Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899

Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899

Perioden Bevolking op 1 januari Naar leeftijd Totaal bevolking (x 1 000) Bevolking op 1 januari Naar burgerlijke staat Totale bevolking (x 1 000) Bevolking op 1 januari Naar landsdeel Totaal bevolking (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking Totaal bevolking (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking In gemeenten met < 5 000 inwoners (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking In gemeenten met 5 000 tot 20 000 inw... (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking In gemeenten met 20 000 tot 50 000 inw.. (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking In gemeenten met 50 000 tot 100 000 in.. (x 1 000) Bevolking op 1 januari Grootte klasse van gemeenten Bevolking In gemeenten met 100 000 of meer inw... (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Levend geboren kinderen (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Overledenen (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Geboorteoverschot (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Immigratie (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Emigratie inclusief administratieve c... (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Migratiesaldo inclusief administrati... (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Totale bevolkingsgroei (x 1 000) Bevolkingsontwikkeling Totale bevolkingsgroei, relatief (per 100 inwoners op 1 januari) Levend geboren kinderen Leeftijd van de moeder, relatief Totaal levend geboren kinderen (per 1 000 vrouwen van 15 tot 50 jaar) Levend geboren kinderen Leeftijd van de moeder, relatief Jonger dan 20 jaar (per 1 000 vrouwen van 15 tot 20 jaar) Levend geboren kinderen Leeftijd van de moeder, relatief 20 tot 25 jaar (per 1 000 vrouwen van 20 tot 25 jaar) Levend geboren kinderen Leeftijd van de moeder, relatief 25 tot 30 jaar (per 1 000 vrouwen van 25 tot 30 jaar) Levend geboren kinderen Leeftijd van de moeder, relatief 30 jaar of ouder (per 1 000 vrouwen van 30 tot 50 jaar) Huwelijksontbinding Door overlijden van de man, relatief (per 1 000 echtparen) Huwelijksontbinding Door overlijden van de vrouw, relatief (per 1 000 echtparen) Wijziging van nationaliteit Saldo wijzigingen van nationaliteit (x 1 000) Wijziging van nationaliteit Naturalisatie (x 1 000) Wijziging van nationaliteit Naturalisatie, relatief (per 1 000 niet-Nederlanders)
2023 17.811 17.811 17.811 17.811 13 885 5.997 4.160 6.757
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de belangrijkste kerncijfers over de bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling in Nederland.

In de tabel worden de volgende gegevens onderscheiden:
- Bevolking;
- Particuliere huishoudens;
- Levend geboren kinderen;
- Sterfte;
- Verhuisde personen;
- Huwelijkssluiting;
- Huwelijksontbinding;
- Wijziging van nationaliteit.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1899
Cijfers over de bevolking naar herkomst zijn vooralsnog alleen beschikbaar vanaf 2022. Eerdere perioden zulle op een later moment worden toegevoegd aan de tabel.

Status van de cijfers:
Alle cijfers in de tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 15 december 2023:
Geen, dit is een nieuwe tabel. Deze tabel is de opvolger van Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; 1899-2019. Zie paragraaf 3.
De volgende wijzigingen ten opzichte van de stopgezette tabel zijn doorgevoerd:
- De onderliggende onderwerpenmap met betrekking tot migratieachtergrond zijn vervangen door ‘Geboren in Nederland’ en ‘Geboren buiten Nederland’;
- De herkomstlanden Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan en Turkije zijn toegewezen aan werelddeel Azië (was Europa);
- De cijfers zijn aangevuld tot en met 2022 (bevolkingsontwikkeling) en 2023 (bevolking op 1 januari).

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
De cijfers over de bevolkingsontwikkeling van 2023 en de bevolking per 1 januari 2024 worden in het derde kwartaal van 2024 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Bevolking op 1 januari
Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Naar leeftijd
Voor de jaren 1900, 1910, 1921 en 1931 zijn de gegevens ontleend aan de resultaten van de op 31 december 1899, 1909, 1920 en 1930 gehouden Volkstellingen.

