Maatstaven gemeentefonds; diverse indicatoren; regio-indeling 2022

Maatstaven gemeentefonds; diverse indicatoren; regio-indeling 2022

Regio's Particuliere huishoudens, 1-1-2022 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Totaal met thuiswonende kinderen (aantal) Particuliere huishoudens, 1-1-2022 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Met thuiswonenden kinderen 0 tot 18 jaar (aantal) Particuliere huishoudens, 1-1-2022 Eenouderhuishoudens, 2 of meer kinderen (aantal) Bijstandshuishoudens, 2019-2021 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Gemiddelde 2019-2021 (aantal) Bijstandshuishoudens, 2019-2021 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Meerpersoonshuishoudens 31-12-2021 (aantal) Bijstandshuishoudens, 2019-2021 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Meerpersoonshuishoudens 31-12-2020 (aantal) Bijstandshuishoudens, 2019-2021 Meerpersoonshuishoudens met kinderen Meerpersoonshuishoudens 31-12-2019 (aantal) Huishoudens met inkomen, 2014 Huishoudens met kinderen Totaal huishoudens met kinderen (aantal) Huishoudens met inkomen, 2014 Huishoudens met kinderen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (euro) Huishoudens met inkomen, 2014 Minderjarige kinderen in huishoudens Totaal minderjarige kinderen (aantal) Huishoudens met inkomen, 2014 Minderjarige kinderen in huishoudens In huishoudens tot 120% sociaal minimum (aantal) Huishoudens met inkomen, 2014 Minderjarige kinderen in huishoudens In huishoudens met laag inkomen (aantal)
Nederland 2.616.210 1.836.650 229.730 106.230 104.730 106.930 107.040 2.503.100 26.200 3.277.800 427.000 392.000
Aa en Hunze 3.530 2.400 210 80 90 80 90 3.500 26.800 4.600 400 400
Aalsmeer 5.540 3.880 420 90 100 90 80 5.200 30.800 7.000 400 400
Aalten 4.020 2.740 240 70 70 80 70 4.000 24.500 5.500 400 400
Achtkarspelen 4.440 3.150 330 140 130 140 150 4.500 22.100 6.200 700 800
Alblasserdam 3.190 2.220 250 90 80 90 100 3.200 26.100 4.600 300 400
Albrandswaard 4.490 3.220 360 90 90 90 90 4.300 30.400 5.600 400 400
Alkmaar 16.700 11.790 1.540 640 640 640 640 15.900 25.400 20.200 2.500 2.200
Almelo 11.400 7.850 1.030 670 670 680 660 11.200 22.500 14.800 2.600 2.400
Almere 39.380 27.730 4.840 1.740 1.750 1.740 1.740 35.400 24.400 44.600 7.300 6.600
Alphen aan den Rijn 17.610 12.370 1.420 460 450 480 460 16.800 27.300 22.400 2.100 1.900
Alphen-Chaam 1.570 1.020 90 20 20 30 30 1.500 29.400 1.800 200 200
Altena 8.990 6.170 490 160 160 170 160 8.500 27.300 11.900 700 700
Ameland 510 350 30 0 0 0 0 500 23.500 800 100 100
Amersfoort 25.210 18.720 2.070 940 930 950 960 24.500 27.800 35.100 3.700 3.400
Amstelveen 14.730 11.110 1.330 340 360 350 320 13.200 32.500 16.700 1.500 1.300
Amsterdam 116.660 85.250 15.490 9.650 10.030 9.490 9.440 109.000 25.700 141.700 34.400 30.900
Apeldoorn 24.400 17.260 1.970 890 860 900 900 23.200 25.800 30.700 3.500 3.200
Arnhem 23.090 17.300 2.470 1.710 1.650 1.720 1.750 21.500 23.900 28.400 5.500 4.800
