Akkerbouwgewassen; voorlopige en definitieve oogstraming

Akkerbouwgewassen; voorlopige en definitieve oogstraming

Gewassen Perioden Beteelde oppervlakte Voorlopige oogstraming (ha) Geoogste oppervlakte Definitieve oogstraming (ha) Geoogste oppervlakte Verschil geoogst t.o.v. beteeld (%) Bruto opbrengst per ha Voorlopige oogstraming (1 000 kg) Bruto opbrengst per ha Definitieve oogstraming (1 000 kg) Bruto opbrengst per ha Verschil (%) Totale bruto opbrengst Voorlopige oogstraming (1 000 kg) Totale bruto opbrengst Definitieve oogstraming (1 000 kg) Totale bruto opbrengst Verschil (%)
Tarwe (totaal) 2020 109.621 108.908 -0,7 9,4 8,8 -6,4 1.030.620 953.863 -7,4
Tarwe (totaal) 2021 119.416 118.139 -1,1 8,6 8,0 -7,0 1.024.454 970.501 -5,3
Tarwe (totaal) 2022 124.613 123.788 -0,7 10,4 9,6 -7,7 1.292.631 1.190.494 -7,9
Tarwe, winter 2020 92.824 92.462 -0,4 9,8 9,2 -6,1 909.734 848.718 -6,7
Tarwe, winter 2021 106.819 105.969 -0,8 8,7 8,0 -8,0 934.416 889.405 -4,8
Tarwe, winter 2022 108.574 107.813 -0,7 10,7 9,9 -7,5 1.157.694 1.070.050 -7,6
Tarwe, zomer 2020 16.797 16.447 -2,0 7,2 6,4 -11,1 120.879 105.146 -13,0
Tarwe, zomer 2021 12.597 12.171 -3,4 7,1 7,0 -1,4 90.038 81.096 -9,9
Tarwe, zomer 2022 16.039 15.975 -0,4 8,4 7,5 -10,7 134.937 120.445 -10,7
Gerst, winter 2020 9.711 9.618 -1,1 8,8 7,6 -13,6 85.095 73.176 -14,0
Gerst, winter 2021 9.775 9.632 -1,5 8,5 8,0 -5,9 82.657 76.619 -7,3
Gerst, winter 2022 10.555 10.508 -0,4 9,8 8,9 -9,2 103.547 93.199 -10,0
Gerst, zomer 2020 28.965 28.763 -0,7 6,3 6,2 -1,6 183.729 178.836 -2,7
Gerst, zomer 2021 20.303 20.041 -1,3 6,4 6,0 -6,3 129.374 124.603 -3,7
Gerst, zomer 2022 26.353 26.017 -1,3 7,6 7,6 0,0 200.706 196.757 -2,0
Rogge 2020 1.903 1.781 -6,4 3,5 4,4 25,7 6.690 7.782 16,3
Rogge 2021 2.203 2.128 -3,4 3,5 4,0 14,3 7.710 8.185 6,2
Rogge 2022 2.285 2.223 -2,7 3,9 4,2 7,7 8.977 9.234 2,9
Haver 2020 1.568 1.566 -0,1 5,6 5,0 -10,7 8.826 7.804 -11,6
Haver 2021 1.387 1.382 -0,4 5,2 5,0 -3,8 7.215 7.443 3,2
Haver 2022 1.492 1.471 -1,4 6,1 6,0 -1,6 9.140 8.792 -3,8
Triticale 2020 1.183 1.165 -1,5 5,8 4,8 -17,2 6.847 5.579 -18,5
Triticale 2021 1.251 1.204 -3,8 5,2 5,0 -3,8 6.505 5.766 -11,4
Triticale 2022 1.279 1.274 -0,4 6,1 5,4 -11,5 7.835 6.865 -12,4
Maïs, korrelmaïs 2020 12.835 12.732 -0,7 7,6 11,6 52,6 97.134 147.208 51,6
Maïs, korrelmaïs 2021 11.537 11.228 -2,7 8,9 13,0 46,1 102.119 143.780 40,8
Maïs, korrelmaïs 2022 13.755 13.642 -0,8 9,6 12,1 26,0 132.011 164.857 24,9
Maïs, snijmaïs 2020 195.756 194.654 -0,6 36,2 44,9 24,0 7.078.299 8.747.475 23,6
Maïs, snijmaïs 2021 186.428 183.255 -1,7 42,0 46,0 9,5 7.837.753 8.339.527 6,4
Maïs, snijmaïs 2022 183.324 182.857 -0,3 44,0 45,0 2,3 8.058.645 8.230.659 2,1
Maïs, corn cob mix 2020 6.732 6.690 -0,3 8,7 10,7 23,0 58.342 71.764 23,0
Maïs, corn cob mix 2021 5.855 5.973 2,0 10,0 14,0 40,0 58.422 83.581 43,1
Maïs, corn cob mix 2022 6.594 6.488 -1,6 10,0 11,2 12,0 66.204 72.529 9,6
Bruine bonen 2020 2.127 2.127 0,0 2,7 2,4 -11,1 5.637 5.105 -9,4
Bruine bonen 2021 2.061 2.061 0,0 3,2 3,0 -6,3 6.595 6.595 0,0
Bruine bonen 2022 1.199 1.199 0,0 2,3 2,3 0,0 2.699 2.759 2,2
Koolzaad (totaal) 2020 1.695 1.675 -1,2 3,6 3,6 0,0 6.116 5.946 -2,8
