Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Regio's Perioden Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Overige inkomensoverdrachten (ontvangen) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (mln euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Inkomen uit vermogen (ontvangen) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Overige inkomensoverdrachten (ontvangen) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (euro)
Nederland 2021* 17.592 80.103 3.351 1.003 4.569
Noord-Nederland (LD) 2021* 1.783 5.804 2.682 1.026 3.340
Oost-Nederland (LD) 2021* 3.573 14.332 3.109 964 3.869
West-Nederland (LD) 2021* 8.507 44.248 3.646 1.014 5.273
Zuid-Nederland (LD) 2021* 3.729 15.719 3.239 1.008 4.248
Groningen (PV) 2021* 724 1.956 2.541 1.230 3.323
Fryslân (PV) 2021* 605 2.071 2.594 927 3.173
Drenthe (PV) 2021* 454 1.777 2.963 916 3.581
Overijssel (PV) 2021* 1.127 4.152 2.985 964 3.551
Flevoland (PV) 2021* 401 1.608 2.401 929 3.726
Gelderland (PV) 2021* 2.045 8.572 3.323 972 4.075
Utrecht (PV) 2021* 1.386 7.643 3.730 1.015 5.597
Noord-Holland (PV) 2021* 2.984 17.314 4.026 1.029 5.972
Zuid-Holland (PV) 2021* 3.786 17.796 3.375 1.012 4.758
Zeeland (PV) 2021* 351 1.496 3.120 910 3.874
Noord-Brabant (PV) 2021* 2.549 11.582 3.360 987 4.483
Limburg (PV) 2021* 1.179 4.137 2.959 1.056 3.703
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De regionale rekeningen voor huishoudens in deze tabel beschrijven de primaire en de secundaire verdeling van de inkomensrekening van de sector huishoudens.
Deze rekeningen kunnen worden gebruikt voor het maken van interregionale vergelijkingen van de belangrijkste transacties waarbij huishoudens betrokken zijn.
De sector huishoudens bevat alle natuurlijke personen die langer dan een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Naast de op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, worden ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen, internaten e.d. tot de huishoudens gerekend. Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben, wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de zelfstandigen en de eigenwoningbezitters.

Gegevens beschikbaar vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De gegevens van de jaren 2015 tot en met 2021 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 25 oktober 2023.
Het voorlopig verslagjaar 2021 is toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2024 komt het voorlopig jaar 2022 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Transacties in mln euro
Veranderingen in vermogenscomponenten (bezittingen en schulden) van Nederlandse huishoudens. Bedragen in miljoen euro.
Inkomensverdeling (secundaire verdeling)
Herverdeling van het primair inkomen over deelnemers aan het economisch proces door inkomensoverdrachten.

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Overige inkomensoverdrachten (ontvangen)
Totaal overige inkomensoverdrachten (middelen) omvatten:
Toegerekende sociale premies, Schadeverzekeringsuitkeringen en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd. Toegerekende sociale premies (zelfstandigen).
In deze transactie wordt de tegenwaarde geregistreerd van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers (zelfstandigen) aan hun (voormalige) werknemers.
Schadeverzekeringsuitkeringen
Schadeverzekeringsuitkeringen zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten
verzekeringsinstellingen aan ingezeten en niet-ingezeten polishouders.
Overige inkomensoverdrachten
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Belastingen op inkomen en vermogen
Alle verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die regelmatig door de overheid en door het buitenland over het inkomen en het vermogen van institutionele eenheden worden geheven.
Bij vennootschappen omvatten de belastingen op inkomen en vermogen met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen.
Bij huishoudens worden als belastingen op inkomen en vermogen alle belastingen beschouwd, die periodiek worden geheven op het inkomen of het vermogen, zoals inkomstenbelasting, loonbelasting en vermogensbelasting. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als kapitaaloverdrachten aangemerkt.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de bruto registratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen..
Transacties per hoofd van de bevolking
Voor de berekening van de cijfers per hoofd van de bevolking, zijn de waardebedragen per regio gedeeld door de aantallen personen in de desbetreffende regio.
Inkomensverdeling (primaire verdeling)
De primaire inkomensverdelingsrekening beschrijft de verdeling van de toegevoegde waarde over de deelnemers (d.w.z. de leveranciers van de productiefactoren arbeid en kapitaal) aan het productieproces.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Inkomen uit vermogen (ontvangen)
Rente + dividenden + inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + ingehouden winst op directe buitenlandse investeringen + inkomen uit grond en minerale reserves.
Inkomensverdeling (secundaire verdeling)
Herverdeling van het primair inkomen over deelnemers aan het economisch proces door inkomensoverdrachten.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Overige inkomensoverdrachten (ontvangen)
Totaal overige inkomensoverdrachten (middelen) omvatten:

Toegerekende sociale premies, Schadeverzekeringsuitkeringen en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd.
Toegerekende sociale premies (zelfstandigen).
In deze transactie wordt de tegenwaarde geregistreerd van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers (zelfstandigen) aan hun (voormalige) werknemers.

Schadeverzekeringsuitkeringen
Schadeverzekeringsuitkeringen zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten verzekeringsinstellingen aan ingezeten en niet-ingezeten polishouders.
Overige inkomensoverdrachten
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Belastingen op inkomen en vermogen
Alle verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die regelmatig door de overheid en door het buitenland over het inkomen en het vermogen van institutionele eenheden worden geheven.
Bij vennootschappen omvatten de belastingen op inkomen en vermogen met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen.
Bij huishoudens worden als belastingen op inkomen en vermogen alle belastingen beschouwd, die periodiek worden geheven op het inkomen of het vermogen, zoals inkomstenbelasting, loonbelasting en vermogensbelasting. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als kapitaaloverdrachten aangemerkt.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de bruto registratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen.