Zorgen kiezer over economie

/ Auteur: Jaap van Sandijk
Het aandeel kiezers dat zich zorgen maakt over de economische vooruitzichten is toegenomen van 50 procent in 2010 naar 65 procent in 2012. Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde Nationaal Kiezersonderzoek 2006-2012 (NKO). Het onderzoek, dat wordt uitgevoerd door CBS in samenwerking met de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON), geeft inzicht in de mening van het electoraat over talrijke politieke kwesties

Graadmeter

Het Nationaal Kiezersonderzoek 2006-2012 geeft een duidelijk signaal van wat er speelt in de samenleving. In 1989 was de aandacht voor het milieu bijzonder groot. In 1994 en 2006 werd de problematiek rond de integratie van minderheden nog het vaakst genoemd als urgent maatschappelijk probleem. In 2010 raakte dit ondergesneeuwd door de financiële crisis. Daardoor kregen bij de meeste kiezers ‘economie en financiën’ topprioriteit. En in 2012 werd dit nog eens versterkt.

Vertrouwen in de democratie

Uit het onderzoek blijkt ook dat 79 procent van de Nederlandse stemgerechtigden tamelijk tot zeer tevreden is met het functioneren van de democratie in Nederland. Dat is iets hoger dan in 2010 en 2006. Toen was 75 procent tevreden. Driekwart heeft tamelijk tot veel vertrouwen in het democratisch gehalte van de verkiezingen. Verder blijkt dat er een groeiende meerderheid in Nederland voor verdergaande Europese integratie is. Ons land neemt ook een Europese koppositie in op het gebied van vertrouwen in politici. Zo heeft de helft nog vertrouwen in politici. In andere landen is dat lager, soms zelfs fors lager.

Partijkeuze

Het NKO wordt uitgevoerd door CBS, in samenwerking met de Stichting Kiezersonderzoek Nederland (SKON). Rondom de Tweede Kamerverkiezingen wordt kiesgerechtigden gevraagd waarom ze al dan niet stemmen, wat hun partijkeuze is en welke overwegingen daarbij een rol spelen. Willem Gielen, als CBS-stagiair betrokken bij de publicatie: ‘We schetsen de meningen van de stemmers op de politieke partijen en van de niet-stemmers. Uit ons onderzoek blijkt dat ondanks de grote electorale verschuivingen deze meningen nogal consistent zijn.’

Enquêteren via internet

Het onderzoek bestaat sinds 1971 en is één van de meest gebruikte databronnen in de academische wereld. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zijn belangrijke financiers van het relatief dure onderzoek. ‘De data worden verzameld door middel van interviews bij de respondenten thuis’, verklaart Schmeets. ‘De laatste jaren wordt steeds meer gediscussieerd over kostenreductie. Dat kan door te enquêteren via internet. Daar kleven echter ook nadelen aan, zoals het sterk inkorten van de vragenlijst. Het risico dat respondenten afhaken, is dan na 25 minuten bijzonder groot.’ Hoe de discussie zal aflopen, is nog niet duidelijk. ‘Samen met de SKON zijn we bezig met de kosten-batenanalyse. Op 11 en 12 juni aanstaande organiseren De Nederlandse Kring voor Wetenschap der Politiek en de Vereniging voor Politieke Wetenschappen voor de veertiende keer het Politicologenetmaal in Maastricht. Daar zullen we hierover een brede discussie gaan voeren.’