Leeftijd:
Het aantal gehele jaren dat op 1 januari van het jaar van waarneming is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon.
Te berekenen als jaar van waarneming minus één, min het geboortejaar van de persoon.
Totaal bevolking
Naar burgerlijke staat
Voor de jaren 1900, 1910, 1921 en 1931 zijn de gegevens ontleend aan de resultaten van de op 31 december 1899, 1909, 1920 en 1930 gehouden Volkstellingen.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten
beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze
statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap.

Geregistreerd partnerschap:
Een op het huwelijk lijkende relatie tussen twee personen van gelijk of van verschillend geslacht, vastgelegd in een akte van de Burgerlijke Stand. Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd.

Huwelijk:
Wettelijke verbintenis tot het samenleven van twee personen. Sinds april 2001 staat het huwelijk ook open voor personen van hetzelfde geslacht.
Totale bevolking
Naar landsdeel
Landsdeel:
Regionale groepering van provincies. Nederland telt 4 landsdelen.
Totaal bevolking
Inclusief Centraal persoonsregister (1936 tot 1995), het openbaar lichaam 'de Noordoostelijke polder' (1943 tot 1963), 'de Zuidelijke IJsselmeerpolders' (sinds 1956), de niet provinciaal ingedeelde gemeenten Dronten (1972 tot 1986), Lelystad (1980 tot 1986), Almere en Zeewolde (1984 tot 1986).

Centraal persoonsregister:
Register waarin een beperkt aantal inwoners van Nederland was ingeschreven. Het betrof personen die behoorden tot de bevolking van Nederland, maar aan wie geen vaste woongemeente kon worden toegewezen.
Het centraal persoonsregister werd bijgehouden door de toenmalige Rijksinspectie van de bevolkingsregisters. Sinds 1 oktober 1994 zijn deze personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
Grootte klasse van gemeenten
De gemeenten zijn op grond van hun bevolkingsaantal in klassen ingedeeld.
De jaren 1900 tot 1910 zijn gegroepeerd naar het inwonertal op 31 december 1899, de jaren 1910-1920 op 31 december 1909, 1921-1930 op 31 december 1920, de jaren 1931-1939 op 31 december 1930. De overige jaren zijn gegroepeerd naar het inwonertal van het waarnemingsjaar.
Bevolking
Bevolking naar grootteklasse van gemeenten.
Totaal bevolking
Inclusief Centraal persoonsregister (1936 tot 1995).

Centraal persoonsregister:
Register waarin een beperkt aantal inwoners van Nederland was ingeschreven. Het betrof personen die behoorden tot de bevolking van Nederland, maar aan wie geen vaste woongemeente kon worden toegewezen.
Het centraal persoonsregister werd bijgehouden door de toenmalige Rijksinspectie van de bevolkingsregisters. Sinds 1 oktober 1994 zijn deze personen ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In gemeenten met < 5 000 inwoners
Bevolking in gemeenten met minder dan 5 000 inwoners.
In gemeenten met 5 000 tot 20 000 inw...
Bevolking in gemeenten met 5 000 tot 20 000 inwoners.
In gemeenten met 20 000 tot 50 000 inw..
Bevolking in gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners.
Voor de jaren 1901 tot 1910 zijn de gegevens berekend met behulp van de verhouding in het jaar 1900.
In gemeenten met 50 000 tot 100 000 in..
Bevolking in gemeenten met 50 000 tot 100 000 inwoners.
Voor de jaren 1901 tot 1910 zijn de gegevens berekend met behulp van de verhouding in het jaar 1900.
In gemeenten met 100 000 of meer inw...
Bevolking in gemeenten met 100 000 of meer inwoners.
Bevolkingsontwikkeling
Verandering van de omvang van de bevolking.

Trendbreuk nagekomen berichten
Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kind:
Kind dat na geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.

Voor de jaren 1900 tot 1925: levend aangegeven kinderen.

