Kerncijfers wijken en buurten 2019

Kerncijfers wijken en buurten 2019

Wijken en buurten Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AO (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; WW (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AOW (aantal) Zorg Jongeren met jeugdzorg in natura (aantal)
Nederland 431.360 735.350 230.180 3.065.800 437.345
Aa en Hunze 400 1.090 380 6.130 605
Wijk 00 Annen 40 100 60 830 85
Annen 30 100 50 800 80
Verspreide huizen Annen 0 0 10 30 .
Wijk 01 Eext 20 50 20 280 40
Eext 20 40 20 230 40
Verspreide huizen Eext 0 10 0 40 .
Wijk 02 Anloo 20 20 10 110 10
Anloo 10 10 10 90 .
Verspreide huizen Anloo 10 10 0 20 .
Wijk 03 Gasteren 0 10 10 110 10
Gasteren 0 10 10 110 10
Verspreide huizen Gasteren . . . . .
Wijk 04 Anderen 0 20 0 50 .
Anderen 0 10 0 50 .
Verspreide huizen Anderen . . . . .
Wijk 05 Schipborg 10 10 10 200 10
Schipborg 10 10 10 180 10
Verspreide huizen Schipborg 0 0 0 20 .
Wijk 06 Eexterveen 0 10 10 60 20
Eexterveen 0 10 10 50 20
Verspreide huizen Eexterveen . . . . .
Wijk 07 Spijkerboor 0 0 0 30 .
Spijkerboor 0 0 0 30 .
Verspreide huizen Spijkerboor . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen 0 0 0 20 .
Nieuw-Annerveen 0 0 0 20 .
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen 0 10 0 20 .
Oud-Annerveen 0 10 0 20 .
Verspreide huizen Oud-Annerveen . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal 10 20 10 50 10
Annerveenschekanaal 10 20 10 50 10
Verspreide huizen Annerveenschekanaal . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 0 20 10 50 10
Eexterveenschekanaal 0 20 10 50 10
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal . . . . .
Wijk 13 Eexterzandvoort 0 0 0 30 .
Eexterzandvoort 0 0 0 20 .
Verspreide huizen Eexterzandvoort . . . . .
Wijk 14 Gasselte 30 60 20 560 40
Gasselte 20 30 20 470 35
Kostvlies 0 0 0 40 .
Verspreide huizen Gasselte 0 20 0 50 .
Wijk 15 Gasselternijveen 70 80 30 350 65
Gasselternijveen 70 80 30 350 65
Gasselterboerveen . . . . .
Verspreide huizen Gasselternijveen . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 20 60 10 110 15
Gasselternijveenschemond 20 60 10 110 15
Gasselterboerveenschemond . . . . .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond . . . . .
Wijk 17 Gieten 80 160 80 1.340 120
Gieten 80 160 80 1.290 115
Verspreide huizen Gieten 0 0 0 50 .
Wijk 18 Gieterveen 20 50 20 230 45
Gieterveen 20 30 10 110 30
Bonnerveen 0 0 0 20 .
Nieuwediep 0 10 0 50 10
Verspreide huizen Gieterveen 0 10 0 50 .
Wijk 19 Rolde 60 340 60 1.400 80
Rolde 60 130 50 1.240 60
Ballo 0 10 0 40 .
Nijlande 0 0 0 10 .
Deurze 0 0 0 10 .
Verspreide huizen Nooitgedacht 0 200 0 70 15
Verspreide huizen Rolde 0 0 0 30 .
Wijk 20 Grolloo 20 50 10 220 10
Grolloo 10 10 10 120 .
Schoonloo 10 10 0 40 .
Verspreide huizen Papenvoort 0 10 0 10 .
Verspreide huizen Grolloo 0 20 0 60 .
Wijk 21 Ekehaar 0 20 10 100 .
Ekehaar 0 10 0 60 .
Amen 0 10 0 20 .
Verspreide huizen Ekehaar 0 0 0 30 .
Aalsmeer 250 910 380 5.440 595
Wijk 00 Aalsmeer 130 380 130 2.930 190
Centrum 10 40 30 750 30
Stommeer 100 240 80 1.310 105
Hornmeer 20 80 30 700 55
Uiterweg 0 10 10 180 .
Wijk 01 Kudelstraat en Kalslagen 80 290 110 1.310 140
Kudelstaart 80 290 110 1.310 140
Wijk 02 Oosteinde 40 240 130 1.200 205
Bovenlanden 0 30 10 180 15
Greenpark 0 20 10 140 10
Oosteinde 40 180 110 790 180
Schinkelpolder 0 10 0 90 .
Aalten 310 1.130 270 5.540 605
Wijk 01 Buitengebied Aalten 10 100 30 700 80
Barlo-Kern 0 0 0 10 .
Verspreide huizen Barlo 0 10 0 80 10
Verspreide huizen Heurne 0 10 0 60 .
Verspreide huizen IJzerlo 0 10 0 70 10
IJzerlo-kern 0 0 0 30 .
Lintelo-kern 0 10 0 30 .
Verspreide huizen ten westen van Aalten 0 0 0 50 10
Verspreide huizen Lintelo 0 20 10 110 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2019.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per mei 2024
De cijfers over eigendom (huur- en koopwoningen) binnen het thema wonen zijn gecorrigeerd. In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat.

