Saldo en schuld; overheidssectoren

Saldo en schuld; overheidssectoren

Institutionele sectoren Perioden Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Saldo (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Inkomsten (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw saldo Uitgaven (-) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Mutatie schuld (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Tekort (EMU) (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in financiële activa (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Transacties in passiva, niet EMU-schuld (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Waarderingsverschillen (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Opbouw mutatie schuld (EMU) Statistisch verschil (mln euro) Saldo en schuld in mln euro Aandeel overheidsschuld (mln euro) Saldo en schuld in % bbp Saldo (in % van bbp) Saldo en schuld in % bbp Schuld (EMU) (in % van bbp) Saldo en schuld in % bbp Aandeel overheidsschuld (in % van bbp)
Overheid 2022 4e kwartaal* -1.584 111.967 -113.551 480.548 29.564 1.584 25.503 2.434 143 -100 480.548 -0,1 50,1 50,1
Overheid 2022* -898 416.023 -416.921 480.548 30.889 898 25.531 -364 4.854 -30 480.548 -0,1 50,1 50,1
Overheid 2023 1e kwartaal* 3.311 108.819 -105.508 474.369 -6.179 -3.311 -9.234 587 5.759 20 474.369 -0,4 48,3 48,3
Overheid 2023 2e kwartaal* 372 116.713 -116.341 469.964 -4.405 -372 381 -2.620 635 -2.429 469.964 -0,5 46,9 46,9
Overheid 2023 3e kwartaal* -5.691 103.272 -108.963 466.907 -3.057 5.691 -13.895 2.007 476 2.664 466.907 -0,4 45,8 45,8
Overheid 2023 4e kwartaal* -1.541 117.097 -118.638 480.671 13.764 1.541 13.183 222 -911 -271 480.671 -0,3 46,5 46,5
Overheid 2023* -3.549 445.901 -449.450 480.671 123 3.549 -9.565 196 5.959 -16 480.671 -0,3 46,5 46,5
Centrale overheid 2022 4e kwartaal* -3.500 74.015 -77.515 488.342 19.495 3.500 18.687 -2.435 60 -317 465.287 -1,5 50,9 48,5
Centrale overheid 2022* -13.939 266.024 -279.963 488.342 39.331 13.939 22.717 -2.104 4.799 -20 465.287 -1,5 50,9 48,5
Centrale overheid 2023 1e kwartaal* -11.338 74.440 -85.778 480.615 -7.727 11.338 -21.198 -3.420 5.548 5 469.660 -3,0 49,0 47,9
Centrale overheid 2023 2e kwartaal* -4.389 70.162 -74.551 501.670 21.055 4.389 3.323 15.274 497 -2.428 488.683 -3,0 50,0 48,7
Centrale overheid 2023 3e kwartaal* -3.054 68.245 -71.299 489.888 -11.782 3.054 -13.820 -3.880 173 2.691 478.789 -2,2 48,1 47,0
Centrale overheid 2023 4e kwartaal* -4.723 76.229 -80.952 499.832 9.944 4.723 13.660 -6.781 -1.370 -288 488.519 -2,3 48,3 47,2
Centrale overheid 2023* -23.504 289.076 -312.580 499.832 11.490 23.504 -18.035 1.193 4.848 -20 488.519 -2,3 48,3 47,2
Rijksoverheid 2022 4e kwartaal* -3.167 71.356 -74.523 495.430 19.335 3.167 19.121 -2.634 41 -360 469.013 -1,5 51,7 48,9
Rijksoverheid 2022* -14.164 256.194 -270.358 495.430 41.143 14.164 24.005 -1.786 4.780 -20 469.013 -1,5 51,7 48,9
Rijksoverheid 2023 1e kwartaal* -11.447 71.811 -83.258 488.205 -7.225 11.447 -21.189 -2.961 5.473 5 473.720 -3,0 49,8 48,3
Rijksoverheid 2023 2e kwartaal* -4.808 67.620 -72.428 509.052 20.847 4.808 3.093 14.927 447 -2.428 492.398 -3,0 50,8 49,1
Rijksoverheid 2023 3e kwartaal* -3.343 65.639 -68.982 498.547 -10.505 3.343 -12.784 -3.814 59 2.691 483.379 -2,2 48,9 47,4
