Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2021)

Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2021)

Kenmerken huishoudens Regio’s Perioden Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Vermogen: 1e 20%-groep Nederland 2020* -41,6 -26,3 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Nederland (LD) 2020* -4,2 -25,0 -6,9
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Nederland (LD) 2020* -8,0 -26,6 -5,3
Vermogen: 1e 20%-groep West-Nederland (LD) 2020* -21,9 -27,0 -4,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Nederland (LD) 2020* -7,5 -25,2 -3,5
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (LD) 2020* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Groningen (PV) 2020* -1,9 -23,6 -8,4
Vermogen: 1e 20%-groep Fryslân (PV) 2020* -1,4 -25,9 -6,1
Vermogen: 1e 20%-groep Drenthe (PV) 2020* -1,0 -26,6 -5,1
Vermogen: 1e 20%-groep Overijssel (PV) 2020* -2,3 -24,3 -5,0
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (PV) 2020* -1,1 -30,0 -5,2
Vermogen: 1e 20%-groep Gelderland (PV) 2020* -4,5 -27,2 -5,6
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (PV) 2020* -3,3 -29,2 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Holland (PV) 2020* -8,1 -28,0 -4,1
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Holland (PV) 2020* -9,8 -25,7 -4,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeland (PV) 2020* -0,6 -24,7 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Brabant (PV) 2020* -5,4 -27,3 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Limburg (PV) 2020* -2,1 -20,8 -2,8
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (PV) 2020* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Groningen (CR) 2020* -0,3 -23,3 -5,7
Vermogen: 1e 20%-groep Delfzijl en omgeving (CR) 2020* -0,1 -22,2 -6,0
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Groningen (CR) 2020* -1,4 -23,8 -9,4
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Friesland (CR) 2020* -0,8 -24,9 -6,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Friesland (CR) 2020* -0,3 -30,5 -5,8
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Friesland (CR) 2020* -0,3 -25,4 -5,2
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Drenthe (CR) 2020* -0,4 -29,4 -5,4
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Drenthe (CR) 2020* -0,4 -24,7 -5,2
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Drenthe (CR) 2020* -0,2 -25,8 -4,4
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Overijssel (CR) 2020* -0,7 -27,6 -5,9
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Overijssel (CR) 2020* -0,3 -22,3 -4,2
Vermogen: 1e 20%-groep Twente (CR) 2020* -1,3 -23,1 -4,7
Vermogen: 1e 20%-groep Veluwe (CR) 2020* -1,3 -28,6 -4,7
Vermogen: 1e 20%-groep Achterhoek (CR) 2020* -0,8 -31,6 -5,5
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem/Nijmegen (CR) 2020* -2,0 -24,2 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidwest-Gelderland (CR) 2020* -0,5 -31,0 -3,2
Vermogen: 1e 20%-groep Utrecht (CR) 2020* -3,3 -29,2 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Kop van Noord-Holland (CR) 2020* -0,7 -26,4 -3,3
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar en omgeving (CR) 2020* -0,5 -31,1 -3,3
Vermogen: 1e 20%-groep IJmond (CR) 2020* -0,3 -21,0 -2,2
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Haarlem (CR) 2020* -0,6 -31,7 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Zaanstreek (CR) 2020* -0,3 -22,0 -2,7
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Amsterdam (CR) 2020* -5,1 -27,3 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2020* -0,7 -41,1 -4,1
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2020* -1,0 -28,5 -6,7
Vermogen: 1e 20%-groep Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2020* -2,8 -26,6 -3,4
Vermogen: 1e 20%-groep Delft en Westland (CR) 2020* -0,6 -24,8 -5,8
Vermogen: 1e 20%-groep Oost-Zuid-Holland (CR) 2020* -0,7 -32,4 -4,1
Vermogen: 1e 20%-groep Groot-Rijnmond (CR) 2020* -4,1 -23,9 -4,6
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2020* -0,7 -25,7 -4,2
Vermogen: 1e 20%-groep Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2020* -0,2 -23,8 -3,2
Vermogen: 1e 20%-groep Overig Zeeland (CR) 2020* -0,5 -25,0 -4,2
Vermogen: 1e 20%-groep West-Noord-Brabant (CR) 2020* -1,3 -24,9 -3,7
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Noord-Brabant (CR) 2020* -1,2 -26,8 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2020* -1,3 -29,0 -3,7
Vermogen: 1e 20%-groep Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2020* -1,7 -28,6 -3,6
Vermogen: 1e 20%-groep Noord-Limburg (CR) 2020* -0,4 -22,3 -2,1
Vermogen: 1e 20%-groep Midden-Limburg (CR) 2020* -0,4 -25,0 -2,7
Vermogen: 1e 20%-groep Zuid-Limburg (CR) 2020* -1,2 -19,4 -3,1
Vermogen: 1e 20%-groep Flevoland (CR) 2020* -1,1 -30,0 -5,2
Vermogen: 1e 20%-groep Niet in te delen (CR) 2020* . . .