Koolzaad (totaal) 2021 1.505 1.454 -3,4 3,1 3,0 -3,2 4.723 4.437 -6,1
Koolzaad (totaal) 2022 1.610 1.499 -6,9 4,3 4,4 2,3 6.987 6.649 -4,8
Vlas 2020 2.377 1.925 -19,0 3,8 3,8 0,0 9.081 7.353 -19,0
Vlas 2021 1.885 1.798 -4,6 6,3 6,0 -4,8 11.876 11.327 -4,6
Vlas 2022 1.985 1.945 -2,0 5,2 5,2 0,0 10.057 10.114 0,6
Lijnzaad 2020 2.377 1.925 -19,0 0,7 0,7 0,0 1.771 1.434 -19,0
Lijnzaad 2021 1.885 1.798 -4,6 0,8 1,0 25,0 1.414 1.348 -4,7
Lijnzaad 2022 1.985 1.945 -2,0 1,0 1,0 0,0 1.945 1.945 0,0
Cichorei 2020 3.853 3.778 -1,9 39,7 38,2 -3,8 152.909 144.434 -5,5
Cichorei 2021 3.839 3.779 -1,6 42,2 43,0 1,9 161.940 161.998 0,0
Cichorei 2022 3.514 3.435 -2,2 38,4 42,1 9,6 135.038 144.788 7,2
Hennep 2020 1.827 1.827 0,0 7,1 7,0 -1,4 12.895 12.786 -0,8
Hennep 2021 1.703 1.703 0,0 7,8 8,0 2,6 13.283 13.281 0,0
Hennep 2022 1.684 1.684 0,0 8,4 8,4 0,0 14.058 14.142 0,6
Aardappelen (totaal) 2020 165.614 164.504 -0,7 42,8 42,7 -0,2 7.089.712 7.020.062 -1,0
Aardappelen (totaal) 2021 160.365 159.041 -0,8 43,3 42,0 -3,0 6.938.092 6.675.592 -3,8
Aardappelen (totaal) 2022 163.059 162.279 -0,5 45,0 42,6 -5,3 7.333.714 6.915.875 -5,7
Consumptieaardappelen (totaal) 2020 76.706 75.771 -1,2 48,5 48,6 0,2 3.719.252 3.681.626 -1,0
Consumptieaardappelen (totaal) 2021 71.388 70.344 -1,5 49,0 47,0 -4,1 3.500.108 3.287.615 -6,1
Consumptieaardappelen (totaal) 2022 76.596 75.881 -0,9 51,3 47,1 -8,2 3.926.687 3.577.193 -8,9
Pootaardappelen (totaal) 2020 43.803 43.629 -0,4 . 34,5 . 1.507.199
Pootaardappelen (totaal) 2021 43.808 43.548 -0,6 35,0 1.527.814
Pootaardappelen (totaal) 2022 43.157 43.092 -0,2 . 37,0 . 1.593.443
Zetmeelaardappelen 2020 45.106 45.104 0,0 . 40,6 . 1.831.237
Zetmeelaardappelen 2021 45.168 45.150 0,0 41,0 1.860.163
Zetmeelaardappelen 2022 43.306 43.306 0,0 . 47,1 . 1.745.240
Suikerbieten 2020 81.450 81.459 0,0 82,9 82,1 -1,0 6.749.731 6.691.364 -0,9
Suikerbieten 2021 80.722 80.694 0,0 81,0 81,0 0,0 6.538.482 6.555.960 0,3
Suikerbieten 2022 81.744 81.751 0,0 87,2 88,8 1,8 7.128.102 7.256.560 1,8
Zaai-uien 2020 27.280 26.844 -1,6 49,5 49,0 -1,0 1.350.338 1.314.081 -2,7
Zaai-uien 2021 30.126 29.873 -0,8 52,2 49,0 -6,1 1.571.936 1.467.103 -6,7
Zaai-uien 2022 27.422 27.277 -0,5 44,2 44,5 0,7 1.211.577 1.214.792 0,3
Zaaiuien: geel 2020
Zaaiuien: geel 2021
Zaaiuien: geel 2022 22.512 22.370 -0,6 44,5 45,5 2,2 1.001.113 1.018.407 1,7
Zaaiuien: rood 2020
Zaaiuien: rood 2021
Zaaiuien: rood 2022 4.910 4.907 -0,1 42,9 40,0 -6,8 210.464 196.385 -6,7
Zaai-uien na uitval 2020 .
Zaai-uien na uitval 2021 .
Zaai-uien na uitval 2022 .
Poot- en plantuien (2e jaars) 2020 6.487 6.343 -2,2 53,9 44,5 -17,4 349.617 282.560 -19,2
Poot- en plantuien (2e jaars) 2021 6.223 6.118 -1,7 56,2 52,0 -7,5 349.533 320.757 -8,2
Poot- en plantuien (2e jaars) 2022 5.784 5.776 -0,1 48,9 46,3 -5,3 282.666 267.649 -5,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de beteelde en de geoogste oppervlakte, de opbrengst per hectare en de totale opbrengst in een oogstjaar, per akkerbouwgewas. Zowel de resultaten van de voorlopige oogstraming als de resultaten van de definitieve oogstraming worden in deze tabel weergegeven, evenals het percentage verschil.