Rijksoverheid 2023 4e kwartaal* -4.005 73.613 -77.618 507.378 8.831 4.005 13.834 -7.182 -1.538 -288 491.992 -2,3 49,1 47,6
Rijksoverheid 2023* -23.603 278.683 -302.286 507.378 11.948 23.603 -17.046 970 4.441 -20 491.992 -2,3 49,1 47,6
Overige centrale overheid 2022 4e kwartaal* -333 9.438 -9.771 6.163 452 333 199 -123 0 43 -3.726 0,0 0,6 -0,4
Overige centrale overheid 2022* 225 34.943 -34.718 6.163 676 -225 1.217 -316 0 0 -3.726 0,0 0,6 -0,4
Overige centrale overheid 2023 1e kwartaal* 109 9.384 -9.275 6.331 168 -109 665 -388 0 0 -4.060 0,0 0,6 -0,4
Overige centrale overheid 2023 2e kwartaal* 419 9.595 -9.176 6.468 137 -419 321 235 0 0 -3.715 0,0 0,6 -0,4
Overige centrale overheid 2023 3e kwartaal* 289 9.482 -9.193 6.870 402 -289 987 -296 0 0 -4.590 0,0 0,7 -0,5
Overige centrale overheid 2023 4e kwartaal* -718 9.132 -9.850 6.817 -53 718 -894 123 0 0 -3.473 0,0 0,7 -0,3
Overige centrale overheid 2023* 99 37.593 -37.494 6.817 654 -99 1.079 -326 0 0 -3.473 0,0 0,7 -0,3
Lokale overheid 2022 4e kwartaal* -1.622 31.686 -33.308 54.589 443 1.622 2.488 -3.786 -6 125 30.028 0,2 5,7 3,1
Lokale overheid 2022* 1.743 125.144 -123.401 54.589 -2.353 -1.743 3.352 -3.952 0 -10 30.028 0,2 5,7 3,1
Lokale overheid 2023 1e kwartaal* 1.889 32.785 -30.896 53.650 -939 -1.889 -148 1.078 5 15 29.946 0,2 5,5 3,1
Lokale overheid 2023 2e kwartaal* -292 33.948 -34.240 53.375 -275 292 -1.029 458 5 -1 26.455 0,3 5,3 2,6
Lokale overheid 2023 3e kwartaal* 533 33.457 -32.924 53.184 -191 -533 24 343 2 -27 25.861 0,0 5,2 2,5
Lokale overheid 2023 4e kwartaal* -901 36.266 -37.167 53.289 105 901 1.942 -2.749 -6 17 26.842 0,1 5,2 2,6
Lokale overheid 2023* 1.229 136.456 -135.227 53.289 -1.300 -1.229 789 -870 6 4 26.842 0,1 5,2 2,6
Gemeenten 2022 4e kwartaal* -1.008 18.123 -19.131 39.942 551 1.008 3.040 -3.571 -6 80 32.371 0,1 4,2 3,4
Gemeenten 2022* 571 71.463 -70.892 39.942 -1.590 -571 1.704 -2.715 0 -8 32.371 0,1 4,2 3,4
Gemeenten 2023 1e kwartaal* 322 18.538 -18.216 39.814 -128 -322 -2.021 2.205 5 5 33.042 0,1 4,1 3,4
Gemeenten 2023 2e kwartaal* -767 18.662 -19.429 39.230 -584 767 -1.487 127 5 4 29.684 0,1 3,9 3,0
Gemeenten 2023 3e kwartaal* 666 19.693 -19.027 39.087 -143 -666 181 362 3 -23 29.604 -0,1 3,8 2,9
Gemeenten 2023 4e kwartaal* 729 22.315 -21.586 39.267 180 -729 2.555 -1.667 -6 27 29.874 0,1 3,8 2,9
Gemeenten 2023* 950 79.208 -78.258 39.267 -675 -950 -772 1.027 7 13 29.874 0,1 3,8 2,9
Gemeenschappelijke regelingen 2022 4e kwartaal* 9 3.553 -3.544 3.198 103 -9 -190 303 0 -1 -487 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2022* 170 13.440 -13.270 3.198 59 -170 390 -163 0 2 -487 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2023 1e kwartaal* 91 3.262 -3.171 3.125 -73 -91 701 -685 0 2 -1.138 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2023 2e kwartaal* 5 3.439 -3.434 3.106 -19 -5 -120 105 0 1 -1.000 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2023 3e kwartaal* 87 3.219 -3.132 3.168 62 -87 -76 225 0 0 -1.048 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2023 4e kwartaal* -138 3.536 -3.674 3.173 5 138 -415 285 0 -3 -783 0,0 0,3 -0,1
Gemeenschappelijke regelingen 2023* 45 13.456 -13.411 3.173 -25 -45 90 -70 0 0 -783 0,0 0,3 -0,1