Assen 10.150 7.400 990 490 480 490 490 10.100 23.700 14.200 1.900 1.800
Asten 2.550 1.660 140 50 60 50 50 2.500 27.700 3.300 300 300
Baarle-Nassau 980 650 70 20 20 20 20 900 27.800 1.000 100 100
Baarn 3.570 2.600 280 80 80 90 90 3.400 31.200 4.600 400 400
Barendrecht 8.570 5.910 680 180 170 180 180 8.400 29.800 11.200 800 800
Barneveld 9.550 7.100 500 170 180 180 160 8.500 26.200 13.900 900 1.000
Beek (L.) 2.270 1.450 180 60 60 60 60 2.400 27.100 2.700 300 300
Beekdaelen 5.310 3.390 350 120 120 120 120 5.400 26.700 5.900 600 500
Beesel 2.030 1.320 150 50 50 60 60 2.100 24.900 2.500 200 200
Berg en Dal 5.080 3.340 350 180 160 180 190 5.000 26.200 6.100 500 500
Bergeijk 2.830 1.800 170 40 40 40 40 2.800 27.800 3.600 300 300
Bergen (L.) 1.950 1.150 120 40 40 40 50 2.000 25.000 2.400 200 200
Bergen (NH.) 4.060 2.500 350 70 70 70 70 4.000 30.800 4.900 400 400
Bergen op Zoom 9.980 6.920 940 520 520 520 510 9.700 25.700 12.100 1.900 1.700
Berkelland 6.390 4.160 400 140 130 140 130 6.500 25.400 8.600 700 600
Bernheze 4.970 3.310 320 80 80 80 80 4.700 28.100 6.400 500 400
Best 4.910 3.270 370 120 110 110 130 4.700 28.700 6.000 400 400
Beuningen 4.180 2.790 280 100 100 100 110 4.200 27.400 5.000 500 400
Beverwijk 6.730 4.650 620 280 280 280 280 6.300 24.700 7.900 1.100 1.000
De Bilt 6.680 4.930 490 170 180 170 160 6.100 34.000 8.600 800 700
Bladel 3.080 2.040 190 40 40 40 40 3.000 27.200 3.900 300 300
Blaricum 2.030 1.560 140 40 40 30 30 1.300 42.500 1.800 200 200
Bloemendaal 3.630 2.710 230 50 60 50 40 3.300 46.100 4.800 300 300
Bodegraven-Reeuwijk 5.640 3.970 360 110 100 110 110 5.200 29.400 7.300 600 600
Boekel 1.740 1.140 110 20 20 20 20 1.600 26.400 2.200 200 200
Borger-Odoorn 3.610 2.400 220 110 90 110 120 3.600 24.600 4.700 500 500
Borne 3.800 2.760 240 80 80 70 80 3.500 26.800 4.600 400 300
Borsele 3.380 2.330 220 60 50 50 70 3.400 26.400 5.000 400 400
Boxtel 4.900 3.380 380 130 120 130 130 4.500 26.300 5.900 700 600
Breda 26.480 19.140 2.470 1.120 1.120 1.130 1.120 25.500 27.900 33.900 4.300 4.000
Brielle 2.700 1.800 200 60 70 70 60 2.500 28.900 2.900 300 300
Bronckhorst 5.170 3.250 300 80 70 80 80 5.400 26.400 7.000 500 500
Brummen 3.000 1.930 180 60 50 70 80 3.100 26.200 3.900 300 300
Brunssum 3.930 2.540 360 180 160 190 200 4.200 22.600 4.600 900 800
Bunnik 2.450 1.810 150 30 40 30 30 2.200 31.800 3.100 100 100
Bunschoten 3.730 2.670 200 50 50 50 50 3.500 27.400 4.900 300 300
Buren 4.270 2.850 240 70 70 70 70 4.100 28.100 5.400 400 400
Capelle aan den IJssel 10.600 7.210 1.480 610 600 620 610 10.600 25.500 12.400 2.300 2.100
Castricum 5.470 3.660 390 90 100 90 90 5.100 30.600 6.500 400 400
Coevorden 5.130 3.430 380 210 200 220 210 5.200 24.200 6.800 900 900
Cranendonck 2.960 1.910 190 70 60 60 80 3.100 26.900 3.700 400 300
Culemborg 4.740 3.400 340 130 120 140 150 4.500 26.600 6.000 600 600
Dalfsen 4.540 3.160 230 70 80 70 70 4.300 26.300 6.100 400 400
Dantumadiel 2.910 1.920 180 90 90 90 90 3.000 22.800 4.000 500 500