Om tot het cijfer voor de opbrengst te komen wordt eerst een voorlopige oogstraming gemaakt. Dat gebeurt in de maanden augustus tot en met oktober.
Na deze raming worden de cijfers van de definitieve oogstraming in de maanden december tot en met maart van het jaar na het oogstjaar gemaakt.
Deze cijfers zijn nog voorlopig tot eind september in het jaar na het oogstjaar.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2010.

Status van de cijfers
De cijfers van de oogstraming 2021 zijn definitief.

Wijziging per 31 januari 2023:
De cijfers van de definitieve oogstraming 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige ramingen voor de granen worden eind september van het oogstjaar gepubliceerd. De voorlopige ramingen voor de overige gewassen worden eind oktober van het oogstjaar gepubliceerd. De voorlopige ramingen worden in deze tabel na publicatie niet meer aangepast. De cijfers van de definitieve oogstraming worden gepubliceerd eind januari en geactualiseerd eind maart van het jaar na het oogstjaar. Deze cijfers zijn nog voorlopig tot eind september in het jaar na het oogstjaar

Toelichting onderwerpen

Beteelde oppervlakte
Aantal hectares landbouwgrond waarop het gewas verbouwd wordt.
Voorlopige oogstraming
De voorlopige oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling en schattingen van de opbrengst per hectare afkomstig van een inventarisatie van Delphy.
Geoogste oppervlakte
Bij de voorlopige raming is dit in principe gelijk aan de beteelde oppervlakte. Bij de definitieve oogstraming is dit de oppervlakte waarvan al geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Dat is dus de oppervlakte waarop daadwerkelijk productie heeft plaatsgevonden. Dit kan door omstandigheden (bijvoorbeeld wateroverlast) minder zijn dan de oorspronkelijk beteelde oppervlakte.
Definitieve oogstraming
De bruto opbrengst van de definitieve oogstraming is gebaseerd op een steekproefenquête onder bedrijven met akkerbouwgewassen. Deze bedrijven geven anders dan in de voorlopige raming, niet de beteelde oppervlakte op, maar de oppervlakte die al geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Door omstandigheden kan de oppervlakte grond waarvan geoogst is kleiner zijn dan de oorspronkelijk beteelde oppervlakte. Ook wordt gevraagd naar de niet-geoogste oppervlakte. De beteelde oppervlakte bij de definitieve oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling.
Verschil geoogst t.o.v. beteeld
Procentuele aanpassing van de daadwerkelijk geoogste oppervlakte van een gewas ten opzichte van de definitieve teeltoppervlakte van de Landbouwtelling.
Bruto opbrengst per ha
Bij de bepaling van de opbrengst per hectare (de gemiddelde opbrengst) wordt alleen gerekend met de hectares die daadwerkelijk geoogst zijn of nog geoogst zullen worden. Hectares die beteeld waren maar waarvan de opbrengst verloren is gegaan (bijvoorbeeld door wateroverlast) tellen dus niet mee.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de situatie waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten. Bij snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent. De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graan meer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.
Voorlopige oogstraming
De voorlopige oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling en schattingen van de opbrengst per hectare afkomstig van een inventarisatie van Delphy.
Definitieve oogstraming
De bruto opbrengst van de definitieve oogstraming is gebaseerd op een steekproefenquête onder bedrijven met akkerbouwgewassen. Deze bedrijven geven anders dan in de voorlopige raming, niet de beteelde oppervlakte op, maar de oppervlakte die al geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Door omstandigheden kan de oppervlakte grond waarvan geoogst is kleiner zijn dan de oorspronkelijk beteelde oppervlakte. Ook wordt gevraagd naar de niet-geoogste oppervlakte. De beteelde oppervlakte bij de definitieve oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling.
  
