Kerncijfers wijken en buurten 2022

Kerncijfers wijken en buurten 2022

Wijken en buurten Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AO (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; WW (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AOW (aantal) Zorg Jongeren met jeugdzorg in natura (aantal)
Nederland 396.600 757.220 130.320 3.245.870 469.455
Aa en Hunze 330 1.100 170 6.480 625
Wijk 00 Annen 40 100 20 910 95
Annen 40 100 20 860 90
Verspreide huizen Annen 0 0 0 40 .
Wijk 01 Eext 20 40 10 300 30
Eext 20 30 10 250 30
Verspreide huizen Eext 0 10 0 60 .
Wijk 02 Anloo 10 20 0 90 10
Anloo 10 10 0 80 10
Verspreide huizen Anloo 0 0 0 10 .
Wijk 03 Gasteren 0 10 0 110 10
Gasteren 0 10 0 110 10
Verspreide huizen Gasteren . . . . .
Wijk 04 Anderen 0 10 0 60 .
Anderen 0 10 0 60 .
Verspreide huizen Anderen . . . . .
Wijk 05 Schipborg 10 10 0 210 15
Schipborg 10 10 0 190 15
Verspreide huizen Schipborg 0 0 0 20 .
Wijk 06 Eexterveen 0 10 0 70 10
Eexterveen 0 10 0 70 10
Verspreide huizen Eexterveen . . . . .
Wijk 07 Spijkerboor 0 0 0 30 .
Spijkerboor 0 0 0 30 .
Verspreide huizen Spijkerboor . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen 0 0 10 20 .
Nieuw-Annerveen 0 0 10 20 .
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen 0 10 0 30 .
Oud-Annerveen 0 10 0 30 .
Verspreide huizen Oud-Annerveen . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal 0 20 10 50 .
Annerveenschekanaal 0 20 10 50 .
Verspreide huizen Annerveenschekanaal . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 0 20 0 50 .
Eexterveenschekanaal 0 20 0 50 .
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal . . . . .
Wijk 13 Eexterzandvoort 0 0 0 30 .
Eexterzandvoort 0 0 0 30 .
Verspreide huizen Eexterzandvoort . . . . .
Wijk 14 Gasselte 20 60 10 560 30
Gasselte 10 40 10 460 30
Kostvlies 0 0 0 40 .
Verspreide huizen Gasselte 0 20 0 50 .
Wijk 15 Gasselternijveen 70 100 10 370 45
Gasselternijveen 70 100 10 360 45
Gasselterboerveen . . . . .
Verspreide huizen Gasselternijveen . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 10 50 10 130 30
Gasselternijveenschemond 10 50 10 120 25
Gasselterboerveenschemond . . . . .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond . . . . .
Wijk 17 Gieten 70 160 30 1.440 110
Gieten 70 160 30 1.390 110
Verspreide huizen Gieten 0 0 0 50 .
Wijk 18 Gieterveen 10 50 20 220 30
Gieterveen 10 20 10 100 20
Bonnerveen 0 0 0 20 .
Nieuwediep 0 10 0 50 .
Verspreide huizen Gieterveen 0 10 0 40 .
Wijk 19 Rolde 50 350 40 1.470 75
Rolde 50 150 30 1.240 55
Ballo 0 10 0 40 10
Nijlande 0 0 0 10 .
Deurze 0 0 0 20 .
Verspreide huizen Nooitgedacht 0 190 0 130 15
Verspreide huizen Rolde 0 10 0 30 .
Wijk 20 Grolloo 10 50 10 240 20
Grolloo 10 20 0 140 15
Schoonloo 0 10 0 40 .
Verspreide huizen Papenvoort 0 10 0 10 .
Verspreide huizen Grolloo 0 20 0 50 .
Wijk 21 Ekehaar 0 20 0 100 .
Ekehaar 0 20 0 60 .
Amen 0 0 0 10 .
Verspreide huizen Ekehaar 0 10 0 30 .
Aalsmeer 300 920 240 5.710 940
Wijk 00 Aalsmeer 150 380 100 3.020 290
Centrum 10 40 30 780 45
Stommeer 120 230 50 1.420 165
Hornmeer 20 90 20 640 60
Uiterweg 0 10 10 180 15
Wijk 01 Kudelstraat en Kalslagen 90 300 70 1.470 230
Kudelstaart 90 300 70 1.470 230
Wijk 02 Oosteinde 70 250 70 1.220 345
Bovenlanden 0 20 0 190 25
Greenpark 0 20 0 140 15
Oosteinde 70 210 60 810 295
Schinkelpolder 0 10 10 90 10
Aalten 310 1.250 130 5.820 720
Wijk 01 Buitengebied Aalten 10 100 20 730 75
Barlo-Kern 0 10 0 10 .
Verspreide huizen Barlo 0 10 0 80 10
Verspreide huizen Heurne 0 10 0 60 .
Verspreide huizen IJzerlo 0 10 0 80 15
IJzerlo-kern 0 0 0 30 .
Lintelo-kern 0 10 0 30 .
Verspreide huizen ten westen van Aalten 0 0 0 50 10
Verspreide huizen Lintelo 0 20 0 130 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2022.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per maart 2024
Aan de thema’s arbeid en opleidingsniveau zijn nieuwe cijfers toegevoegd. De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2020 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd. Het voornemen is om ook de cijfers voor 2019 in het tweede kwartaal van 2024 te corrigeren.

