Arbeidsdeelname; regionale indeling 2020

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2020

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau onbekend (x 1 000)
Totaal personen Nederland 2003 660 3.627 1.408 1.987 101
Totaal personen Nederland 2004 637 3.711 1.378 1.976 59
Totaal personen Nederland 2005 662 3.767 1.361 1.975 54
Totaal personen Nederland 2006 696 3.761 1.366 2.026 89
Totaal personen Nederland 2007 715 3.810 1.426 2.123 96
Totaal personen Nederland 2008 705 3.854 1.478 2.226 95
Totaal personen Nederland 2009 677 3.837 1.481 2.259 108
Totaal personen Nederland 2010 672 3.702 1.476 2.313 115
Totaal personen Nederland 2011 670 3.668 1.503 2.324 115
Totaal personen Nederland 2012 703 3.678 1.500 2.344 105
Totaal personen Nederland 2013 737 3.539 1.397 2.461 133
Totaal personen Nederland 2014 737 3.535 1.349 2.482 111
Totaal personen Nederland 2015 737 3.592 1.341 2.527 96
Totaal personen Nederland 2016 738 3.597 1.391 2.579 98
Totaal personen Nederland 2017 768 3.653 1.410 2.610 138
Totaal personen Nederland 2018 775 3.691 1.478 2.709 121
Totaal personen Nederland 2019 781 3.713 1.554 2.827 77
Totaal personen Nederland 2020 759 3.580 1.566 2.945 102
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2003 76 392 139 167 12
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2004 70 400 134 171 8
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2005 75 402 132 171 6
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2006 73 407 132 172 9
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2007 76 415 139 179 11
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2008 75 424 146 184 12
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2009 75 414 145 192 11
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2010 74 391 145 208 12
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2011 76 386 147 205 14
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2012 77 392 148 195 15
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2013 79 384 140 202 16
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2014 81 378 135 201 17
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2015 80 388 132 201 17
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2016 81 383 137 206 15
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2017 82 386 142 205 22
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2018 79 389 145 222 15
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2019 83 396 151 225 11
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2020 80 382 153 231 16
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2003 151 801 286 393 13
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2004 143 826 282 379 8
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2005 146 829 278 383 10
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2006 157 830 283 394 16
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2007 161 853 299 412 16
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2008 159 846 314 438 22
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2009 151 835 313 453 22
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2010 150 812 314 454 27
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2011 156 809 316 455 24
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2012 161 803 316 459 22
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2013 176 771 293 494 23
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2014 173 772 279 492 19
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2015 167 788 279 501 20
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2016 167 786 291 502 24
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2017 170 816 297 506 27
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2018 174 824 310 525 23
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2019 174 818 325 555 17
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2020 177 794 330 579 19
Totaal personen West-Nederland (LD) 2003 277 1.610 677 1.025 51
Totaal personen West-Nederland (LD) 2004 269 1.657 665 1.026 26
Totaal personen West-Nederland (LD) 2005 273 1.685 656 1.041 23
Totaal personen West-Nederland (LD) 2006 295 1.685 652 1.067 39
Totaal personen West-Nederland (LD) 2007 307 1.688 676 1.129 43
Totaal personen West-Nederland (LD) 2008 303 1.718 696 1.177 38
Totaal personen West-Nederland (LD) 2009 292 1.727 702 1.183 46
Totaal personen West-Nederland (LD) 2010 279 1.667 701 1.208 52
Totaal personen West-Nederland (LD) 2011 274 1.644 719 1.219 52
Totaal personen West-Nederland (LD) 2012 297 1.656 715 1.232 48
Totaal personen West-Nederland (LD) 2013 311 1.573 665 1.295 67
Totaal personen West-Nederland (LD) 2014 307 1.578 650 1.317 53
Totaal personen West-Nederland (LD) 2015 321 1.597 644 1.339 41
Totaal personen West-Nederland (LD) 2016 317 1.613 672 1.364 42
Totaal personen West-Nederland (LD) 2017 336 1.619 676 1.395 63
Totaal personen West-Nederland (LD) 2018 342 1.634 717 1.445 60
Totaal personen West-Nederland (LD) 2019 346 1.647 763 1.495 38
Totaal personen West-Nederland (LD) 2020 328 1.593 752 1.567 46
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2003 156 824 305 401 26
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2004 154 828 297 401 17
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2005 168 851 295 379 14
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2006 172 838 298 393 26
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2007 171 853 312 402 27
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2008 169 867 323 425 24
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2009 159 861 321 431 28
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2010 168 832 316 444 24
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2011 164 829 321 446 24
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2012 167 828 321 458 20
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2013 172 810 299 470 27
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2014 176 806 285 472 23
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2015 169 820 286 486 18
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2016 173 815 290 507 17
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2017 180 831 295 504 25
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2018 181 843 307 516 23
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2019 179 852 315 552 12
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2020 174 811 331 567 21
Totaal personen Groningen (PV) 2003 28 125 47 63 6
Totaal personen Groningen (PV) 2004 24 128 46 65 4
Totaal personen Groningen (PV) 2005 25 130 44 66 2
Totaal personen Groningen (PV) 2006 25 130 44 65 3
Totaal personen Groningen (PV) 2007 27 132 47 68 4
Totaal personen Groningen (PV) 2008 26 134 49 71 4
Totaal personen Groningen (PV) 2009 25 131 49 72 3
Totaal personen Groningen (PV) 2010 24 122 50 84 4
Totaal personen Groningen (PV) 2011 24 127 50 79 5
Totaal personen Groningen (PV) 2012 25 127 50 76 4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, migratieachtergrond en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2020.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2020.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 17 mei 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Beroepsniveau onbekend