Provincies 2022 4e kwartaal* -282 1.634 -1.916 975 -31 282 350 -660 0 -3 -9.488 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2022* -285 6.258 -6.543 975 -38 285 385 -705 0 -3 -9.488 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2023 1e kwartaal* 102 1.878 -1.776 1.020 45 -102 527 -388 0 8 -9.416 0,0 0,1 -1,0
Provincies 2023 2e kwartaal* 297 2.101 -1.804 1.081 61 -297 -121 485 0 -6 -9.424 0,0 0,1 -0,9
Provincies 2023 3e kwartaal* -4 1.671 -1.675 1.076 -5 4 -5 0 0 -4 -9.397 0,0 0,1 -0,9
Provincies 2023 4e kwartaal* -549 1.368 -1.917 1.071 -5 549 1.098 -1.645 0 -7 -9.788 0,0 0,1 -0,9
Provincies 2023* -154 7.018 -7.172 1.071 96 154 1.499 -1.548 0 -9 -9.788 0,0 0,1 -0,9
Waterschappen 2022 4e kwartaal* 30 1.084 -1.054 9.333 151 -30 93 86 0 2 8.129 0,0 1,0 0,8
Waterschappen 2022* -222 3.894 -4.116 9.333 172 222 44 -93 0 -1 8.129 0,0 1,0 0,8
Waterschappen 2023 1e kwartaal* -194 980 -1.174 9.383 50 194 37 -181 0 0 8.348 0,0 1,0 0,9
Waterschappen 2023 2e kwartaal* -128 1.156 -1.284 9.281 -102 128 -159 -71 0 0 8.090 0,0 0,9 0,8
Waterschappen 2023 3e kwartaal* -181 1.072 -1.253 9.367 86 181 -57 -38 0 0 8.211 0,0 0,9 0,8
Waterschappen 2023 4e kwartaal* -22 1.229 -1.251 9.690 323 22 165 136 0 0 8.612 -0,1 0,9 0,8
Waterschappen 2023* -525 4.437 -4.962 9.690 357 525 -14 -154 0 0 8.612 -0,1 0,9 0,8
Overige lokale overheden 2022 4e kwartaal* -371 11.343 -11.714 8.096 2 371 -499 83 0 47 -497 0,2 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2022* 1.509 44.630 -43.121 8.096 25 -1.509 1.687 -153 0 0 -497 0,2 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2023 1e kwartaal* 1.568 11.923 -10.355 8.187 91 -1.568 1.645 14 0 0 -890 0,2 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2023 2e kwartaal* 301 12.247 -11.946 8.226 39 -301 444 -104 0 0 -895 0,2 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2023 3e kwartaal* -35 11.360 -11.395 8.260 34 35 9 -10 0 0 -1.509 0,1 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2023 4e kwartaal* -921 11.810 -12.731 8.147 -113 921 -1.046 12 0 0 -1.073 0,1 0,8 -0,1
Overige lokale overheden 2023* 913 47.340 -46.427 8.147 51 -913 1.052 -88 0 0 -1.073 0,1 0,8 -0,1
Socialezekerheidsfondsen 2022 4e kwartaal* 3.538 39.742 -36.204 20.929 -3.961 -3.538 198 -713 0 92 -14.767 1,2 2,2 -1,5
Socialezekerheidsfondsen 2022* 11.298 159.358 -148.060 20.929 -905 -11.298 4.139 6.254 0 0 -14.767 1,2 2,2 -1,5
Socialezekerheidsfondsen 2023 1e kwartaal* 12.760 51.479 -38.719 8.743 -12.186 -12.760 -228 802 0 0 -25.237 2,4 0,9 -2,6
Socialezekerheidsfondsen 2023 2e kwartaal* 5.053 48.025 -42.972 10.735 1.992 -5.053 7.622 -577 0 0 -45.174 2,2 1,1 -4,5
Socialezekerheidsfondsen 2023 3e kwartaal* -3.170 37.179 -40.349 8.813 -1.922 3.170 -5.826 734 0 0 -37.743 1,8 0,9 -3,7
Socialezekerheidsfondsen 2023 4e kwartaal* 4.083 44.081 -39.998 9.019 206 -4.083 4.629 -340 0 0 -34.690 1,8 0,9 -3,4
Socialezekerheidsfondsen 2023* 18.726 180.764 -162.038 9.019 -11.910 -18.726 6.197 619 0 0 -34.690 1,8 0,9 -3,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel toont de ontwikkeling van het saldo en de schuld van de overheid (ook wel EMU-saldo respectievelijk EMU-schuld genoemd) in Nederland. EMU staat voor Economische en Monetaire Unie. In deze tabel worden jaar- en kwartaalramingen gegeven van de overheid, opgesplitst naar de bijdrage per subsector van de overheid.

