Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Perioden Regio's Inwoners stedelijk en landelijk gebied Totaal stedelijk gebied (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Zeer sterk stedelijk (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Sterk stedelijk (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Matig stedelijk (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Totaal landelijk gebied (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Weinig stedelijk (aantal) Inwoners stedelijk en landelijk gebied Niet stedelijk (aantal) Vastgoed Belastingcapaciteit woningen (mln euro) Vastgoed Belastingcapaciteit niet-woningen (mln euro) Vastgoed Amendement De Pater (mln euro) Inwoners met hoge zorgkosten (aantal) Omgevingsadressendichtheid (per km²) Regionaal klantenpotentieel (aantal)
Voorlopig 2025 Nederland 9.065.340 4.615.370 4.449.960 2.983.070 5.894.540 2.957.460 2.937.080 3.310.137 545.883 19.449 2.077
Voorlopig 2026 Nederland 9.151.530 4.679.830 4.471.700 3.008.800 5.883.690 2.957.670 2.926.020 2.088
Voorlopig 2025 Utrecht (PV) 824.450 379.290 445.160 248.470 327.130 204.100 123.040 297.164 39.420 993 2.099
Voorlopig 2026 Utrecht (PV) 833.880 383.090 450.800 250.360 324.900 201.690 123.210 2.114
Voorlopig 2025 Almere 140.290 12.610 127.680 49.040 37.170 22.680 14.500 37.634 4.764 95 1.639 295.980
Voorlopig 2026 Almere 141.650 15.410 126.240 49.250 38.670 22.930 15.740 1.645 301.050
Voorlopig 2025 Diemen 27.680 18.650 9.030 4.800 500 430 80 7.564 975 9 2.878 4.750
Voorlopig 2026 Diemen 27.960 19.080 8.880 4.770 500 430 80 2.947 5.170
Voorlopig 2025 Emmen 13.930 0 13.930 28.770 66.650 27.000 39.640 13.362 2.187 89 868 118.870
Voorlopig 2026 Emmen 14.210 0 14.210 28.760 66.700 27.000 39.700 869 119.170
Voorlopig 2025 Goirle 8.690 0 8.690 6.800 8.840 5.500 3.340 4.773 395 25 1.209 5.290
Voorlopig 2026 Goirle 8.750 0 8.750 7.130 8.590 5.200 3.390 1.224 5.340
Voorlopig 2025 Gouda 63.790 36.540 27.250 7.370 4.590 3.960 640 12.645 1.551 75 2.591 69.390
Voorlopig 2026 Gouda 64.290 38.070 26.220 7.530 4.690 4.300 390 2.617 70.350
Voorlopig 2025 Harderwijk 24.280 4.000 20.280 17.970 7.140 3.490 3.660 8.916 1.308 33 1.623 48.680
Voorlopig 2026 Harderwijk 24.850 4.080 20.770 17.810 7.380 3.610 3.770 1.628 49.680
Voorlopig 2025 Kampen 24.650 4.190 20.460 14.620 16.910 8.380 8.530 8.524 1.429 110 1.473 66.550
Voorlopig 2026 Kampen 24.920 4.220 20.700 14.570 17.050 8.490 8.560 1.484 67.120
Voorlopig 2025 Leeuwarden 72.560 51.070 21.490 14.390 41.860 20.300 21.570 17.345 3.220 105 2.241 220.560
Voorlopig 2026 Leeuwarden 73.420 51.530 21.880 14.600 41.960 20.470 21.490 2.248 222.510
Voorlopig 2025 Leiden 128.400 107.270 21.130 1.540 160 50 110 26.806 3.798 70 3.958 166.910
Voorlopig 2026 Leiden 128.910 107.380 21.520 1.540 190 60 120 3.994 167.710
