Inkomensverdeling van huishoudens; nationale rekeningen

Inkomensverdeling van huishoudens; nationale rekeningen

Huishoudenskenmerken Perioden Totaal bedrag Bestedingen Verbruik in vaste activa (mln euro) Gemiddeld bedrag Bestedingen Verbruik in vaste activa (1 000 euro) Gestandaardiseerd bedrag Bestedingen Verbruik in vaste activa (1 000 euro) Aandeel van het alt. beschikbaar inkomen Bestedingen Verbruik in vaste activa (%)
Totaal 2021* 35.461 4,2 2,9 5,9
Beschikbaar inkomen 1e 20%-groep 2021* 2.252 1,3 1,1 4,0
Beschikbaar inkomen 2e 20%-groep 2021* 3.129 1,9 1,4 3,6
Beschikbaar inkomen 3e 20%-groep 2021* 5.726 3,4 2,2 5,2
Beschikbaar inkomen 4e 20%-groep 2021* 8.051 4,8 3,0 5,9
Beschikbaar inkomen 5e 20%-groep 2021* 16.303 9,8 6,0 7,8
Type: Alleenstaande man 2021* 3.519 2,3 2,4 5,9
Type: Alleenstaande vrouw 2021* 2.825 1,8 1,8 4,4
Type: Eenoudergezin 2021* 1.938 3,4 2,1 4,8
Type: Paar, met kind(eren) 2021* 14.899 7,6 3,5 6,4
Type: Paar, zonder kind 2021* 10.651 4,7 3,2 6,3
Overige huishoudens 2021* 1.629 3,1 2,2 5,2
Inkomensbron: gemengd inkomen 2021* 10.513 12,7 7,9 11,5
Inkomensbron: beloning van werknemers 2021* 17.757 4,2 2,6 5,2
Inkomensbron: uitkering i.v.m. ouderdom 2021* 5.611 2,6 2,1 4,6
Inkomensbron: overige 2021* 1.580 1,4 1,1 3,8
Hoofdkostwinner: tot 35 jaar 2021* 4.926 2,8 2,1 5,3
Hoofdkostwinner: 35 tot 50 jaar 2021* 10.226 5,2 3,0 6,0
Hoofdkostwinner: 50 tot 65 jaar 2021* 12.927 5,6 3,5 6,7
Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 2021* 7.382 3,1 2,5 5,2
Woningbezit: eigen woning 2021* 30.685 6,9 4,1 7,5
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag 2021* 1.093 0,8 0,6 1,8
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag 2021* 3.106 1,5 1,1 2,8
Woningbezit: overig 2021* 577 1,6 1,5 4,4
Vermogenssaldo 1e 20%-groep 2021* 2.337 1,4 1,2 3,5
Vermogenssaldo 2e 20%-groep 2021* 1.972 1,2 0,9 2,3
Vermogenssaldo 3e 20%-groep 2021* 5.424 3,2 2,1 4,7
Vermogenssaldo 4e 20%-groep 2021* 9.141 5,5 3,3 6,5
Vermogenssaldo 5e 20%-groep 2021* 16.587 9,9 5,8 8,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een beschrijving van de inkomensverdeling van de sector huishoudens in de nationale rekeningen naar verschillende huishoudensgroepen. De huishoudens worden onderscheiden naar de voornaamste bron van inkomen, woonsituatie, samenstelling van het huishouden, leeftijdsklasse van de hoofdkostwinner, 20%-inkomensgroepen en 20%-vermogensgroepen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015.

Status van de cijfers:
Alle gegevens zijn voorlopig.

Wijzigingen per 19 oktober 2023:
De cijfers voor 2015-2020 zijn bijgesteld, als gevolg van de bijstellingenbeleid van het CBS. De uitkomsten voor 2021 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen in oktober 2024.

Toelichting onderwerpen

Totaal bedrag
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Verbruik in vaste activa
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Gemiddeld bedrag
Bedrag per huishouden.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Verbruik in vaste activa
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Gestandaardiseerd bedrag
Bedrag per huishouden omgerekend naar eenpersoonshuishouden.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Verbruik in vaste activa
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Aandeel van het alt. beschikbaar inkomen
Procentuele aandeel van het bruto alternatief beschikbaar inkomen.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Verbruik in vaste activa
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.