zich bezig met het voorspellen van de Nederlandse economie. Wat vindt Van Geest daarvan? ‘We bekijken die voorspellingen natuurlijk met belangstelling. Er waren altijd al veel ramingen. In algemene termen geldt: de beste raming is de recentste raming bij een grote instelling zoals het IMF, OECD en de Europese Commissie. Je moet daarbij niet kijken naar de publicatiedatum, maar naar de datum waarop de input is afgesloten. Daar zit nog wel eens wat speling tussen.’

Laura van Geest (1962) studeerde Algemene Economie en Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij startte haar loopbaan bij het ministerie van Financiën en werkte vervolgens een paar jaar bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In 2002 ging zij weer aan de slag bij het ministerie van Financiën, waar zij in 2008 directeur-generaal rijksbegroting werd. In 2011 volgde de benoeming tot loco secretaris-generaal. Sinds augustus 2013 is Van Geest directeur van het Centraal Planbureau.

 

*Dit interview is een bewerkte versie van een eerder in het CBS-relatiemagazine gepubliceerd vraaggesprek met mevrouw Van Geest.