Voorlopig 2025 Meerssen 0 0 0 830 17.740 10.140 7.610 3.151 199 15 619 4.340
Voorlopig 2026 Meerssen 0 0 0 830 17.630 10.030 7.600 618 4.250
Voorlopig 2025 Nieuwegein 52.010 17.950 34.060 9.960 4.000 3.920 80 12.035 2.120 2 2.025 50.750
Voorlopig 2026 Nieuwegein 54.530 20.810 33.720 8.120 4.140 4.060 80 2.079 51.760
Voorlopig 2025 Noord-Beveland 0 0 0 0 7.940 0 7.940 2.156 275 39 257 520
Voorlopig 2026 Noord-Beveland 0 0 0 0 8.050 0 8.050 259 510
Voorlopig 2025 Stadskanaal 3.860 0 3.860 6.300 21.860 9.820 12.040 4.082 512 60 844 28.730
Voorlopig 2026 Stadskanaal 3.860 0 3.860 6.400 21.780 9.770 12.010 844 28.710
Voorlopig 2025 Voorne aan Zee 25.810 2.340 23.470 15.680 32.810 20.600 12.220 13.592 1.435 56 1.189 30.790
Voorlopig 2026 Voorne aan Zee 25.850 2.360 23.490 15.720 32.960 20.630 12.330 1.187 30.680
Definitief 2025 Nederland 9.117.040 4.654.760 4.462.280 3.007.070 5.919.920 2.972.860 2.947.050 103.780 2.082
Definitief 2026 Nederland
Definitief 2025 Utrecht (PV) 832.150 380.480 451.660 249.250 327.750 204.370 123.380 7.450 2.103
Definitief 2026 Utrecht (PV)
Definitief 2025 Almere 141.650 13.560 128.090 49.250 38.670 22.930 15.740 990 1.644 300.480
Definitief 2026 Almere
Definitief 2025 Diemen 27.960 19.080 8.880 4.770 500 430 80 150 2.929 5.170
Definitief 2026 Diemen
Definitief 2025 Emmen 12.780 0 12.780 30.200 66.700 27.000 39.700 830 867 119.200
Definitief 2026 Emmen
Definitief 2025 Goirle 8.750 0 8.750 6.820 8.900 5.510 3.390 130 1.215 5.340
Definitief 2026 Goirle
Definitief 2025 Gouda 64.290 36.720 27.580 7.340 4.880 4.490 390 450 2.591 70.340
Definitief 2026 Gouda
Definitief 2025 Harderwijk 24.850 4.080 20.770 17.810 7.380 3.610 3.770 240 1.623 49.640
Definitief 2026 Harderwijk
Definitief 2025 Kampen 24.920 4.220 20.700 14.570 17.050 8.490 8.560 310 1.472 67.120
Definitief 2026 Kampen
Definitief 2025 Leeuwarden 73.420 49.970 23.450 14.600 41.960 20.470 21.490 780 2.247 222.480
Definitief 2026 Leeuwarden
Definitief 2025 Leiden 128.910 107.380 21.520 1.540 190 60 120 670 3.976 167.720
Definitief 2026 Leiden
Definitief 2025 Meerssen 0 0 0 830 17.630 10.030 7.600 120 620 4.250
Definitief 2026 Meerssen
Definitief 2025 Nieuwegein 53.550 18.270 35.280 9.100 4.140 4.060 80 400 2.030 51.740
Definitief 2026 Nieuwegein
Definitief 2025 Noord-Beveland 0 0 0 0 8.050 0 8.050 70 258 520
Definitief 2026 Noord-Beveland
Definitief 2025 Stadskanaal 3.860 0 3.860 6.400 21.780 9.770 12.010 290 844 28.710
Definitief 2026 Stadskanaal
Definitief 2025 Voorne aan Zee 25.850 2.360 23.490 15.720 32.960 20.630 12.330 470 1.186 30.690
Definitief 2026 Voorne aan Zee
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per december 2025
Definitieve cijfers 2023
-Belastingcapaciteit woningen
-Belastingcapaciteit niet-woningen
-Amendement De Pater

