Gemeentelijke uitgaven Wmo-maatwerkvoorzieningen; type voorziening, regio

Gemeentelijke uitgaven Wmo-maatwerkvoorzieningen; type voorziening, regio

Maatwerkvoorzieningen: type Regio's Perioden Begrote uitgaven (1 000 euro) Begrote uitgaven per 1000 inwoners (1 000 euro) Gerealiseerde uitgaven (1 000 euro) Gerealiseerde uitgaven per 1000 inwoners (1 000 euro)
Totaal Houten 2022* 6.382 127 6.321 126
Totaal Noordwijkerhout 2022*
Totaal Oosterhout 2022* 15.015 266 15.467 274
Totaal exclusief verblijf en opvang Houten 2022* 6.382 127 6.321 126
Totaal exclusief verblijf en opvang Noordwijkerhout 2022*
Totaal exclusief verblijf en opvang Oosterhout 2022* 15.015 266 15.467 274
Ondersteuning thuis, totaal Houten 2022* 2.712 54 2.660 53
Ondersteuning thuis, totaal Noordwijkerhout 2022*
Ondersteuning thuis, totaal Oosterhout 2022* 5.280 93 5.585 99
Hulp bij het huishouden Houten 2022* 2.188 43 2.288 45
Hulp bij het huishouden Noordwijkerhout 2022*
Hulp bij het huishouden Oosterhout 2022* 6.962 123 6.995 124
Verblijf en opvang, totaal Houten 2022* . . . .
Verblijf en opvang, totaal Noordwijkerhout 2022*
Verblijf en opvang, totaal Oosterhout 2022* . . . .
Hulpmiddelen en diensten, totaal Houten 2022* 1.482 29 1.373 27
Hulpmiddelen en diensten, totaal Noordwijkerhout 2022*
Hulpmiddelen en diensten, totaal Oosterhout 2022* 2.773 49 2.887 51
Overig persoonsgebonden budget Houten 2022*
Overig persoonsgebonden budget Noordwijkerhout 2022*
Overig persoonsgebonden budget Oosterhout 2022*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de begrote en gerealiseerde gemeentelijke uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) voor maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar type maatwerkvoorziening en zijn zowel uitgedrukt in duizenden euro’s als in duizenden euro’s per 1000 inwoners.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan het CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.
De eerste uitvraag betreft een nul-meting, welke het jaar 2017 en 2018 bevat. Bij de nulmeting werd toestemming gevraagd voor publicatie, welke niet door alle gemeenten gegeven is. Vanaf de uitvraag in 2020 (zorgjaar 2018 en 2019) betreft dit een wettelijk verplichte uitvraag en worden alle aangeleverde cijfers gepubliceerd.

Vanaf 2018 is een extra uitsplitsing aan de dimensie type maatwerkvoorziening toegevoegd: Overig PGB. Deze uitsplitsing bevat uitgaven aan maatwerkvoorzieningen gefinancierd vanuit Persoonsgebonden Budget (PGB) die niet onder te brengen zijn bij een specifieke post. Gemeenten hebben in beperkte mate gebruik gemaakt van deze extra post. Daarom is deze post alleen weergegeven in de tabel bij het landelijk totaal en niet per gemeente. Wanneer kosten bij Overig Persoonsgebonden Budget zijn ingevuld, dan zijn ze wel meegenomen in het totaal. In 2018 gaat het om in totaal 15721 duizend euro aan begrote en 13173 duizend euro aan gerealiseerde kosten, aangeleverd door 27 gemeenten. In 2019 is in totaal 22520 duizend euro aan begrote en 21786 duizend euro aan gerealiseerde kosten ondergebracht bij deze post, aangeleverd door 51 gemeenten. In 2020 is in totaal 23980 duizend euro aan begrote en 40024 duizend euro aan gerealiseerde kosten geboekt op deze post, aangeleverd door 57 gemeenten. In 2021 is in totaal 41583 duizend euro aan begrote en 36277 duizend euro aan gerealiseerde kosten geboekt op deze post, aangeleverd door 73 gemeenten. In 2022 is in totaal 38719 duizend euro aan begrote en 34497 duizend euro aan gerealiseerde kosten geboekt op deze post, aangeleverd door 70 gemeenten.
De maatwerkvoorzieningen Verblijf en Opvang worden doorgaans op regionaal niveau georganiseerd door de 44 centrumgemeenten en zijn daarom alleen bij deze centrumgemeenten en dus niet bij de regiogemeenten vermeld in de tabel. Vooruitlopend op het woonplaatsbeginsel wordt in een aantal regiogemeenten de toegang voor Beschermd wonen en/of Maatschappelijk opvang al lokaal georganiseerd. Bij deze tabel worden alle uitgaven binnen deze categorie bij de centrumgemeente vermeld (ook als ze door een regiogemeente zijn aangeleverd). Hierdoor is in verslagjaar 2022 dit bedrag niet voor elke centrumgemeente representatief voor de door hun gemaakte zorgkosten.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over 2022 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 8 februari 2024:
Ten behoeve van uniformiteit is de term 'maatwerkarrangement(en)' vervangen door 'maatwerkvoorziening(en)'. Dit betreft alleen een tekstuele aanpassing, de onderliggende definitie blijft hetzelfde. De aanpassing heeft geen gevolgen voor de cijfers.
Het productlabel 'Overige maatwerkarrangementen' blijft ongewijzigd conform de iWmo-standaard productcode.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe jaarcijfers worden uiterlijk 12 maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Bij de publicatie van nieuwe jaarcijfers worden de cijfers van voorafgaande jaren waar nodig bijgesteld en definitief.

Toelichting onderwerpen

Begrote uitgaven
Begrote uitgaven: budget dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode zijn toegekend of voorzien. De uitvraag van begrotingscijfers voor de GMSD betreft niet de budgetten die door het Rijk ter beschikking zijn gesteld, maar de door de Raad vastgestelde begroting.
Begrote uitgaven per 1000 inwoners
Begrote uitgaven per 1 000 inwoners: budget per 1 000 inwoners dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode zijn toegekend of voorzien. De uitvraag van begrotingscijfers voor de GMSD betreft niet de budgetten die door het Rijk ter beschikking zijn gesteld, maar de door de Raad vastgestelde begroting.
Gerealiseerde uitgaven
Gerealiseerde uitgaven: kosten die betaald zijn of kosten van voorzieningen die in de periode zijn afgesloten waarvan de betaling later kan plaatsvinden.
Gerealiseerde uitgaven per 1000 inwoners
Gerealiseerde uitgaven per 1 000 inwoners: kosten per 1 000 inwoners die betaald zijn of kosten per 1 000 inwoners van voorzieningen die in de periode zijn afgesloten waarvan de betaling later kan plaatsvinden.