Maatstaven gemeentefonds; diverse indicatoren; regio-indeling 2019

Maatstaven gemeentefonds; diverse indicatoren; regio-indeling 2019

Regio's Wajong-uitkeringen, 31-12-2017 (aantal) Instroom werkregeling Wajong, 2012-2014 (aantal) Instroom Wajong excl. WSW, 2012-2014 (aantal)
Nederland 245.790 26.060 25.490
Aa en Hunze 470 20 20
Aalsmeer 270 30 30
Aalten 400 20 20
Achtkarspelen 500 30 30
Alblasserdam 200 20 20
Albrandswaard 280 60 60
Alkmaar 1.890 260 260
Almelo 1.730 180 180
Almere 2.380 270 270
Alphen aan den Rijn 1.450 150 140
Alphen-Chaam 80 0 0
Altena 490 60 60
Ameland 20 0 0
Amersfoort 1.950 160 160
Amstelveen 690 100 100
Amsterdam 8.690 1.130 1.110
Apeldoorn 3.150 270 270
Appingedam 320 20 20
Arnhem 4.110 530 530
Assen 1.630 140 140
Asten 170 10 0
Baarle-Nassau 60 10 10
Baarn 780 20 20
Barendrecht 420 40 40
Barneveld 650 60 60
Beek (L.) 180 20 20
Beekdaelen 430 50 40
Beemster 200 10 10
Beesel 180 10 10
Berg en Dal 710 40 40
Bergeijk 170 10 10
Bergen (L.) 180 20 20
Bergen (NH.) 450 30 30
Bergen op Zoom 990 110 100
Berkelland 630 60 60
Bernheze 320 30 30
Best 230 30 20
Beuningen 250 30 30
Beverwijk 610 60 60
De Bilt 420 40 40
Bladel 220 10 10
Blaricum 40 0 0
Bloemendaal 170 20 20
Bodegraven-Reeuwijk 300 30 30
Boekel 160 10 10
Borger-Odoorn 400 50 50
Borne 350 20 20
Borsele 260 20 10
Boxmeer 370 30 30
Boxtel 380 60 50
Breda 2.230 230 220
Brielle 180 10 10
Bronckhorst 430 40 40
Brummen 300 30 30
Brunssum 630 60 60
Bunnik 120 10 10
Bunschoten 210 20 20
Buren 190 30 30
Capelle aan den IJssel 860 120 120
Castricum 390 50 50
Coevorden 470 60 60
Cranendonck 170 10 10
Cuijk 330 40 40
Culemborg 320 40 40
Dalfsen 310 30 30
Dantumadiel 360 20 20
Delft 1.300 200 190
Delfzijl 440 60 50
Deurne 540 30 30
Deventer 2.000 240 220
Diemen 250 40 40
Dinkelland 310 20 20
Doesburg 220 20 20
Doetinchem 1.480 100 100
Dongen 260 10 10
Dordrecht 1.680 320 310
Drechterland 270 30 30
Drimmelen 390 10 10
Dronten 570 20 20
Druten 450 20 20
Duiven 340 40 40
Echt-Susteren 620 30 30
Edam-Volendam 270 30 30
Ede 1.930 250 240
Eemnes 100 10 10
Eersel 430 10 10
Eijsden-Margraten 230 50 50
Eindhoven 2.970 230 210
Elburg 360 30 30
Emmen 2.090 220 220
Enkhuizen 420 50 50
Enschede 3.830 360 360
Epe 480 50 50
Ermelo 820 50 40
Etten-Leur 510 50 50
De Fryske Marren 580 40 40
Geertruidenberg 210 20 20
Geldrop-Mierlo 400 30 30
Gemert-Bakel 390 20 20
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Gemeenten ontvangen geld van de Rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stelt CBS cijfers samen waarmee deze verdeelmodellen doorgerekend kunnen worden. Deze tabel bevat gegevens die onder andere als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de algemene uitkeringen, Jeugdwet en de Participatiewet.

Gegevens beschikbaar voor 2019

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, maar samengesteld op basis van gegevens uit verschillende bronnen, en berekend op verschillende basisjaren. Dit wil zeggen dat de cijfers niet zondermeer vergelijkbaar zijn met reeds gepubliceerde cijfers op StatLine. In de toelichting bij de onderwerpen wordt dit nader verklaard.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Wajong-uitkeringen, 31-12-2017
Het aantal uitkeringen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) op 31 december 2017 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2019.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong):
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA, omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 al een uitkering ontvingen.
Het recht op een uitkering op grond van de Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong):
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Met het van kracht worden van de Participatiewet m.i.v. januari 2015 kunnen alleen jonggehandicapten, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, nog instromen in de Wet Wajong.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf januari 2015 onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij gemeenten.
Jongeren die vóór 2015 al een uitkering op grond van de Wet Wajong hadden houden deze uitkering.
Het recht op een uitkering op grond van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

De cijfers over het aantal uitkeringen op grond van de Wajong en Wet Wajong in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal uitkering op grond van de Wajong en Wet Wajong. Dit komt doordat in deze tabel de meest recente gemeentelijke indeling is toegepast maar de cijfers over 2017 gaan.
Instroom werkregeling Wajong, 2012-2014
De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) in de jaren 2012 tot en met 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2019.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong):
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Met het van kracht worden van de Participatiewet m.i.v. januari 2015 kunnen alleen jonggehandicapten, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, nog instromen in de wet Wajong. Jonggehandicapten die nog kunnen werken, kunnen vanaf januari 2015 voor ondersteuning bij het zoeken naar werk terecht bij gemeenten.
Jongeren die vóór 2015 al een Wajong-uitkering hadden, houden deze uitkering.

Wet Werkregeling Wajong:
Om zoveel mogelijk Wajongers aan het werk te krijgen en te houden geldt vanaf 2010 de Wet Wajong voor nieuwe arbeidsongeschikte jongeren. Kort samengevat: vanaf het 18de jaar bekijkt men welke mogelijkheden er zijn om te werken. Die mogelijkheden worden vastgelegd in een participatieplan en de jongeren komen na school in de werkregeling Wajong. Op het 27ste jaar vindt een definitieve beoordeling plaats.
Instroom Wajong excl. WSW, 2012-2014
De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling Wajong gecorrigeerd voor de instroom op de wachtlijst van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de jaren 2012 tot en met 2014, per gemeente voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2019.
Als iemand zowel instroomt in de werkregeling Wajong als op de wachtlijst van de WSW dan wordt deze persoon niet meegeteld in dit cijfer.