Vermogen: 1e 20%-groep Aa en Hunze 2020* -0,1 -38,0 -9,1
Vermogen: 1e 20%-groep Aalsmeer 2020* -0,1 -40,8 -3,7
Vermogen: 1e 20%-groep Aalten 2020* 0,0 -28,2 -7,2
Vermogen: 1e 20%-groep Achtkarspelen 2020* 0,0 -25,5 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Alblasserdam 2020* 0,0 -31,4 -4,5
Vermogen: 1e 20%-groep Albrandswaard 2020* -0,1 -44,9 -5,3
Vermogen: 1e 20%-groep Alkmaar 2020* -0,2 -25,7 -3,2
Vermogen: 1e 20%-groep Almelo 2020* -0,2 -19,2 -3,8
Vermogen: 1e 20%-groep Almere 2020* -0,6 -31,1 -6,0
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen aan den Rijn 2020* -0,2 -34,2 -4,5
Vermogen: 1e 20%-groep Alphen-Chaam 2020* 0,0 -53,9 -7,0
Vermogen: 1e 20%-groep Altena 2020* -0,1 -38,6 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Ameland 2020* . . -3,4
Vermogen: 1e 20%-groep Amersfoort 2020* -0,3 -26,9 -4,8
Vermogen: 1e 20%-groep Amstelveen 2020* -0,3 -32,8 -5,6
Vermogen: 1e 20%-groep Amsterdam 2020* -4,0 -26,1 -4,9
Vermogen: 1e 20%-groep Apeldoorn 2020* -0,3 -24,9 -4,0
Vermogen: 1e 20%-groep Arnhem 2020* -0,5 -21,4 -5,7
Vermogen: 1e 20%-groep Assen 2020* -0,1 -20,8 -4,3
Vermogen: 1e 20%-groep Asten 2020* 0,0 -29,3 -1,4
Vermogen: 1e 20%-groep Baarle-Nassau 2020* 0,0 -34,9 -4,3
Vermogen: 1e 20%-groep Baarn 2020* 0,0 -32,6 -3,9
Vermogen: 1e 20%-groep Barendrecht 2020* -0,1 -39,8 -7,6
Vermogen: 1e 20%-groep Barneveld 2020* -0,1 -30,6 -3,7
Vermogen: 1e 20%-groep Beek (L.) 2020* 0,0 -24,9 -4,5
Vermogen: 1e 20%-groep Beekdaelen 2020* -0,1 -30,4 -4,9
Vermogen: 1e 20%-groep Beemster 2020* 0,0 -68,2 -6,0
Vermogen: 1e 20%-groep Beesel 2020* 0,0 -19,2 -3,0
Vermogen: 1e 20%-groep Berg en Dal 2020* -0,1 -26,1 -3,7
Vermogen: 1e 20%-groep Bergeijk 2020* 0,0 -36,6 -4,2
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (L.) 2020* 0,0 -31,7 -4,2
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen (NH.) 2020* -0,1 -45,0 -2,5
Vermogen: 1e 20%-groep Bergen op Zoom 2020* -0,1 -19,9 -2,1
Vermogen: 1e 20%-groep Berkelland 2020* -0,1 -27,9 -4,9
Vermogen: 1e 20%-groep Bernheze 2020* 0,0 -35,7 -2,7
Vermogen: 1e 20%-groep Best 2020* -0,1 -40,9 -3,2
Vermogen: 1e 20%-groep Beuningen 2020* -0,1 -32,6 -4,5
Vermogen: 1e 20%-groep Beverwijk 2020* -0,1 -18,6 -2,0
Vermogen: 1e 20%-groep De Bilt 2020* -0,1 -42,2 -4,1
Vermogen: 1e 20%-groep Bladel 2020* 0,0 -35,1 -3,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari 2021.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2020.
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers over 2006 tot en met 2019 zijn definitief. De cijfers over 2020 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 19 oktober 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel 'Vermogen huishoudens; regio (indeling 2022)'. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal vermogen
Totale som van het vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.