Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2023)

Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2023)

Kenmerken huishoudens Regio's Perioden Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Vermogen: 1e 20%-groep Nederland 2022* -35,0 -21,8 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Nederland (LD) 2022* -3,3 -20,8 -2,7
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Nederland (LD) 2022* -6,4 -21,9 -1,7
Vermogen: 1e 20%-groep West-Nederland (LD) 2022* -19,3 -22,5 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Nederland (LD) 2022* -6,1 -20,3 -0,8
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (LD) 2022* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Groningen (PV) 2022* -1,6 -21,1 -4,6
Vermogen: 1e 20%-groep Fryslân (PV) 2022* -1,0 -20,2 -2,0
Vermogen: 1e 20%-groep Drenthe (PV) 2022* -0,7 -21,1 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Overijssel (PV) 2022* -2,0 -21,8 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (PV) 2022* -1,0 -25,7 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Gelderland (PV) 2022* -3,4 -21,0 -1,9
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (PV) 2022* -3,0 -25,7 -3,4
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Holland (PV) 2022* -7,4 -23,7 -1,3
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Holland (PV) 2022* -8,4 -20,8 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeland (PV) 2022* -0,5 -19,8 -0,6
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Brabant (PV) 2022* -4,5 -22,5 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Limburg (PV) 2022* -1,6 -15,8 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (PV) 2022* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Groningen (CR) 2022* -0,2 -18,7 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Delfzijl en omgeving (CR) 2022* -0,1 -18,6 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Groningen (CR) 2022* -1,3 -21,7 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Friesland (CR) 2022* -0,6 -19,5 -2,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Friesland (CR) 2022* -0,2 -22,8 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Friesland (CR) 2022* -0,3 -20,1 -1,3
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Drenthe (CR) 2022* -0,3 -23,1 -1,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Drenthe (CR) 2022* -0,2 -20,2 -0,8
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Drenthe (CR) 2022* -0,2 -19,8 -0,9
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Overijssel (CR) 2022* -0,6 -22,2 -2,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Overijssel (CR) 2022* -0,2 -19,0 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Twente (CR) 2022* -1,2 -22,3 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Veluwe (CR) 2022* -1,0 -22,0 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Achterhoek (CR) 2022* -0,5 -21,8 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem/Nijmegen (CR) 2022* -1,6 -19,8 -3,0
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Gelderland (CR) 2022* -0,3 -23,3 -0,4
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (CR) 2022* -3,0 -25,7 -3,4
Vermogen: 1e 20%-groep Kop van Noord-Holland (CR) 2022* -0,5 -20,0 -0,4
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar en omgeving (CR) 2022* -0,4 -23,8 -0,8
Vermogen: 1e 20%-groep IJmond (CR) 2022* -0,2 -16,0 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Haarlem (CR) 2022* -0,4 -22,8 -1,3
Vermogen: 1e 20%-groep Zaanstreek (CR) 2022* -0,3 -19,1 -0,7
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Amsterdam (CR) 2022* -5,0 -24,4 -1,8
Vermogen: 1e 20%-groep Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2022* -0,5 -32,1 -1,1
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2022* -0,8 -22,7 -3,1
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2022* -2,5 -21,5 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Delft en Westland (CR) 2022* -0,5 -19,6 -1,9
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Zuid-Holland (CR) 2022* -0,5 -23,9 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Rijnmond (CR) 2022* -3,6 -19,8 -1,7
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2022* -0,5 -20,5 -0,9
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2022* -0,1 -19,3 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Zeeland (CR) 2022* -0,4 -20,0 -0,6
Vermogen: 1e 20%-groep West-Noord-Brabant (CR) 2022* -1,1 -21,3 -1,1
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Noord-Brabant (CR) 2022* -0,9 -20,2 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2022* -1,1 -25,7 -0,9
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2022* -1,4 -22,9 -0,9
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Limburg (CR) 2022* -0,4 -18,0 -0,3
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Limburg (CR) 2022* -0,3 -20,2 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Limburg (CR) 2022* -0,9 -14,0 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (CR) 2022* -1,0 -25,7 -1,5
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (CR) 2022* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Aa en Hunze 2022* 0,0 -35,3 -2,2
Vermogen: 1e 20%-groep Aalsmeer 2022* -0,1 -31,4 -0,3
Vermogen: 1e 20%-groep Aalten 2022* 0,0 -20,1 -1,4
Vermogen: 1e 20%-groep Achtkarspelen 2022* 0,0 -18,9 -0,6
Vermogen: 1e 20%-groep Alblasserdam 2022* 0,0 -21,5 -0,7
Vermogen: 1e 20%-groep Albrandswaard 2022* 0,0 -26,2 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar 2022* -0,2 -21,0 -0,7
Vermogen: 1e 20%-groep Almelo 2022* -0,1 -14,7 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Almere 2022* -0,5 -24,6 -2,2
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen aan den Rijn 2022* -0,2 -22,5 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen-Chaam 2022* 0,0 -49,6 -2,9
Vermogen: 1e 20%-groep Altena 2022* -0,1 -28,3 -0,7
Vermogen: 1e 20%-groep Ameland 2022* 0,0 -28,7 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Amersfoort 2022* -0,3 -20,5 -1,8
Vermogen: 1e 20%-groep Amstelveen 2022* -0,3 -32,1 -2,1
Vermogen: 1e 20%-groep Amsterdam 2022* -4,1 -24,0 -1,9
Vermogen: 1e 20%-groep Apeldoorn 2022* -0,3 -19,2 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem 2022* -0,5 -17,5 -2,8
Vermogen: 1e 20%-groep Assen 2022* -0,1 -16,2 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Asten 2022* 0,0 -23,5 -0,1
Vermogen: 1e 20%-groep Baarle-Nassau 2022* 0,0 -30,5 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Baarn 2022* 0,0 -28,2 -1,1
Vermogen: 1e 20%-groep Barendrecht 2022* -0,1 -29,4 -2,3
Vermogen: 1e 20%-groep Barneveld 2022* -0,1 -23,6 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Beek (L.) 2022* 0,0 -24,0 -0,9
Vermogen: 1e 20%-groep Beekdaelen 2022* 0,0 -21,7 -1,2
Vermogen: 1e 20%-groep Beesel 2022* 0,0 -12,8 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Berg en Dal 2022* -0,1 -24,5 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Bergeijk 2022* 0,0 -30,9 -1,0
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (L.) 2022* 0,0 -29,5 -1,3
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (NH.) 2022* 0,0 -33,5 -0,4
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen op Zoom 2022* -0,1 -19,1 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Berkelland 2022* 0,0 -20,6 -1,4
Vermogen: 1e 20%-groep Bernheze 2022* 0,0 -28,5 -0,7
Vermogen: 1e 20%-groep Best 2022* 0,0 -29,6 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep Beuningen 2022* 0,0 -22,7 -1,1
Vermogen: 1e 20%-groep Beverwijk 2022* -0,1 -15,7 -0,5
Vermogen: 1e 20%-groep De Bilt 2022* -0,1 -32,0 -1,6
Vermogen: 1e 20%-groep Bladel 2022* 0,0 -31,7 -0,6
Vermogen: 1e 20%-groep Blaricum 2022* -0,1 -140,1 -1,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden en leeftijd van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari 2023.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers over 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 3 november 2023:
Geen, het betreft een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers over 2023 komen in het najaar van 2024 beschikbaar, en zullen verschijnen in een nieuwe tabel.

Toelichting onderwerpen

Totaal vermogen
Totale som van het vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.