Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de belangrijkste kerncijfers over de bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling in Nederland.

In de tabel worden de volgende gegevens onderscheiden:
- Bevolking;
- Particuliere huishoudens;
- Levend geboren kinderen;
- Sterfte;
- Verhuisde personen;
- Huwelijkssluiting;
- Huwelijksontbinding;
- Wijziging van nationaliteit.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1899
Cijfers over de bevolking naar herkomst zijn vooralsnog alleen beschikbaar vanaf 2022. Eerdere perioden zulle op een later moment worden toegevoegd aan de tabel.

Status van de cijfers:
Alle cijfers in de tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 15 december 2023:
Geen, dit is een nieuwe tabel. Deze tabel is de opvolger van Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; 1899-2019. Zie paragraaf 3.
De volgende wijzigingen ten opzichte van de stopgezette tabel zijn doorgevoerd:
- De onderliggende onderwerpenmap met betrekking tot migratieachtergrond zijn vervangen door ‘Geboren in Nederland’ en ‘Geboren buiten Nederland’;
- De herkomstlanden Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan en Turkije zijn toegewezen aan werelddeel Azië (was Europa);
- De cijfers zijn aangevuld tot en met 2022 (bevolkingsontwikkeling) en 2023 (bevolking op 1 januari).

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
De cijfers over de bevolkingsontwikkeling van 2023 en de bevolking per 1 januari 2024 worden in het derde kwartaal van 2024 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Van 1960 tot 1988 cijfers per 31 december, van 1988 tot 1995 cijfers halverwege het jaar, vanaf 1995 cijfers per 1 januari.

Trendbreuk
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode wordt voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt.
De uitkomsten op basis van de nieuwe productiemethode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verschuiving betreft het aantal overige huishoudens dat lager uitvalt.
Het aantal personen in institutionele huishoudens ligt op 1 januari 2011 12 duizend hoger dan op 1 januari 2010. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door verbeteringen in de methode van waarneming.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Kinderen in huishouden
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Van 1960 tot 1981 kinderen van de referentiepersoon van het huishouden.
Vanaf 1981 kinderen van de referentiepersoon van het huishouden en kinderen van de vaste partner van de referentiepersoon van het huishouden.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.

Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald. Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt: de oudste meerderjarige vrouw.
Bevolkingsontwikkeling
Verandering van de omvang van de bevolking.

Trendbreuk nagekomen berichten
Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kind:
Kind dat na geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.

Voor de jaren 1900 tot 1925: levend aangegeven kinderen.

Lesbisch ouderschap:
Op 1 april 2014 is de wet lesbisch ouderschap in werking getreden. Sindsdien kan de vrouwelijke partner van de biologische moeder (‘duomoeder’) juridisch ouder worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke adoptieprocedure nodig is. In de Basisregistratie personen worden voor kinderen die op of na de genoemde datum zijn geboren, over beide moeders dezelfde gegevens vastgelegd. Het CBS kan niet bepalen wie van beide moeders de biologische moeder is. Om toch de leeftijd van de moeder en andere kenmerken van de moeder, zoals herkomst en kindertal te bepalen, wordt willekeurig één van de twee ouders als moeder beschouwd.
Lesbisch ouderschap komt voor in minder dan 0,5 % van alle geboorten.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kind:
Kind dat na de geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Voor de jaren 1900 tot 1925 levend aangegeven kinderen.

Trendbreuk nagekomen berichten
Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld.

Lesbisch ouderschap:
Op 1 april 2014 is de wet lesbisch ouderschap in werking getreden. Sindsdien kan de vrouwelijke partner van de biologische moeder (‘duomoeder’) juridisch ouder worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke adoptieprocedure nodig is. In de Basisregistratie personen worden voor kinderen die op of na de genoemde datum zijn geboren, over beide moeders dezelfde gegevens vastgelegd. Het CBS kan niet bepalen wie van beide moeders de biologische moeder is. Om toch de leeftijd van de moeder en andere kenmerken van de moeder, zoals herkomst en kindertal te bepalen, wordt willekeurig één van de twee ouders als moeder beschouwd.
Lesbisch ouderschap komt voor in minder dan 0,5 % van alle geboorten.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kinderen, relatief
Levend geboren kinderen per duizend van de gemiddelde bevolking.
Geslachtsverhouding
Levend geboren jongetjes per 1 000 levend geboren meisjes.
Gemiddeld kindertal per vrouw
De jaren 1900 tot 1936 bevatten geschatte cijfers.
Door een wijziging in de gebruikte leeftijdsdefinitie is in de reeks een lichte trendbreuk waarneembaar. Tot en met 1949 is de leeftijd bepaald op de laatste verjaardag en vanaf 1950 als het verschil tussen geboortejaar van de moeder en het geboortejaar van het kind (leeftijd op 31 december).

Gemiddeld kindertal per vrouw:
Dit cijfer kan worden opgevat als het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt indien de in een bepaald jaar waargenomen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers gedurende haar leven zouden gelden.

Leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer:
Levend geboren kinderen die uit vrouwen in een bepaalde leeftijdsgroep in een bepaald jaar worden geboren gedeeld door het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijdsgroep in dat jaar.

Leeftijd van de moeder, relatief
Levend geboren kinderen naar leeftijd van de moeder per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijdsgroep.

Trendbreuk
Door een wijziging in de gebruikte leeftijdsdefinitie is in de reeks een lichte trendbreuk waarneembaar. Tot en met 1949 is de leeftijd bepaald op de laatste verjaardag en vanaf 1950 als het verschil tussen het geboortejaar van de moeder en het geboortejaar van het kind (leeftijd op 31 december).
Totaal levend geboren kinderen
Tot en met 1949: Levend geboren kinderen per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen van 15 tot 45 jaar.
Vanaf 1950: Levend geboren kinderen per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen van 15 tot 50 jaar.
Volgorde geboorte uit de moeder, rel...
Volgorde geboorte uit de moeder, relatief

Volgorde van geboorte uit de moeder:
De positie van het kind in de rangorde van levendgeboren kinderen uit de moeder.
Voor de jaren 1939-1949 is, wegens het ontbreken van deze gegevens, rangnummer uit het huwelijk gebruikt.
1e kind
Levend geboren eerste kinderen (uit de moeder) per honderd van het totaal aantal levend geboren kinderen.
2e kind
Levend geboren tweede kinderen (uit de moeder) per honderd van het aantal levend geboren kinderen.
3e kind
Levend geboren derde kinderen (uit de moeder) per honderd van het aantal levend geboren kinderen.
4e en volgend kind
Levend geboren vierde of volgende kinderen (uit de moeder) per honderd van het totaal aantal levend geboren kinderen.
Levend geboren kinderen: moeder niet-...
Levend geboren kinderen uit niet-gehuwde moeders per honderd levend geboren kinderen.

Levend geboren kinderen waarbij de moeder op het moment van de geboorte ongehuwd, verweduwd of gescheiden is.
Uitzondering is als de moeder gehuwd is geweest en het huwelijk korter dan 306 dagen vóór de geboorte van het kind is ontbonden door het overlijden van haar echtgenoot. In dat geval wordt het kind geteld bij de gehuwde moeders.