Delft 12.290 8.780 1.360 770 750 780 780 11.700 26.000 14.400 2.600 2.300
Deurne 4.850 3.160 350 90 90 100 100 4.800 25.800 6.000 600 500
Deventer 15.220 11.030 1.340 690 660 690 720 14.900 24.600 20.100 2.700 2.400
Diemen 4.580 3.280 480 140 140 140 140 3.800 27.100 4.500 700 600
Dijk en Waard 14.400 10.120 1.200 340 360 340 340 13.100 25.600 18.000 1.800 1.500
Dinkelland 4.210 2.580 230 60 60 60 60 4.100 27.800 5.500 300 300
Doesburg 1.600 1.020 150 60 60 60 60 1.700 23.200 2.100 400 300
Doetinchem 8.720 6.060 710 310 290 310 320 8.500 24.700 11.000 1.200 1.100
Dongen 4.110 2.770 280 80 80 90 80 3.900 26.700 5.000 400 400
Dordrecht 18.350 12.620 1.840 1.020 1.000 1.010 1.040 18.000 24.600 22.500 3.600 3.200
Drechterland 3.110 2.130 230 70 70 70 70 2.900 27.600 4.000 300 300
Drimmelen 4.110 2.660 280 50 60 50 50 4.000 27.900 5.000 300 300
Dronten 6.480 4.580 540 170 170 180 170 6.100 25.300 8.700 1.000 1.000
Druten 3.040 2.060 200 80 70 90 80 2.900 26.500 3.800 400 400
Duiven 4.130 2.630 280 110 100 110 110 4.400 26.100 5.500 500 400
Echt-Susteren 4.530 2.810 310 120 120 120 120 4.600 26.200 5.000 600 500
Edam-Volendam 5.950 3.920 360 100 110 100 100 5.800 30.300 7.500 400 400
Ede 17.840 12.990 1.130 480 480 480 470 16.200 26.100 24.300 2.400 2.300
Eemnes 1.550 1.060 130 20 20 20 20 1.500 29.000 1.900 200 200
Eemsdelta 6.350 4.280 670 410 390 420 430 6.800 22.800 8.500 1.500 1.300
Eersel 2.940 1.930 160 40 40 50 50 2.700 29.300 3.400 300 300
Eijsden-Margraten 3.890 2.530 180 60 60 60 60 3.800 28.800 4.400 300 300
Eindhoven 32.010 23.160 3.150 1.660 1.620 1.670 1.680 29.600 25.300 38.200 6.300 5.600
Elburg 3.740 2.650 240 80 90 80 70 3.600 24.400 5.300 400 400
Emmen 15.980 10.680 1.450 840 790 870 880 16.100 22.800 20.200 3.300 3.000
Enkhuizen 2.770 1.950 280 90 90 90 110 2.700 24.500 3.500 400 400
Enschede 22.300 15.960 2.280 1.550 1.480 1.560 1.620 22.200 22.600 28.900 5.900 5.200
Epe 4.840 3.210 270 120 100 120 130 4.700 26.100 6.000 600 500
Ermelo 3.860 2.590 250 90 100 100 90 3.600 27.500 4.900 400 400
Etten-Leur 7.010 4.940 580 220 230 220 220 6.700 26.700 8.600 900 800
De Fryske Marren 7.580 5.250 500 190 180 190 210 7.600 25.200 10.800 1.000 900
Geertruidenberg 3.480 2.390 270 80 80 80 70 3.400 26.200 4.300 400 300
Geldrop-Mierlo 6.190 4.250 510 200 190 190 210 6.000 26.600 7.600 900 900
Gemert-Bakel 4.840 3.260 330 110 120 110 110 4.600 26.200 5.900 500 500
Gennep 2.460 1.610 200 50 60 50 50 2.500 24.900 3.300 300 300
Gilze en Rijen 4.040 2.720 300 130 120 130 140 4.000 26.300 5.100 600 500
Goeree-Overflakkee 7.470 5.260 450 170 170 170 170 7.100 27.100 9.900 700 700
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Gemeenten ontvangen geld van de Rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stelt CBS cijfers samen waarmee deze verdeelmodellen doorgerekend kunnen worden. Deze tabel bevat gegevens die onder andere als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de algemene uitkeringen, Jeugdwet en de Participatiewet.