Definitieve cijfers 2025
-Land (Gf-Fvw)
-Water (Gf-Fvw)
-Bebouwing (Gf-Fvw)
-Bodemfactor
-Oeverlengte
-Inwoners met hoge zorgkosten

Voorlopige cijfers 2026
-Inwoners stedelijk en landelijk gebied
-Centrumfunctie (absoluut)
-Centrumfunctie (relatief)
-Woonkernen totaal
-Woonkernen met minimaal 500 adressen
-Omgevingsadressendichtheid
-Regionaal klantenpotentieel
-Land (Gf-Fvw)
-Water (Gf-Fvw)
-Bebouwing (Gf-Fvw)
-Bodemfactor
-Oeverlengte

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Inwoners stedelijk en landelijk gebied
Het aantal inwoners per regio ingedeeld naar vijf stedelijkheidsklassen.
De indeling naar stedelijkheidsklasse wordt afgeleid van de Omgevingsadressendichtheid (OAD) die wordt weergegeven in adressen per km².
De volgende klassen worden onderscheiden:
- Zeer sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer)
- Sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500)
- Matig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 000 tot 1 500)
- Weinig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1 000)
- Niet-stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 500).

Inwoners landelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen weinig stedelijk en niet stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 1 000).

Het aantal inwoners in het stedelijk gebied is met ingang van 2012 geen onderdeel meer van de uitkeringen uit het Provinciefonds. Inwoners stedelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen zeer sterk stedelijk en sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 of meer).
Inwoners in de klasse matig stedelijk worden niet tot landelijk of stedelijk gebied gerekend.


Definitieve cijfers
Met ingang van de cijfers over 2015 wordt de OAD per vierkant van 500 meter bij 500 meter berekend naar de BAG van 1 januari, waarbij aan alle in gebruik zijnde verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen een vierkant van 500 meter bij 500 meter is toegekend.
Inwoners per rastervierkant zijn afkomstig door alle personen van de Basis Registratie Personen per 1 januari van het peiljaar aan vierkanten toe te delen.

Voorlopige cijfers
Berekening wordt uitgevoerd in november van het voorgaand jaar.
De gemeentelijke indeling van het peiljaar is afgeleid van een herindeling en eventuele grootschalige opsplitsing van gemeenten van het voorgaande jaar. Kleinere grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Met ingang van 2015 wordt berekening van voorlopige cijfers van een peiljaar gebruik gemaakt van de BAG van 1 september van het voorgaand jaar voor afleiding van de stedelijkheidsklasse van het vierkant. De toedeling van aantallen inwoners naar stedelijkheidsklasse vindt plaats door gebruik te maken van definitieve bevolkingsaantallen per rastervierkant van 1 januari van het voorgaand jaar.
Totaal stedelijk gebied
Inwoners stedelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen zeer sterk stedelijk en sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 of meer adressen/km2).

Per regio op 1 januari (afgerond op10-tallen).
Zeer sterk stedelijk
Aantal inwoners in zeer sterk stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Sterk stedelijk
Aantal inwoners in sterk stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Matig stedelijk
Aantal inwoners in matig stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 1 000 tot 1 500 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Totaal landelijk gebied
Aantal inwoners in weinig stedelijk en niet stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 1 000 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Weinig stedelijk
Aantal inwoners in weinig stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1 000 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Niet stedelijk
Aantal inwoners in niet-stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid minder dan 500 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Vastgoed
De volgende cijfers zijn opgenomen;
- De voorraadcijfers uit de BAG, uitgesplitst naar woningen, woningen met logies en utiliteit (niet-woningen) met logies.
- De belastingcapaciteit van WOZ-objecten woningen en niet-woningen en de waardevermindering op de niet-woningen. Door nagekomen berichten van gemeenten kunnen deze cijfers ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Met ingang van 2024 wordt de belastingcapaciteit woningen en niet-woningen bepaald volgens een nieuw proces. In dit nieuwe proces blijft de wijze van berekening van de variabelen hetzelfde, maar worden de onderliggende, ontbrekende WOZ-waarden op verbeterde wijze ingeschat. Dit kan bij sommige gemeenten leiden tot grotere verschillen t.o.v. van voorgaande jaren, dan uitsluitend op basis van de waardeontwikkeling verwacht zou worden.




Belastingcapaciteit woningen
De belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de som van de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarden van de objecten waarover door de gemeente onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven. Woningen betreffen de onroerende zaken die tot woning dienen, bedoeld in artikel 220, onderdeel b, van de Gemeentewet.
In de belastingcapaciteit worden ook meegenomen de waarden van de objecten waarvan de gemeenten op vrijwillige basis vrijstelling van OZB verlenen.
Met ingang van 2008 worden onroerende goederen getaxeerd naar de waarde per 1 januari van het voorgaande jaar.