Verschil
Procentuele aanpassing van de definitieve bruto opbrengst per hectare ten opzichte van de voorlopige bruto opbrengst per hectare.
Totale bruto opbrengst
Tot de totale opbrengst (totale bruto productie) behoort alles wat geoogst is of (vermoedelijk) geoogst gaat worden. Tot de totale opbrengst behoort ook dat deel van de productie dat om bijzondere redenen niet geschikt is voor zijn oorspronkelijke bestemming. Dit geldt echter alleen als het nog wel voor andere normale bedrijfsdoeleinden kan worden aangewend (bijv. aardappelen, die alleen nog voor veevoeder te gebruiken zijn). Hierdoor is de totale bruto opbrengst niet gelijk aan de handelsproductie.
De opbrengsten van korrelmaïs en corn cob mix zijn berekend in de situatie waarin deze geoogste gewassen 35 procent vocht zouden bevatten. Bij snijmaïs is dit gewicht berekend bij een vochtgehalte van 65 procent.De opbrengst van graan (tarwe, gerst, haver, rogge en triticale) wordt in de voorlopige raming bepaald als het bruto gewicht van de geoogste korrels. In de definitieve raming is dit het gewicht in de situatie waarin elke korrel 16 procent vocht zou bevatten.
Toelichting:
Graan met 16 procent vocht (of minder) is zodanig droog dat het zonder problemen bewaard kan worden. Meer vocht zou betekenen dat het graan eerst gedroogd moet worden voordat het opgeslagen kan worden. Dat drogen kost geld en de bedrijven zullen dus bij voorkeur oogsten bij 16 procent vochtgehalte. Maar dat lukt niet altijd; in werkelijkheid kan het graanmeer vocht bevatten. Om toch tot een goede schatting te komen van de daadwerkelijke 'droge' opbrengst worden alle individuele opgaven van de opbrengsten per hectare (waarvan ook het werkelijke vochtgehalte bekend is) omgerekend naar de situatie met 16 procent vocht in de korrels.
Voorlopige oogstraming
De voorlopige oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling en schattingen van de opbrengst per hectare afkomstig van een inventarisatie van Delphy.
  
Definitieve oogstraming
De bruto opbrengst van de definitieve oogstraming is gebaseerd op een steekproefenquête onder bedrijven met akkerbouwgewassen. Deze bedrijven geven anders dan in de voorlopige raming, niet de beteelde oppervlakte op, maar de oppervlakte die al geoogst is of naar verwachting nog geoogst zal worden. Door omstandigheden kan de oppervlakte grond waarvan geoogst is kleiner zijn dan de oorspronkelijk beteelde oppervlakte. Ook wordt gevraagd naar de niet-geoogste oppervlakte. De beteelde oppervlakte bij de definitieve oogstraming is gebaseerd op gegevens over de oppervlaktes beteelde grond (in hectares) zoals waargenomen in de Landbouwtelling.
Verschil
Procentuele aanpassing van de definitieve bruto totale opbrengst ten opzichte van de voorlopige bruto totale opbrengst. Dit verschil toont dus de combinatie van het verschil in de voorlopige en definitieve bruto hectare opbrengst en het verschil tussen de geoogste oppervlakte en de voorlopige teeltoppervlakte.