Gegevens beschikbaar voor 2022

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, maar samengesteld op basis van gegevens uit verschillende bronnen, en berekend op verschillende basisjaren. Dit wil zeggen dat de cijfers niet zondermeer vergelijkbaar zijn met reeds gepubliceerde cijfers op StatLine. In de toelichting bij de onderwerpen wordt dit nader verklaard.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Wijzigingen per 02-08-2022
Cijfers over het aantal ouders (van kinderen tot 18 jaar) met langdurig psychisch medicijngebruik in 2021 zijn toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens, 1-1-2022
Particuliere huishoudens op 1 januari 2022.

Een particulier huishouden is een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en zichzelf daar particulier, dat wil zeggen niet bedrijfsmatig voorziet in huisvesting en dergelijke levensbehoeften.
Meerpersoonshuishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook inbegrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.
Totaal met thuiswonende kinderen
Het totaal aantal meerpersoonshuishouden met thuiswonende kinderen op 1 januari 2022 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
Met thuiswonenden kinderen 0 tot 18 jaar
Het totaal aantal meerpersoonshuishouden met minimaal één thuiswonend kind jonger dan 18 jaar op 1 januari 2022 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
Eenouderhuishoudens, 2 of meer kinderen
Het aantal particulier huishouden bestaande uit één ouder met minimaal twee thuiswonende kinderen op 1 januari 2022 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Bijstandshuishoudens, 2019-2021
Huishoudens met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Meerpersoonshuishoudens met kinderen
Bijstandshuishoudens met één of meer minderjarige kinderen.
Onder bijstand wordt hier verstaan uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Meerpersoonshuishouden met (een) thuiswonende kind(eren): Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen. Thuiswonend kind: Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Gemiddelde 2019-2021
Het gemiddeld aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar voor de jaren 2019 tot en met 2021 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
Het gemiddelde is berekend door de aantallen voor de drie peilmomenten op te tellen en te delen door drie.
Meerpersoonshuishoudens 31-12-2021
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2021 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
Meerpersoonshuishoudens 31-12-2020
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2020 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022
Meerpersoonshuishoudens 31-12-2019
Het aantal bijstandshuishoudens met één of meer kinderen tot 18 jaar op 31 december 2019 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Huishoudens met inkomen, 2014
De uitkomsten hebben betrekking op huishoudens in Nederland met inkomen in 2014.
Huishoudens met kinderen
Aantal particuliere huishoudens met kinderen op 31 december 2014 met inkomen in het jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met kinderen (exclusief studentenhuishoudens). Dit gaat om paren met kinderen zonder anderen en eenoudergezinnen zonder anderen. De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.


Totaal huishoudens met kinderen
Aantal particuliere huishoudens met kinderen op 31 december 2014 met inkomen in het jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met kinderen (exclusief studentenhuishoudens). Dit gaat om paren met kinderen zonder anderen en eenoudergezinnen zonder anderen. De indeling van het huishouden hangt af van de relaties van de huishoudensleden ten opzichte van de hoofdkostwinner. Het al dan niet gehuwd samenwonen van de hoofdkostwinner en de aanwezigheid van inwonende kinderen spelen hier een rol.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen voor huishoudens met kinderen in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Om inkomens van huishoudens van verschillende grootte en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gestandaardiseerd. Bij het standaardiseren wordt het besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor grootte en samenstelling van een huishouden. Hiervoor zijn equivalentiefactoren beschikbaar die afgestemd zijn op het aantal volwassenen en kinderen (naar leeftijd) in een huishouden. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hierbij is de CBS-equivalentieschaal gebruikt, waarbij het eenpersoonshuishouden als standaardhuishouden is gekozen. Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld gestandaardiseerd inkomen per huishouden.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.
Minderjarige kinderen in huishoudens
Totaal aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met het gehele jaar inkomen (exclusief studentenhuishoudens) op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.
Totaal minderjarige kinderen
Totaal aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met het gehele jaar inkomen (exclusief studentenhuishoudens) op 31 december 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Een persoon is minderjarig als zijn leeftijd lager is dan 18 jaar.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.
In huishoudens tot 120% sociaal minimum
Aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum in het jaar 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Inkomen tot 120 procent van het sociaal minimum
Om te kunnen beoordelen hoe het besteedbaar inkomen van een huishouden zich verhoudt tot het sociale minimum, moet aan de hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen, bijvoorbeeld, is gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) Kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW (uitkering in het kader van de algemene ouderdomswet) als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan valt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum. Daarom is niet 100%, maar 120% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.
In huishoudens met laag inkomen
Aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen in het 2e, 3e, of 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling in 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.

Huishoudens zijn in tien inkomensklasse verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens van geheel Nederland worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen van het voorafgaande jaar. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen (decielen). De huishoudens in het 2e, 3e en 4e deciel vormen in dit geval de groep 'relatief lage inkomens'.
De populatie omvat alle huishoudens inclusief studentenhuishoudens en institutionele huishoudens; huishoudens zonder (waargenomen) belastbaar inkomen zijn buiten beschouwing gelaten.
Een particulier huishouden bestaat uit een of meer personen die alleen of samen in een woonruimte gehuisvest zijn en zelf in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
Een institutioneel huishouden is gedefinieerd als een uit een of meer leden bestaande verzameling van personen, woonachtig in een tot bewoning bestemd gebouw of in een andere bewoonde ruimte, die daar door derden wordt voorzien van huisvesting en van dagelijkse levensbehoeften.
Huishoudens waarvan alle huishoudensleden een WSF-uitkering (Wet Studie Financiering) ontvangen behoren tot de groep studentenhuishoudens; werkstudenten behoren ook tot deze categorie.
Het 'besteedbaar inkomen' is het bruto-inkomen verminderd met de premies sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het bruto-inkomen omvat winst uit onderneming, bruto-inkomsten uit arbeid, inkomsten uit vermogen en bruto ontvangen overdrachten (zoals RWW, AOW, WAZ, WAJONG en WAO).

Onlangs is de inkomensstatistiek gereviseerd (vanaf verslagjaar 2011). Dit cijfer is echter op verzoek van de opdrachtgever gebaseerd op inkomensgegevens vóór revisie.