Belastingcapaciteit niet-woningen
De belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de som van de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarden van de objecten waarover door de gemeente onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven. Niet-woningen zijn de overige onroerende goederen waarin in hoofdzaak bedrijfsmatige activiteiten worden uitgevoerd. In de belastingcapaciteit worden ook meegenomen de waarden van de objecten waarvan de gemeenten op vrijwillige basis vrijstelling van OZB verlenen.
Met ingang van 2008 worden onroerende goederen getaxeerd naar de waarde per 1 januari van het voorgaande jaar.
Amendement De Pater
Het bedrag waarmee de belastingcapaciteit voor niet-woningen verminderd moet worden in verband met het buiten aanmerking laten van het woondeel bij gemengde panden.
Het amendement De Pater-van der Meer beoogt huishoudens met een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, te laten profiteren van de afschaffing van het gebruikersdeel op woningen, in het kader van de Wet 'Afschaffing gebruikersdeel OZB op woningen'.
Inwoners met hoge zorgkosten
Aantal inwoners met totale zorgkosten binnen de basisverzekering van meer dan 50.000 euro.

De Zorgverzekeringswet (Zvw) stelt een zorgverzekering (basisverzekering) verplicht voor iedereen die in Nederland woont of werkt.
Het aantal inwoners met hoge Zvw zorgkosten wordt gepubliceerd voor inwoners die een reguliere zorgverzekering hebben in Nederland.
Er zijn enkele kleine groepen uitgezonderd van deze verplichting, waarbij de zorgkosten op een andere wijze zijn verzekerd, zoals militairen, EU-ambtenaren, buitenlandse studenten en gedetineerden. Ook zijn er inwoners die geen Nederlandse zorgverzekering hoeven af te sluiten zoals gemoedsbezwaarden en in sommige gevallen inwoners die in Nederland wonen maar in het buitenland werken. Deze inwoners hebben daarmee geen reguliere Nederlandse zorgverzekering en komen dan ook niet voor in het zorgkostenbestand.

Zvw zorgkosten bevat alleen kosten voor zorg uit het basispakket (basisverzekering). De volgende kosten zijn hierbij niet meegenomen:
- zorgkosten die buiten de Zvw vallen en via een andere verzekering worden vergoed, bijvoorbeeld via een aanvullende verzekering;
- zorgkosten die niet onder de Zvw maar onder een ander wettelijk kader vallen, bijvoorbeeld Wlz, Wmo of Jeugdwet;
- zorgkosten die buiten de Zvw vallen en via eigen betalingen zijn voldaan.

De Zvw zorgkosten zijn inclusief de kosten die vanwege het verplicht of vrijwillig eigen risico uiteindelijk door de verzekerden zelf zijn betaald. Alleen indien de verzekerde zelf een rekening heeft ontvangen en deze niet heeft ingediend bij de verzekeraar, bijvoorbeeld omdat het eigen risico niet is bereikt, zijn de kosten niet in de cijfers opgenomen. Andere eigen betalingen zoals voor verzekerde zorg verleend door een niet door de verzekeraar gecontracteerde aanbieder of wettelijke eigen betalingen zoals bij een maximum aantal behandelingen of bijbetalingen per behandeling zijn niet in de cijfers opgenomen.

De gebruikte populatie bestaat uit inwoners die voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
- ze zijn gedurende het betreffende jaar tenminste 1 dag ingeschreven geweest in de Basisregistratie Personen (BRP);
- ze zijn verzekerd geweest voor de basisverzekering in het kader van de Zvw.

De kosten voor deze indicator voor de periode 2023 zijn gebaseerd op het bestand ‘Zvwzorgkosten’ over 2020, afkomstig van Vektis. De verzekerde personen zijn op basis van het laatst bekende woonadres in 2020 ingedeeld volgens de gemeente-indeling van 2023.
De kosten voor deze indicator voor de periode 2024 zijn gebaseerd op het bestand ‘Zvwzorgkosten’ over 2021, afkomstig van Vektis. De verzekerde personen zijn op basis van het laatst bekende woonadres in 2021 ingedeeld volgens de gemeente-indeling van 2024.

Het aantal inwoners is afgerond op tientallen.
Omgevingsadressendichtheid
Omgevingsadressendichtheid (OAD) in adressen / km².

De OAD is gedefinieerd als het gemiddeld aantal hoofdadressen dat een hoofdadres in zijn omgeving heeft. Als omgeving van een adres wordt een cirkel aangehouden met een straal van één kilometer rondom dat adres. De OAD wordt berekend per afzonderlijk vierkant van 500 meter bij 500 meter waarbij aan alle adressen in dat vierkant dezelfde OAD wordt toegekend.
Bij gemeentelijke en bovengemeentelijke indelingen is de adres gewogen OAD bepaald.