Lesbisch ouderschap:
Op 1 april 2014 is de wet lesbisch ouderschap in werking getreden. Sindsdien kan de vrouwelijke partner van de biologische moeder (‘duomoeder’) juridisch ouder worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke adoptieprocedure nodig is. In de Basisregistratie personen worden voor kinderen die op of na de genoemde datum zijn geboren, over beide moeders dezelfde gegevens vastgelegd. Het CBS kan niet bepalen wie van beide moeders de biologische moeder is. Om toch de leeftijd van de moeder en andere kenmerken van de moeder, zoals herkomst en kindertal te bepalen, wordt willekeurig één van de twee ouders als moeder beschouwd.
Lesbisch ouderschap komt voor in minder dan 0,5 % van alle geboorten.
Overledenen
Overledene:
Persoon die is overleden waarbij een bevoegde arts een overlijdensakte heeft ondertekend.

Voor de jaren 1900 tot 1925 exclusief de vóór de geboorteaangifte overleden levendgeboren kinderen.
Voor de periode 1940 tot 1946 exclusief de sterfgevallen van ca. 104 duizend gedeporteerde Joden en ca. 39 duizend gedeporteerde politieke gevangenen, tewerkgestelden en militairen in Duitse krijgsdienst.
Geboorteoverschot
Het aantal levend geboren kinderen min het aantal overledenen.

Levend geboren kind:
Kind dat na geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Voor de jaren 1900 tot 1925: levend aangegeven kinderen.

Overledene:
Persoon die is overleden waarbij een bevoegde arts een overlijdensakte heeft ondertekend.
Voor de jaren 1900 tot 1925 exclusief de vóór de geboorteaangifte overleden levendgeboren kinderen.
Voor de periode 1940 tot 1946 exclusief de sterfgevallen van ca. 104 duizend gedeporteerde Joden en ca. 39 duizend gedeporteerde politieke gevangenen, tewerkgestelden en militairen in Duitse krijgsdienst.
Immigratie
Vestiging van personen vanuit het buitenland in Nederland.
Om als immigrant te kunnen worden geteld dienen deze personen ingeschreven te worden in de gemeentelijke bevolkingsregisters.
Tot en met september 1994: een aantal speciale gevallen uitgezonderd, vond opneming voor een persoon met de Nederlandse nationaliteit plaats als deze zich voor langer dan 30 dagen dacht te vestigen en voor een persoon met een niet-Nederlandse nationaliteit als de verwachte vestigingsduur de 180 dagen overschreed.
Vanaf oktober 1994: men wordt ingeschreven als men verwacht minimaal vier maanden in Nederland te blijven.

Trendbreuk
Door een verbetering in het productieproces vindt er een kleine verschuiving plaats in de cijfers van de buitenlandse migratie. Met ingang van 2010 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- administratieve opnemingen die voorafgegaan worden door emigratie worden nu beschouwd als immigratie;
- administratieve afvoeringen die gevolgd worden door immigratie worden nu beschouwd als emigratie.
Door de verbetering in het produktieoproces is het saldo overige correcties sterk verminderd vanaf 2010.
Emigratie inclusief administratieve c...
Emigratie inclusief het saldo van de administratieve correcties.

Cijfers over emigratie inclusief het saldo van de administratieve correcties geven een beter beeld van de werkelijke emigratie dan cijfersover emigratie exclusief deze correcties.

Trendbreuk buitenlandse migratie
Door een verbetering in het productieproces vindt er een kleine verschuiving plaats in de cijfers van de buitenlandse migratie. Met ingang van 2010 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- administratieve opnemingen die voorafgegaan worden door emigratie worden nu beschouwd als immigratie;
- administratieve afvoeringen die gevolgd worden door immigratie worden nu beschouwd als emigratie.
Door de verbetering in het produktieoproces is het saldo overige correcties sterk verminderd vanaf 2010.

Emigratie:
Vertrek van personen naar het buitenland.
Tot en met september 1994 werd men uit het bevolkingsregister afgevoerd wanneer men Nederland voor langer dan 360 dagen dacht te verlaten.
Met ingang van oktober 1994 geldt dat de verwachte verblijfsduur in het buitenland ten minste acht maanden bedraagt. Het gaat hier steeds om de aan de gemeente gemelde emigratie.
Voor de periode 1940 tot 1946: inclusief ca. 104 duizend gedeporteerde Joden en ca. 39 duizend gedeporteerde politieke gevangenen, tewerkgestelden en militairen in Duitse krijgsdienst, die in genoemde periode in het buitenland zijn overleden.

