Landbouw; investeringen en voorraden, nationale rekeningen

Landbouw; investeringen en voorraden, nationale rekeningen

Perioden Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Aanplantingen (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Dieren (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) (mln euro) Waarde prijsniveau 2015 Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde prijsniveau 2015 Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Aanplantingen (mln euro) Waarde prijsniveau 2015 Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Dieren (mln euro) Waarde prijsniveau 2015 Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde prijsniveau 2015 Verbruik van vaste activa (-) (mln euro) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Totaal (%) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Aanplantingen (%) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Dieren (%) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Totaal (%) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Verbruik van vaste activa (-) (%) Prijsindexcijfers Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Totaal (2015=100) Prijsindexcijfers Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Aanplantingen (2015=100) Prijsindexcijfers Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Dieren (2015=100) Prijsindexcijfers Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Totaal (2015=100) Prijsindexcijfers Verbruik van vaste activa (-) (2015=100)
2022* 272 105 167 4.587 4.932 181 96 -2.006 3.827 4.134 17,7 5,1 27,0 3,1 0,3 150,1 109,4 -8,3 119,8 119,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen. De cijfers hebben betrekking op de bruto investeringen en de veranderingen in voorraden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De jaren in de periode 1995-2020 zijn definitief. Het meest recente verslagjaar 2021 heeft de status voorlopig.

Wijzigingen per 10 augustus 2022:
Gegevens van de voorlopige raming van 2021 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.
Met ingang van medio 2016 is het publicatie- en revisiebeleid van de nationale rekeningen herzien. In paragraaf 3 wordt verwezen naar aanvullende informatie over deze veranderingen.

Toelichting onderwerpen

Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Landbouwproducten
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Totaal
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Aanplantingen
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa in de vorm van aanplantingen die herhaaldelijk vrucht opleveren.
Dieren
Omvat de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Niet-landbouwproducten
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen computers (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov. wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Waarde prijsniveau 2015
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het basisjaar 2015. Hiertoe zijn inflatiecorrecties gebruikt. Zonder dergelijke correcties spreekt men van waarde in werkelijke prijzen.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Landbouwproducten
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Totaal
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Aanplantingen
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa in de vorm van aanplantingen die herhaaldelijk vrucht opleveren.
Dieren
Omvat de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Niet-landbouwproducten
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar
Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen- of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele veranderingen.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Landbouwproducten
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Totaal
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Aanplantingen
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa in de vorm van aanplantingen die herhaaldelijk vrucht opleveren.
Dieren
Omvat de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Niet-landbouwproducten
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Prijsindexcijfers
Het gewogen gemiddelde van de prijsveranderingen van de onderdelen van een bepaalde variabele. Deflatoren ten opzichte van het referentiejaar 2015.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Landbouwproducten
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Totaal
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Aanplantingen
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa in de vorm van aanplantingen die herhaaldelijk vrucht opleveren.
Dieren
Omvat de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Niet-landbouwproducten
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.