In deze tabel wordt daarnaast de aansluiting tussen het saldo en de veranderingen in de schuld getoond. De schuld wordt gepresenteerd in faciale waarde (het oorspronkelijke schuldbedrag).

Het saldo en de schuld van de sector overheid zijn binnen de Europese Unie de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën. In het Verdrag van Maastricht en het daaruit voortvloeiende Stabiliteits- en Groeipact is bepaald dat een tekort niet meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen en de schuld niet meer dan 60 procent van het bbp. Indien de normen overschreden worden en hier geen bijzondere omstandigheden aan ten grondslag liggen, kan de Europese Commissie sancties opleggen.

De cijfers sluiten aan bij het stelsel van de Nationale Rekeningen. Er kunnen tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn. Door het verschil in waarderingsgrondslag is de som van de schuldtitels van de overheidsschuld (faciale waarde) niet gelijk aan de som van de schuldtitels in de nationale rekeningen (marktwaarde). De schuld bestaat uit de titels: deposito's, kortlopende schuldbewijzen, langlopende schuldbewijzen, kortlopende leningen en langlopende leningen.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995, kwartaalgegevens vanaf 1999.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2020 de status definitief. De kwartalen van 2021 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2021 hebben de status definitief. De cijfers van 2022 en 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
Cijfers over het vierde kwartaal van 2023 en het jaar 2023 zijn beschikbaar.
Daarnaast zijn cijfers over de eerste drie kwartalen van 2023 geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De eerste cijfers van het meest recente kwartaal worden drie maanden na afloop van een kwartaal gepubliceerd. Vervolgens kunnen in september het eerste kwartaal, in december het tweede kwartaal en in maart de eerste drie kwartalen worden bijgesteld. De eerste jaarcijfers worden drie maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Vervolgens worden de jaarcijfers twee maal bijgesteld: zes en achttien maanden na afloop van het verslagjaar. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers. De bijgestelde jaar- en kwartaalcijfers worden elk jaar eind juni gepubliceerd. Informatie over het revisiebeleid van Nationale rekeningen is te vinden onder paragraaf 3 'relevante artikelen'.

Toelichting onderwerpen

Saldo en schuld in mln euro
Het saldo en de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt in miljoenen euro's.

Het saldo is het saldo van de uitgaven en inkomsten van de overheid. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de overheid in de nationale rekeningen.

De schuld is geconsolideerd. Dit wil zeggen dat schulden en vorderingen tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector.
Opbouw saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid.
Saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid. Een positief getal betekent een overschot en een negatief getal een tekort. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.
Inkomsten
De inkomsten van de sector overheid bestaan uit belastinginkomsten, ontvangen sociale premies, inkomsten uit productieactiviteiten, overige lopende inkomsten en ontvangen kapitaaloverdrachten.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Uitgaven (-)
De uitgaven van de sector overheid bestaan uit intermediair verbruik, beloning van werknemers, betaalde rente, sociale uitkeringen en (aangekochte) natura overdrachten, betaalde subsidies, overige lopende uitgaven en overige kapitaaluitgaven.

Het transactiemoment bepaalt het moment van boeken.
Schuld (EMU)
De geconsolideerde schuld van de overheid, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Geconsolideerd wil zeggen dat schulden tussen overheden uit dezelfde sector onderling niet meetellen in de schuld van deze sector. De schuldtitels zijn gewaardeerd tegen faciale waarde.
Opbouw mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Mutatie schuld (EMU)
Toe- of afname van de schuld. De mutatie bestaat uit het tekort of -overschot, de mutaties in financiële activa en passiva en het statistisch verschil.
Tekort (EMU)
Het negatieve saldo van inkomsten en uitgaven van de overheid. Dit is gelijk aan het saldo, echter met een tegengesteld teken. Een positief getal betekent een tekort en een negatief getal een overschot.
Transacties in financiële activa
Transacties in financiële activa zijn mutaties in chartaal geld en deposito's, schuldbewijzen, leningen, aandelen en deelnemingen, financiële derivaten en overige vorderingen die het gevolg zijn van afspraken tussen twee eenheden.
Transacties in passiva, niet EMU-schuld
Transacties in financiële passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren. Transacties zijn een gevolg van afspraken tussen twee eenheden.