Administratieve correctie:
Opneming in of afvoering uit het gemeentelijke bevolkingsregister van een persoon, die niet het gevolg is van geboorte, sterfte, vestiging, vertrek of gemeentegrenswijziging.
Administratieve correcties zijn meestal het gevolg van niet aan de gemeente gemelde emigratie.
Migratiesaldo inclusief administrati...
Migratiesaldo inclusief het saldo van de administratieve correcties
Het aantal gevestigde personen uit het buitenland min het aantal vertrokken personen naar het buitenland, inclusief het saldo van de administratieve correcties.

Cijfers over het migratiesaldo inclusief het saldo van de administratieve correcties geven een beter beeld van het werkelijke migratiesaldo dan cijfers over het migratiesaldo exclusief deze correcties.

Trendbreuk buitenlandse migratie
Door een verbetering in het productieproces vindt er een kleine verschuiving plaats in de cijfers van de buitenlandse migratie. Met ingang van 2010 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- administratieve opnemingen die voorafgegaan worden door emigratie worden nu beschouwd als immigratie;
- administratieve afvoeringen die gevolgd worden door immigratie worden nu beschouwd als emigratie.
Door de verbetering in het productieproces is het saldo overige correcties sterk verminderd vanaf 2010.

Administratieve correctie:
Opneming in of afvoering uit het gemeentelijke bevolkingsregister van een persoon, die niet het gevolg is van geboorte, sterfte, vestiging, vertrek of gemeentegrenswijziging.
Administratieve correcties zijn meestal het gevolg van niet aan de gemeente gemelde emigratie.
Totale bevolkingsgroei
Bevolkingsgroei:
De toe- of afname van de bevolking.
Inclusief administratieve correcties en overige correcties.

1920 en 1930: exclusief de op grond van de Volkstellingen op 31 december van deze jaren noodzakelijk gebleken correcties van het bevolkingscijfer (respectievelijk -61 duizend en -17 duizend). Deze aantallen kunnen worden beschouwd als het saldo van niet-geregistreerde buitenlandse migratie sinds de vorige volkstelling.
1946 tot 1949: inclusief de correcties ten gevolge van de reconstructie van de bevolkingsregisters na de Tweede Wereldoorlog en op grond van de uitkomsten van de Volkstelling van 31 mei 1947.
1949: inclusief de opneming van 10 duizend personen ten gevolge van de grenscorrecties met Duitsland op 23 april.
1958: inclusief 18 duizend in woonoorden verblijvende Ambonezen, die in de laatste twee maanden van 1958 in de gemeentelijke bevolkingsregisters zijn opgenomen.
1960: inclusief correcties op grond van de registercontrole bij de Volkstelling van 31 mei 1960.
1963: na aftrek van 10 duizend personen, die ten gevolge van het Nederland-Duits grensverdrag op 1 augustus 1963 zijn overgegaan naar de Bondsrepubliek Duitsland.
1971: inclusief correcties op grond van de registercontrole bij de Volkstelling van 28 februari 1971.

Administratieve correctie:
Opneming in of afvoering uit het gemeentelijke bevolkingsregister van een persoon, die niet het gevolg is van geboorte, sterfte, vestiging, vertrek of gemeentegrenswijziging.
Administratieve correcties zijn meestal het gevolg van niet aan de gemeente gemelde emigratie.