Wijzigingen per december 2023
Binnen het thema inkomen zijn de cijfers over het mediane vermogen van particuliere huishoudens herzien naar aanleiding van een fout in de bronbestanden van de studieschulden (=vermogen). Dit levert voor 2019 en 2020 geringe verschillen op in het mediane vermogen.

Wijzigingen per juni 2023
Binnen het thema motorvoertuigen zijn de gegevens vanaf 2019 herzien. Deze zijn nu berekend op basis van de nieuwe verbeterde selectiemethode, waarbij alleen voertuigen zijn meegenomen die op basis van verzekering deel mochten nemen aan het verkeer. Voorheen werden ook enkele niet-verzekerde voertuigen meegenomen. In paragraaf 4 staat een koppeling naar het methoderapport waarin de verschillen tussen de oude en nieuwe selectiemethode worden uitgelegd en gekwantificeerd.
Binnen het thema bevolking zijn gecorrigeerde cijfers toegevoegd. De correctie is het gevolg van een wijziging in de methode van afronden. Deze afronding hoort aselect te zijn, wat onafhankelijk en willekeurig gebeurt. Dit was niet geheel het geval, omdat door een fout in de toepassing van de methode de cijfers vaker naar beneden dan naar boven werden afgerond. Bij het maken van tellingen over afgeronde aantallen gaf dit in sommige gevallen een vertekend beeld. Er zijn tevens hier en daar zeer kleine verschuivingen in de cijfers van wijken en buurten door de ‘kennis van nu’: daar waar aanvankelijk geen waarnemingen waren en op het moment van correctie wel.
De cijfers, met uitzondering van relatieve cijfers, zijn voor wijken en buurten gecorrigeerd. De correctie heeft geen gevolgen voor de landelijke of gemeentelijke aantallen met betrekking tot de genoemde onderwerpen. De correctie heeft ook geen gevolgen voor aantallen van andere onderwerpen in de tabel.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor deze tabel zijn geen nadere updates meer te verwachten.

Toelichting onderwerpen

Sociale zekerheid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en ouderdom.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).

Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen. Gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

Het betreft voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; AO
Personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) en de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
Een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
De WAZ is met ingang van 1 augustus 2004 geblokkeerd, maar blijft bestaan voor mensen die al een WAZ-uitkering hadden.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong)
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden en een opleiding of studie volgen.

Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden, ter vervanging van de oude Wajong.
In tegenstelling tot de 'oude' Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen. De 'oude' Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De wet geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
De wet is zo opgezet dat een persoon gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De WIA kent twee regelingen: de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een loonvervangende uitkering voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
De WGA regelt een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen of een minimumuitkering als men niet of onvoldoende werkt.

Het betreft voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; WW
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Het betreft voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Personen per soort uitkering; AOW
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2024 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024: 67 jaar.

Na 2024 zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. De AOW-leeftijd blijft dus gekoppeld aan de levensverwachting, maar in mindere mate.

Het betreft voorlopige cijfers.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. Via het thema sociale zekerheid in StatLine vindt u altijd de meest recente cijfers.
Zorg
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat gebruik maakte van jeugdzorg in natura en/of een maatwerkarrangement in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

De cijfers zijn afgerond op vijftallen. Om het risico op onthulling van individuen te voorkomen zijn de waarden 0 tot en met 7 weergegeven als geheim. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal.
Jongeren met jeugdzorg in natura
Personen tot 23 jaar die op enig moment in de verslagperiode gebruik gemaakt hebben van jeugdhulp in natura, jeugdbescherming of jeugdreclassering.

Jeugdhulp in natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed. Jeugdhulp bekostigd via PGB is hier dus van uitgesloten.

Persoonsgebonden budget (PGB) is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente.

Jeugdhulp is hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.
Jeugdhulp omvat zowel lichte jeugd- en opvoedhulp, jeugd geestelijke gezondheidszorg en zorg voor licht verstandelijk beperkte jongeren. Er zijn ambulante vormen van jeugdhulp (die door het wijkteam of door een jeugdhulpaanbieder kunnen worden geleverd) en vormen van jeugdhulp met verblijf (zoals pleegzorg, gesloten plaatsing en residentiële jeugdhulp). Jeugdhulp kan zowel gericht zijn op behandelen als op begeleiden.

Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.

Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.

Indeling naar gemeente, wijk en buurt
De indeling naar gemeente en wijk is gebaseerd op het adres van de gezagsdrager van de jongere. Er is uitgegaan van het woonplaatsbeginsel zoals dat is toegepast in de Jeugdwet die vanaf 2015 in werking is getreden. Wanneer het adres gedurende de verslagperiode is gewijzigd krijgt de jongere in deze tabel het meest recente adres toegewezen.
Voor sommige jongeren is alleen de gemeente volgens woonplaatsbeginsel bekend, maar niet het specifieke adres. In deze gevallen wordt de jongere wel meegeteld in het totaal voor de gemeente, maar niet in één van de onderliggende wijken. Hierdoor kan het voorkomen dat de cijfers van de wijken binnen een gemeente niet optellen tot het totaal van de gemeente.