Transacties in passiva die niet tot de EMU-schuld definitie behoren zijn:
- Transacties in deelnemingen.
- Transacties in financiële derivaten.
- Overige schulden.
Waarderingsverschillen
Veranderingen in schulden die het gevolg zijn van veranderingen in waarde, bijvoorbeeld door valutaveranderingen.
Statistisch verschil
Het verschil tussen het saldo berekend vanuit de inkomsten en de uitgaven (+), en het saldo van de transacties op de activa en passiva (-).

In theorie zijn de saldi aan elkaar gelijk. In de praktijk kunnen echter verschillen voorkomen, bijvoorbeeld doordat er verschillende bronnen worden gebruikt.
Aandeel overheidsschuld
Aandeel van de subsector in de overheidsschuld (EMU).

Per subsector wordt het aandeel van de totale overheidsschuld weergegeven, uitgedrukt in miljoenen euro's. Het betreft de schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Het aandeel van een subsector in de overheidsschuld wordt berekend als de schuld van de betreffende subsector minus de vorderingen van de betreffende subsector op andere subsectoren van de overheid. Hierdoor tellen de hier gepresenteerde schuldcijfers van de subsectoren op naar de schuld van de overheid. Een negatief getal betekent dat de betreffende subsector van de overheid per saldo een vordering heeft op ander subsectoren van de overheid. De andere subsectoren van de overheid dragen dan extra bij aan de overheidsschuld.
Saldo en schuld in % bbp
Het saldo en de geconsolideerde schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp).

Het saldo is het saldo van de uitgaven en inkomsten van de overheid.
Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de overheid in de nationale rekeningen.

De schuld is geconsolideerd. Dit wil zeggen dat schulden en vorderingen tussen overheden uit dezelfde sector niet meetellen in de schuld van deze sector.
Saldo
Het saldo van uitgaven en inkomsten van de overheid, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Een positief getal betekent een overschot en een negatief getal een tekort. Dit is gelijk aan het vorderingensaldo van de sector overheid in de nationale rekeningen.

Het bbp is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

Het saldo per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als de som van het saldo in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen, gedeeld door de som van het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.
Schuld (EMU)
De geconsolideerde schuld van de overheid, exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Geconsolideerd wil zeggen dat schulden tussen overheden uit dezelfde sector niet meetellen in de schuld van deze sector. De schuldtitels zijn gewaardeerd tegen faciale waarde. De schuld als percentage van het bbp heet ook wel de schuldquote.

Het bbp is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

De schuld per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als de schuld aan het eind van het verslagkwartaal, gedeeld door de het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.
Aandeel overheidsschuld
Aandeel van de subsector in de overheidsschuld (EMU) in percentage van het bbp.

Per subsector wordt het aandeel van de totale overheidsschuld weergegeven, uitgedrukt als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Het betreft de schuld van de overheid (gewaardeerd tegen de faciale waarde) exclusief de transitorische schuld en de schuld op de titel financiële derivaten. Het aandeel van een subsector in de overheidsschuld wordt berekend als de schuld van de betreffende subsector minus de vorderingen van de betreffende subsector op andere subsectoren van de overheid. Hierdoor tellen de hier gepresenteerde schuldcijfers van de subsectoren op naar de schuld van de overheid. Een negatief getal betekent dat de betreffende subsector van de overheid per saldo een vordering heeft op ander subsectoren van de overheid. De andere subsectoren van de overheid dragen dan extra bij aan de overheidsschuld.

Het bruto binnenlands product is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

Het aandeel overheidsschuld per kwartaal in procenten van het bbp is een voortschrijdend jaartotaal. Het wordt berekend als het aandeel overheidsschuld aan het eind van het verslagkwartaal, gedeeld door de het bbp in het verslagkwartaal plus de drie voorafgaande kwartalen. Het cijfer voor het vierde kwartaal is gelijk aan het jaarcijfer.