Ecosysteemomvang; ecosysteemtypen, regio

Tabeltoelichting


De cijfers in deze tabel representeren de oppervlakte van verschillende ecosysteemtypen in Nederland, zoals bossen, landbouwgronden, meren en parken. Elk ecosysteem wordt onderscheiden door specifieke biotische en abiotische elementen, en hun onderlinge interacties. De tabel geeft de ecosysteemomvang weer, waarbij de gegevens zijn georganiseerd op basis van het oppervlak in vierkante kilometers per ecosysteemtype en per regio.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2013

Status van de cijfers:
De cijfers hebben een voorlopige status.

Wijzigingen per maart 2024
Geen, dit is een nieuwe tabel

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden jaarlijks gepubliceerd in maart.

Toelichting onderwerpen

Totale oppervlakte
Totale oppervlakte van ecosysteemtypen.
Bebouwde omgeving
Omvat als hoofdgroep alle ecosystemen die worden gekenmerkt door kunstmatige bouwwerken en structuren. Hieronder vallen woon- en werkgebieden, infrastructuur en industriegebieden. Exclusief de groen-gerelateerde ecosystemen in de bebouwde omgeving (behorend bij de hoofdgroep 'Stedelijk groen en recreatie').
Totaal bebouwde omgeving
Totale oppervlakte van de hoofdgroep 'Bebouwde omgeving'.
Bebouwd gebied
Omvat woon- en werkgebieden, bedrijfsterreinen en glastuinbouwgebieden. Inclusief erven en (achter)tuinen, aanliggende straten en andere kleine wegelementen.
Infrastructuur
Omvat gebieden bestemd voor transport, zoals wegen, vliegvelden, havens en spoorwegen, inclusief bijbehorend groen zoals wegbermen. Ook terrein voor grondgebonden bedrijvigheid - inclusief grondstofwinning, groeves en stortplaatsen - valt onder deze categorie. Exclusief kleinschalige fiets- of wandelpaden in stedelijk groen en straten in woonwijken.
Stedelijk groen en recreatie
Omvat als hoofdgroep alle (semi-)groene ecosystemen in de bebouwde omgeving, zoals parken en plantsoenen, en groen-gerelateerde gebieden met een recreatief of decoratief karakter.
Totaal stedelijk groen en recreatie
Totale oppervlakte van de hoofdgroep 'Stedelijk groen'.
Stedelijk groen
Omvat verschillende vormen van openbaar groen in de stedelijke omgeving. Hierbij worden o.a. gerekend: parken, platsoenen en groenvoorziening in de bebouwde omgeving. Inclusief voetangers- en fietspaden, maar exclusief overige infrastructuur zoals autowegen en parkeerplaatsen. Ook erven en (achter)tuinen vallen niet onder deze categorie, maar onder 'bebouwd gebied'.
Recreatie en (semi-)openbaar groen
Omvat verschillende (semi-)groene gebieden met een recreatief en decoratief karakter. Hieronder vallen onder andere dierentuinen, attractieparken, openluchtmusea, begraafplaatsen, historische tuinen en terreinen, botanische tuinen, volkstuinen, sportterreinen, campings en vakantieparken.
Akker- en tuinbouwgebieden
Omvat als hoofdgroep alle ecosystemen gerelateerd aan akker- en tuinbouw, inclusief tijdelijk agrarisch grasland.
Totaal akker- en tuinbouwgebieden
Totale oppervlakte van de hoofdgroep 'Akker- en tuinbouwgebieden'.
Eenjarig akker- en tuinbouwgebied
Omvat landbouwgronden beteelt met eenjarige akker- of tuinbouwgewassen in de volle grond. Hieronder vallen aardappelen, akkerbouwgroenten, granen, handelsgewassen, peulvruchten, bloembollen en -knollen, bloemkwekerijgewassen, tuinbouwgroenten en overige akker- en tuinbouwgewassen. Ook (tijdelijk) braakliggende gronden vallen onder deze categorie.
Tijdelijk grasland
Omvat intensief gebruikte agrarische graslanden van minder dan 5 jaar oud. Vanwege de rol in de gewasrotatie worden deze tijdelijke graslanden gecategoriseerd als akkerbouw- en tuinbouwgebieden, en niet als (agrarisch) grasland.