Overige correcties:
Verschillen in de bevolkingsomvang en samenstelling tussen twee opeenvolgende jaren die niet kunnen worden verklaard uit de door de gemeenten gedurende het jaar doorgevoerde wijzigingen in de bevolkingsregisters.
Totale bevolkingsgroei, relatief
Totale bevolkingsgroei per honderd van de bevolking op 1 januari.
Inclusief administratieve correcties en overige correcties.
1920 en 1930: exclusief de op grond van de Volkstellingen op 31 december van deze jaren noodzakelijk gebleken correcties van het bevolkingscijfer (respectievelijk -61 duizend en -17 duizend). Deze aantallen kunnen worden beschouwd als het saldo van niet-geregistreerde buitenlandse migratie sinds de vorige volkstelling.
1946 tot 1949: inclusief de correcties ten gevolge van de reconstructie van de bevolkingsregisters na de Tweede Wereldoorlog en op grond van de uitkomsten van de Volkstelling van 31 mei 1947.
1949: inclusief de opneming van 10 duizend personen ten gevolge van de grenscorrecties met Duitsland op 23 april.
1958: inclusief 18 duizend in woonoorden verblijvende Ambonezen, die in de laatste twee maanden van 1958 in de gemeentelijke bevolkingsregisters zijn opgenomen.
1960: inclusief correcties op grond van de registercontrole bij de Volkstelling van 31 mei 1960.
1963: na aftrek van 10 duizend personen, die ten gevolge van het Nederland-Duits grensverdrag op 1 augustus 1963 zijn overgegaan naar de Bondsrepubliek Duitsland.
1971: inclusief correcties op grond van de registercontrole bij de Volkstelling van 28 februari 1971.

Bevolkingsgroei:
De toe- of afname van de bevolking.

Administratieve correctie:
Opneming in of afvoering uit het gemeentelijke bevolkingsregister van een persoon, die niet het gevolg is van geboorte, sterfte, vestiging, vertrek of gemeentegrenswijziging.
Administratieve correcties zijn meestal het gevolg van niet aan de gemeente gemelde emigratie.

Overige correcties:
Verschillen in de bevolkingsomvang en samenstelling tussen twee opeenvolgende jaren die niet kunnen worden verklaard uit de door de gemeenten gedurende het jaar doorgevoerde wijzigingen in de bevolkingsregisters.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kind:
Kind dat na de geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Voor de jaren 1900 tot 1925 levend aangegeven kinderen.

Trendbreuk nagekomen berichten
Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld.

Lesbisch ouderschap:
Op 1 april 2014 is de wet lesbisch ouderschap in werking getreden. Sindsdien kan de vrouwelijke partner van de biologische moeder (‘duomoeder’) juridisch ouder worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke adoptieprocedure nodig is. In de Basisregistratie personen worden voor kinderen die op of na de genoemde datum zijn geboren, over beide moeders dezelfde gegevens vastgelegd. Het CBS kan niet bepalen wie van beide moeders de biologische moeder is. Om toch de leeftijd van de moeder en andere kenmerken van de moeder, zoals herkomst en kindertal te bepalen, wordt willekeurig één van de twee ouders als moeder beschouwd.
Lesbisch ouderschap komt voor in minder dan 0,5 % van alle geboorten.
Leeftijd van de moeder, relatief
Levend geboren kinderen naar leeftijd van de moeder per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijdsgroep.

Trendbreuk
Door een wijziging in de gebruikte leeftijdsdefinitie is in de reeks een lichte trendbreuk waarneembaar. Tot en met 1949 is de leeftijd bepaald op de laatste verjaardag en vanaf 1950 als het verschil tussen het geboortejaar van de moeder en het geboortejaar van het kind (leeftijd op 31 december).
Totaal levend geboren kinderen
Tot en met 1949: Levend geboren kinderen per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen van 15 tot 45 jaar.
Vanaf 1950: Levend geboren kinderen per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen van 15 tot 50 jaar.
Jonger dan 20 jaar
Levend geboren kinderen uit moeders van 15 tot 20 jaar per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd.
20 tot 25 jaar
Levend geboren kinderen uit moeders van 20 tot 25 jaar per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd.
25 tot 30 jaar
Levend geboren kinderen uit moeders van 25 tot 30 jaar per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd.
30 jaar of ouder
Levend geboren kinderen uit moeders van 30 jaar of ouder per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd (tot en met 1949: 30 tot 45 jaar, vanaf 1950: 30 tot 50 jaar).

Tot en met 1949: Levend geboren kinderen uit moeders van 30 tot 45 jaar per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd.
Vanaf 1950: Levend geboren kinderen uit moeders van 30 jaar tot 50 jaar per duizend van het gemiddeld aantal vrouwen in die leeftijd.
Huwelijksontbinding
Beëindiging van het huwelijk door overlijden of echtscheiding.
Exclusief beëindigingen van geregistreerde partnerschappen.