Wijzigingen per december 2023
De bestaande categorie "Gemiddeld elektriciteitsverbruik" is hernoemd tot "Gemiddelde elektriciteitslevering" binnen het thema Energie.
Binnen het thema regioaanduiding is de naam van de indicator “Indelingswijziging wijken en buurten” gewijzigd in “Indelingswijziging gemeente, wijk, buurt”. Vanaf 2022 wordt ook aangegeven of cijfers van gemeenten uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de gemeentelijke indeling hebben plaatsgevonden, waardoor dit niet kan.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Sociale zekerheid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en ouderdom.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.

Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen. De cijfers zijn standcijfers op de laatste dag van verslagmaand december.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen. Gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

Het betreft nader voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; AO
Personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) en de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De cijfers zijn standcijfers op de laatste dag van verslagmaand december.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
Een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
De WAZ is met ingang van 1 augustus 2004 geblokkeerd, maar blijft bestaan voor mensen die al een WAZ-uitkering hadden.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong)
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden en een opleiding of studie volgen.

Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden, ter vervanging van de oude Wajong.
In tegenstelling tot de 'oude' Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen. De 'oude' Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De wet geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
De wet is zo opgezet dat een persoon gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De WIA kent twee regelingen: de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een loonvervangende uitkering voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
De WGA regelt een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen of een minimumuitkering als men niet of onvoldoende werkt.

Het betreft nader voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; WW
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW). De cijfers zijn standcijfers op de laatste dag van verslagmaand december.

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Het betreft nader voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; AOW
Personen die een basispensioen van de Rijksoverheid ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De cijfers zijn standcijfers op de laatste dag van verslagmaand december.

Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2024 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024: 67 jaar.

Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.

Het betreft nader voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.


Zorg
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat gebruik maakte van jeugdzorg in natura en/of een maatwerkarrangement in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

De cijfers zijn afgerond op vijftallen. Om het risico op onthulling van individuen te voorkomen zijn de waarden 0 tot en met 7 weergegeven als geheim. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal.
Jongeren met jeugdzorg in natura
Personen tot 23 jaar die op enig moment in de verslagperiode gebruik gemaakt hebben van jeugdhulp in natura, jeugdbescherming of jeugdreclassering.

Jeugdhulp in natura is hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en in natura door de zorgaanbieder is geleverd. PGB gefinancierde hulp en zorg valt hier dus buiten. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf.

Jeugdhulp in natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed.

Persoonsgebonden budget (PGB) is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente.

Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.

Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescentenstrafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.

Indeling naar gemeente, wijk en buurt
De indeling naar gemeente en wijk is gebaseerd op het adres van de gezagsdrager van de jongere. Er is uitgegaan van het woonplaatsbeginsel zoals dat is toegepast in de Jeugdwet die vanaf 2015 in werking is getreden. Wanneer het adres gedurende de verslagperiode is gewijzigd krijgt de jongere in deze tabel het meest recente adres toegewezen.
Voor sommige jongeren is alleen de gemeente volgens woonplaatsbeginsel bekend, maar niet het specifieke adres. In deze gevallen wordt de jongere wel meegeteld in het totaal voor de gemeente, maar niet in één van de onderliggende wijken. Hierdoor kan het voorkomen dat de cijfers van de wijken binnen een gemeente niet optellen tot het totaal van de gemeente.