Met ingang van cijfers over 2015 wordt het adres gedefinieerd als het hoofdadres van verblijfplaatsen, de verzameling van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, volgens de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

Voor meer informatie over de OAD en zijn rol in de bepaling van de stedelijkheid van een gebied wordt verwezen naar het artikel: 'Een nieuwe maatstaf voor stedelijkheid: de omgevingsadressendichtheid' in de Maandstatistiek van de bevolking, jaargang 40, juli 1992, 14-27, CBS.

Definitieve cijfers
De OAD wordt berekend op basis van in gebruik zijnde verblijfplaatsen op 1 januari van het peiljaar.

Voorlopige cijfers
Deze worden afgeleid van in gebruik zijnde verblijfplaatsen in de BAG per 1 september van het jaar voorafgaand aan het peiljaar.
De gemeentelijke indeling van het peiljaar is afgeleid van een herindeling en, indien van toepassing, opsplitsing van gemeenten van het voorgaande jaar. Grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Regionaal klantenpotentieel
Cijfers over het aantal regionale klanten van de woonkernen van een gemeente volgens de methodiek in de periode 2001-2022. Deze cijfers worden afgeleid ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering.

Bij de berekeningen van het regionaal klantenpotentieel wordt uitgegaan van de woonkernen zoals in maatstaf 37 gedefinieerd, met dien verstande dat een kernvierkant dat op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt als behorend tot een woonkern voor ieder van deze gemeenten wordt beschouwd.
Voorafgaand aan de bepaling van het klantenpotentieel wordt eerst het zwaartepunt van ieder van de betrokken woonkernen bepaald. Het zwaartepunt van iedere woonkern wordt vastgelegd als een X- en een Y-coördinaat (in eenheden van 500 meter).

Deze coördinaten van de zwaartepunten worden in de berekening gebruikt om de onderlinge afstanden van woonkernen te bepalen. De afstanden tussen woonkernen is de loodrechte afstand in eenheden van 500 meter. De afstand van een woonkern(Fvw-Gf) tot zichzelf en de afstand tussen van twee woonkernen(Fvw-Gf) minder dan een kilometer wordt op één kilometer gesteld.
Vervolgens wordt het inwonertal van iedere woonkern binnen een gemeente bepaald. Inwoners van een gemeente die niet in een woonkern wonen, worden aan de woonkernen van een gemeente toegedeeld naar rato van hun inwonertal.

Als eerste stap in de berekening wordt voor iedere woonkern in Nederland het aantal inwoners volgens een formule opgesplitst in aantallen potentiële klanten voor alle woonkernen binnen een zoekstraal. Verondersteld is dat de regionale aantrekkingskracht van een kern recht evenredig toeneemt met het kwadraat van het aantal inwoners en afneemt met het kwadraat van de afstand tot die kern. Dit wordt berekend voor alle woonkernen binnen 60 kilometer van de woonkern.
Als tweede stap wordt per woonkern de aldus toegekende potentiële regionale klanten opgeteld. Het klantenpotentieel van een gemeente wordt verkregen door het aantal potentiële klanten van alle woonkernen binnen de gemeente te sommeren.
Het totaal aantal potentiële klanten in Nederland is gelijk aan het totaal aantal inwoners.

Deze berekeningen komen overeen met die voor de regionale Centrumfunctie maar verschilt in de bepaling van de locatie van het zwaartepunt en de berekening van de afstand.

Definitieve cijfers
Deze zijn afgeleid van het Basisregister Adressen en gebouwen (BAG) en Basis Register Personen van 1 januari van het peiljaar. Aan alle personen, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen is een vierkant van 500 bij 500 meter toegekend.

Voorlopige cijfers
Deze worden berekend in november van het voorgaand jaar en is gebaseerd op het aantal actieve verblijfplaatsen in de BAG per 1 september van het kalenderjaar voorafgaand aan het peiljaar en het aantal inwoners per 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand van het peiljaar. Gemeentelijke herindelingen die per 1 januari van het peiljaar ingaan worden toegepast. Grenscorrecties van gemeenten zijn op dat tijdstip nog niet verwerkt.