Echtscheiding:
Ontbinding van het huwelijk door een beschikking van de rechter.
Voor de periode tot en met september 1994 ging het om alle beschikkingen door een Nederlandse rechter, ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Het maakte daarbij niet uit of de bij die echtscheiding betrokken personen al dan niet inwoners van Nederland waren.
Vanaf oktober 1994 gaat het om de echtscheidingen waarvan ten minste één van de partners staat ingeschreven in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. Het maakt hierbij niet uit of de echtscheiding al dan niet door een Nederlandse rechter is uitgesproken.
Een echtscheidingsbeschikking wordt ingeschreven in het echtscheidingsregister van de gemeente van huwelijkssluiting. Huwelijken die in het buitenland zijn gesloten en in Nederland zijn geregistreerd kunnen in Nederland worden ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in het echtscheidingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.

Geregistreerd partnerschap:
Een op het huwelijk lijkende relatie tussen twee personen van gelijk of van verschillend geslacht, vastgelegd in een akte van de Burgerlijke Stand.
Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd.

Huwelijk:
Wettelijke verbintenis tot het samenleven van twee personen.
Sinds april 2001 staat het huwelijk ook open voor personen van hetzelfde geslacht.
Door overlijden van de man, relatief
Huwelijksontbindingen door overlijden van gehuwde mannen per duizend van het gemiddeld aantal echtparen (gehuwde mannen).
Voor de jaren 1900 tot 1947 is het aantal gehuwde mannen berekend met behulp van de resultaten van de Volkstellingen van 31 december 1899, 1909, 1920, 1930 en 31 mei 1947.
Door overlijden van de vrouw, relatief
Huwelijksontbindingen door overlijden van gehuwde vrouwen per duizend van het gemiddeld aantal echtparen (gehuwde mannen).
Voor de jaren 1900 tot 1947 is het aantal gehuwde mannen berekend met behulp van de resultaten van de Volkstellingen van 31 december 1899, 1909, 1920, 1930 en 31 mei 1947.
Wijziging van nationaliteit
Verandering van de nationaliteit (staatsburgerschap).

Voor de jaren 1946 tot 1985 conform de bepalingen van de Wet op het Nederlanderschap en ingezetenschap van 12 december 1892, Staatsblad 268.
Voor de jaren 1946 tot 1977 alleen naturalisaties.
Vanaf 1977 en volgende is dit uitgebreid met wijzigingen van nationaliteit als gevolg van andere regelingen zoals de toescheidingsovereenkomst met Suriname en de wijzigingen van nationaliteit door huwelijk en adoptie.
Vanaf 1985 conform de met ingang van 1 januari 1985 van kracht geworden bepalingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap van 19 december 1984, Staatsblad 628.
Saldo wijzigingen van nationaliteit
In Nederland wonende personen die de Nederlandse nationaliteit hebben gekregen (anders dan door geboorte) min de in Nederland wonende personen die de Nederlandse nationaliteit hebben verloren (anders dan door sterfte).
Naturalisatie
De naturalisaties van 1946 tot 1977 zijn inclusief die van de in het buitenland woonachtige personen.
De naturalisaties vanaf 1977 zijn alleen van in Nederland woonachtige personen.

Naturalisatie bij Koninklijk Besluit:
Verlening van het Nederlanderschap vindt plaats door middel van zelfstandige- of medenaturalisatie.

