Biologische- en niet-biologische landbouwbedrijven; financiële gegevens
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
De tabel bevat cijfers over de waarde van de standaard opbrengst, winst- en verliesrekening en de balans van landbouwactoren uitgesplitst naar biologische- en gangbare landbouwbedrijven per bedrijfstype.
Gegevens beschikbaar vanaf :2011.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn nu definitief.
Wijzigingen per 18 februari 2021:
De definitieve cijfers van 2018 zijn toegevoegd en de onderliggende coderingen van de in deze tabel gebruikte classificaties (Landbouwmethoden) zijn aangepast.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden naar verwachting medio december 2021 gepubliceerd.
Gegevens beschikbaar vanaf :2011.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn nu definitief.
Wijzigingen per 18 februari 2021:
De definitieve cijfers van 2018 zijn toegevoegd en de onderliggende coderingen van de in deze tabel gebruikte classificaties (Landbouwmethoden) zijn aangepast.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden naar verwachting medio december 2021 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Aantal landbouwbedrijven
- Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties). - Standaard opbrengst (SO waarde)
- Standaard Opbrengst (SO)
Een gestandaardiseerde maat voor de economische omvang van agrarische bedrijven, gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld op jaarbasis per gewas of diercategorie wordt behaald.
Per gewas en diercategorie worden SO-normen vastgesteld, deze zijn gebaseerd op gemiddelde waarden over een periode van vijf jaar, en worden om de drie jaar geactualiseerd.
Het middelste jaar geldt als referentiejaar bij de aanduiding van de SO-normen (zo is de SO2010 gebaseerd op de jaren 2008 tot en met 2012).
De SO van een bedrijf is de som van de totale SO van alle gewassen en dieren.
SO wordt uitgedrukt in euro's. - Balans
- Activa
- Totaal activa
- Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) aan het einde van een boekjaar, meestal ingedeeld naar kalenderjaar.
- Immateriële vaste activa
- Het totaal van de boekwaarde aan identificeerbaar, niet-monetair actief bezit of eigendom zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden. Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
- Materiële vaste activa
- Deze post vertegenwoordigt de totale boekwaarde van de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming. Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers, transportmiddelen.
- Financiële vaste activa
- Dit is de boekwaarde van de financiële belangen of deelnemingen in gelieerde maatschappijen, het bezit aan andere langlopende vorderingen en het bezit aan effecten.
- Voorraden
- Onder voorraden wordt verstaan: goederen die bestemd zijn om te worden verkocht, of te worden verbruikt bij het vervaardigen van goederen, of het verlenen van diensten. Voorbeelden zijn: grond- en hulpstoffen, onderhanden werk, gereed product en handelsgoederen en vooruitbetalingen op voorraden.
- Vorderingen
- Deze post omvat de opeisbare geldclaims op gelieerde maatschappijen, participanten, handelsdebiteuren, overlopende activa en overige vorderingen.
- Effecten
- Effecten zijn (op een beurs) verhandelbare rechten met een financiële waarde. Voorbeelden zijn aandelen, obligaties, opties en termijncontracten.
- Liquide middelen
- Liquide middelen zijn het totaal aan chartaal of giraal geld en beleggingen die op zeer korte termijn in geld kunnen worden omgezet.
- Passiva
- Totaal passiva
- Het betreft hier de totale waarde van alle passiva (= schulden) aan het einde van een boekjaar, meestal ingedeeld naar kalenderjaar.
- Totaal eigen vermogen
- Eigen vermogen c.q. fiscaal ondernemingsvermogen
Deze post betreft het commercieel eigen vermogen van zelfstandigen en rechtspersonen.
- Oudedagsreserve
- Fiscale Oudedagsreserve, het deel van de winst dat een ondernemer voor de inkomstenbelasting daadwerkelijk als geld opzij zet voor de oudedagsvoorziening.
- Ondernemingsvermogen
- Ondernemingsvermogen exclusief fiscale reserves. Deze post is de som ven het eigenvermogen en de herwaarderingsreserves.
- Terugkeerreserve
- Een reserve op de balans van een onderneming die wordt voortgezet door een belastingplichtige onder de voorwaarde dat de belastingplichtige aandelen of winstbewijzen bezit op het moment van voortzetting van de onderneming. De omvang van deze reserve wordt bepaald conform artikel 3.54a van de Wet op inkomstenbelasting 2001.
- Totaal voorzieningen
- Hieronder worden de zeer waarschijnlijke, toekomstige verplichtingen verstaan waarvan de omvang met een betrouwbare mate van zekerheid vooraf is in te schatten. Alleen is het tijdstip van betaling onbekend.
- Langlopende schulden
- Het totaal aan rentedragende schulden met een (resterende) looptijd langer dan een jaar.
- Kortlopende schulden
- Het totaal aan rentedragende schulden met een looptijd korter dan een jaar.
- Winst- en verliesrekening
- Bedrijfsopbrengsten
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- De som van opbrengsten verkregen uit: de netto omzet, vorderingen op gelieerde maatschappijen, boekwinst op activa, vorderingen op participanten, banktegoeden en overige vorderingen, dividend, activa, effecten, subsidies, werk voor derden en overige activiteiten.
- Netto omzet
- Tot de netto-omzet wordt gerekend:
1. De aan derden in rekening gebrachte bedragen voor geleverde goederen en/of verleende diensten.
2. De toe- of afneming van de voorraad gereed product en onderhanden.
3. De kostprijsverhogende belastingen.
4. De in eigen beheer vervaardigde vaste activa bestemd voor het eigenwerk.
- Bedrijfskosten
- Totaal bedrijfskosten
- De post bedrijfskosten is de som van de kosten van de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
- Kosten grond- en hulpstoffen
- De som van de kosten voor grond- en hulpstoffen, inkoopprijs van de verkopen, uitbesteed werk en andere externe kosten.
- Personeelskosten
- De som van de lonen, arbeidsbeloning fiscale partner, salarissen, sociale- en pensioenlasten.
- Afschrijving
- Dit is de som van de afschrijvingen op de balans van goodwill, concessies, vergunningen en intellectuele eigendommen, gebouwen, terreinen, machines en installatie, inventaris, transportmiddelen, productierechten en overige afschrijvingen.
- Overige immateriële en materiële activa
- Dit is de som van de afschrijvingen op de balans van niet nader gespecificeerde activa.
- Waardevermindering van vlottende activa
- De waardevermindering van voorraden, debiteuren en liquide middelen.
- Overige bedrijfskosten
- De som van niet nader gespecificeerde uitgaven.
- Financiële baten en lasten
- Totaal financiële baten en lasten
- Renteopbrengsten
- Opbrengsten van rente op banktegoeden.
- Kosten van schulden
- Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
- De bedrijfsopbrengsten minus de bedrijfskosten.
- Buitengewone resultaten
- Het saldo van de buitengewone baten minus de buitengewone lasten.
- Totaal resultaten
- Buitengewone baten
- De som van de baten uit de opheffing van een positief terugkeerreserve, een stakingsresultaat en overige niet gespecificeerde buitengewone baten.
- Buitengewone lasten
- De som van de lasten in verband met de afboeking van een herinvesteringsreserve op gekochte activa, de afboeking van een negatieve terugkeerreserve en overige niet gespecificeerde lasten.
- Saldo fiscale winstberekening
- De som van het bedrijfsresultaat, het financiële resultaat, het saldo voorzieningen en het buitengewoon resultaat.