Zelfstandige naturalisatie:
Het Nederlanderschap kan worden verleend aan niet-Nederlanders die daarom vragen en meerderjarig zijn. Er mogen geen bedenkingen bestaan tegen het verblijf voor onbepaalde tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba. De verzoeker moet tenminste vijf jaren onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba wonen. Verzoeker moet als ingeburgerd worden beschouwd in de Nederlandse, de Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving. Hetgeen onder andere blijkt uit een redelijke kennis van de Nederlandse taal en de opname in de Nederlandse, de Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving. Sinds 1 april 2003 wordt dit bepaald door middel van het afnemen van een naturalisatietoets (Besluit naturalisatietoets van 15 april 2002, in werking getreden op 1 april 2003). De toets sluit aan bij niveau 2 van de inburgeringstoets die wordt gebruikt in de Wet Inburgering Nieuwkomers. De toets kent een mondeling en schriftelijk deel. Wie al een inburgeringstraject op niveau 2 of hoger heeft afgelegd, en wie een ruime Nederlandse schoolervaring heeft, is van de toets vrijgesteld. Op de woonplaatstermijn van vijf jaar bestaat een aantal uitzonderingen. Zo geldt bijvoorbeeld deze termijn niet voor aanvragers die ooit de Nederlandse nationaliteit hebben gehad en is deze termijn slechts drie jaar voor aanvragers die gehuwd zijn met een Nederlander of een andere duurzame relatie met een Nederlander hebben.
Een naturalisatieverzoek wordt onder meer afgewezen als ernstige vermoedens bestaan dat de aanvrager gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden, de volksgezondheid of de veiligheid van het Koninkrijk. Toch bestaan er mogelijkheden voor naturalisatie wanneer aan bepaalde voorwaarden niet is voldaan. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet de bedoeling is om uitzonderingen op grote schaal mogelijk te maken. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden.

Medenaturalisatie:
Minderjarige kinderen die delen in de naturalisatie van de ouder(s).
Hierbij geldt dat een minderjarige die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt inspraak heeft. Wil het kind niet worden genaturaliseerd, dan zal dat ook niet gebeuren.
Naturalisatie, relatief
Naturalisaties bij Koninklijk Besluit per duizend van het gemiddeld aantal niet-Nederlanders.
De naturalisaties van 1946-1976 zijn inclusief die van de in het buitenland woonachtige personen. De naturalisaties vanaf 1977 zijn alleen van in Nederland woonachtige personen.

Naturalisatie bij Koninklijk Besluit:
Verlening van het Nederlanderschap vindt plaats door middel van zelfstandige- of medenaturalisatie.

Zelfstandige naturalisatie:
Het Nederlanderschap kan worden verleend aan niet-Nederlanders die daarom vragen en meerderjarig zijn. Er mogen geen bedenkingen bestaan tegen het verblijf voor onbepaalde tijd in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba. De verzoeker moet tenminste vijf jaren onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba wonen. Verzoeker moet als ingeburgerd worden beschouwd in de Nederlandse, de Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving. Hetgeen onder andere blijkt uit een redelijke kennis van de Nederlandse taal en de opname in de Nederlandse, de Nederlands-Antilliaanse of Arubaanse samenleving. Sinds 1 april 2003 wordt dit bepaald door middel van het afnemen van een naturalisatietoets (Besluit naturalisatietoets van 15 april 2002, in werking getreden op 1 april 2003). De toets sluit aan bij niveau 2 van de inburgeringstoets die wordt gebruikt in de Wet Inburgering Nieuwkomers. De toets kent een mondeling en schriftelijk deel. Wie al een inburgeringstraject op niveau 2 of hoger heeft afgelegd, en wie een ruime Nederlandse schoolervaring heeft, is van de toets vrijgesteld. Op de woonplaatstermijn van vijf jaar bestaat een aantal uitzonderingen. Zo geldt bijvoorbeeld deze termijn niet voor aanvragers die ooit de Nederlandse nationaliteit hebben gehad en is deze termijn slechts drie jaar voor aanvragers die gehuwd zijn met een Nederlander of een andere duurzame relatie met een Nederlander hebben.
Een naturalisatieverzoek wordt onder meer afgewezen als ernstige vermoedens bestaan dat de aanvrager gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden, de volksgezondheid of de veiligheid van het Koninkrijk. Toch bestaan er mogelijkheden voor naturalisatie wanneer aan bepaalde voorwaarden niet is voldaan. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet de bedoeling is om uitzonderingen op grote schaal mogelijk te maken. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden.

Medenaturalisatie:
Minderjarige kinderen die delen in de naturalisatie van de ouder(s).
Hierbij geldt dat een minderjarige die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt inspraak heeft. Wil het kind niet worden genaturaliseerd, dan zal dat ook niet gebeuren.

Niet-Nederlander:
Persoon die niet de Nederlandse nationaliteit bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld.
Niet inbegrepen zijn:
- niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen die in Nederland wonen;
- asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang in Nederland verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.

NAVO:
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.