Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio 2011-2016

Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio 2011-2016

Kenmerken van huishoudens Regio's Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Totaal vermogen (mld euro) Gemiddeld vermogen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Bron: Overdrachtsinkomen Nederland 2016* 2.985,9 530,1 177,5 28,6
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Nederland (LD) 2016* 334,3 47,8 143,0 34,4
Bron: Overdrachtsinkomen Oost-Nederland (LD) 2016* 601,0 100,3 166,8 35,3
Bron: Overdrachtsinkomen West-Nederland (LD) 2016* 1.395,7 265,3 190,1 20,9
Bron: Overdrachtsinkomen Zuid-Nederland (LD) 2016* 654,9 116,7 178,2 52,9
Bron: Overdrachtsinkomen Groningen (PV) 2016* 120,3 14,1 117,4 15,8
Bron: Overdrachtsinkomen Friesland (PV) 2016* 120,8 18,3 151,7 47,5
Bron: Overdrachtsinkomen Drenthe (PV) 2016* 93,1 15,4 164,9 64,4
Bron: Overdrachtsinkomen Overijssel (PV) 2016* 193,8 30,2 155,8 34,4
Bron: Overdrachtsinkomen Flevoland (PV) 2016* 54,7 5,9 107,4 10,9
Bron: Overdrachtsinkomen Gelderland (PV) 2016* 352,6 64,2 182,1 43,1
Bron: Overdrachtsinkomen Utrecht (PV) 2016* 198,4 43,8 220,9 36,7
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Holland (PV) 2016* 486,0 103,7 213,4 20,5
Bron: Overdrachtsinkomen Zuid-Holland (PV) 2016* 638,5 102,9 161,2 16,0
Bron: Overdrachtsinkomen Zeeland (PV) 2016* 72,8 14,9 204,7 93,3
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Brabant (PV) 2016* 427,4 83,5 195,3 62,3
Bron: Overdrachtsinkomen Limburg (PV) 2016* 227,5 33,2 146,1 39,5
Bron: Overdrachtsinkomen Oost-Groningen (CR) 2016* 32,1 3,5 109,0 26,3
Bron: Overdrachtsinkomen Delfzijl en omgeving (CR) 2016* 10,1 1,1 112,6 27,8
Bron: Overdrachtsinkomen Overig Groningen (CR) 2016* 78,1 9,5 121,4 11,2
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Friesland (CR) 2016* 61,9 8,3 134,8 35,2
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidwest-Friesland (CR) 2016* 24,3 4,5 183,0 78,8
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidoost-Friesland (CR) 2016* 34,6 5,5 159,9 55,6
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Drenthe (CR) 2016* 35,2 6,6 188,1 94,8
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidoost-Drenthe (CR) 2016* 34,2 4,2 123,3 31,6
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidwest-Drenthe (CR) 2016* 23,8 4,5 190,3 87,1
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Overijssel (CR) 2016* 56,0 10,1 180,1 54,4
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidwest-Overijssel (CR) 2016* 25,9 4,1 157,0 33,8
Bron: Overdrachtsinkomen Twente (CR) 2016* 111,9 16,0 143,3 27,6
Bron: Overdrachtsinkomen Veluwe (CR) 2016* 109,0 23,4 214,8 79,6
Bron: Overdrachtsinkomen Achterhoek (CR) 2016* 72,6 14,5 199,1 85,7
Bron: Overdrachtsinkomen Arnhem/Nijmegen (CR) 2016* 136,7 18,8 137,6 15,9
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidwest-Gelderland (CR) 2016* 34,2 7,5 219,9 93,2
Bron: Overdrachtsinkomen Utrecht (CR) 2016* 198,4 43,8 220,9 36,7
Bron: Overdrachtsinkomen Kop van Noord-Holland (CR) 2016* 65,4 11,5 176,1 61,8
Bron: Overdrachtsinkomen Alkmaar en omgeving (CR) 2016* 43,1 9,2 213,9 82,5
Bron: Overdrachtsinkomen IJmond (CR) 2016* 34,3 . . 55,9
Bron: Overdrachtsinkomen Agglomeratie Haarlem (CR) 2016* 41,7 12,9 309,3 55,2
Bron: Overdrachtsinkomen Zaanstreek (CR) 2016* 29,4 3,4 114,6 16,0
Bron: Overdrachtsinkomen Groot-Amsterdam (CR) 2016* 226,4 38,7 170,7 6,9
Bron: Overdrachtsinkomen Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2016* 45,7 17,1 375,1 85,3
Bron: Overdrachtsinkomen Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2016* 68,6 17,3 252,0 62,8
Bron: Overdrachtsinkomen Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2016* 154,7 26,7 172,5 9,1
Bron: Overdrachtsinkomen Delft en Westland (CR) 2016* 38,3 7,0 183,0 23,0
Bron: Overdrachtsinkomen Oost-Zuid-Holland (CR) 2016* 49,6 10,8 216,8 71,5
Bron: Overdrachtsinkomen Groot-Rijnmond (CR) 2016* 260,4 30,7 118,0 8,6
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2016* 66,9 10,5 156,3 28,3
Bron: Overdrachtsinkomen Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2016* 21,8 4,5 207,1 110,6
Bron: Overdrachtsinkomen Overig Zeeland (CR) 2016* 51,0 10,4 203,7 84,5
Bron: Overdrachtsinkomen West-Noord-Brabant (CR) 2016* 110,0 20,4 185,8 59,3
Bron: Overdrachtsinkomen Midden-Noord-Brabant (CR) 2016* 79,9 14,4 180,1 39,2
Bron: Overdrachtsinkomen Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2016* 106,0 22,3 210,3 93,5
Bron: Overdrachtsinkomen Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2016* 131,4 26,3 200,3 59,8
Bron: Overdrachtsinkomen Noord-Limburg (CR) 2016* 48,8 8,7 178,7 78,9
Bron: Overdrachtsinkomen Midden-Limburg (CR) 2016* 44,7 8,1 181,6 103,1
Bron: Overdrachtsinkomen Zuid-Limburg (CR) 2016* 134,0 16,4 122,4 21,4
Bron: Overdrachtsinkomen Flevoland (CR) 2016* 54,7 5,9 107,4 10,9
Bron: Overdrachtsinkomen Aa en Hunze 2016* 4,8 1,1 231,8 151,6
Bron: Overdrachtsinkomen Aalburg 2016* 1,6 0,5 278,2 149,2
Bron: Overdrachtsinkomen Aalsmeer 2016* 4,2 1,3 301,1 115,9
Bron: Overdrachtsinkomen Aalten 2016* 4,4 0,9 194,1 108,8
Bron: Overdrachtsinkomen Achtkarspelen 2016* 4,8 0,7 139,7 67,0
Bron: Overdrachtsinkomen Alblasserdam 2016* 3,2 0,4 129,3 34,3
Bron: Overdrachtsinkomen Albrandswaard 2016* 3,3 0,7 211,5 65,0
Bron: Overdrachtsinkomen Alkmaar 2016* 19,4 2,6 135,3 25,5
Bron: Overdrachtsinkomen Almelo 2016* 14,3 1,4 96,8 8,9
Bron: Overdrachtsinkomen Almere 2016* 25,0 1,9 75,8 4,6
Bron: Overdrachtsinkomen Alphen aan den Rijn 2016* 16,0 3,1 193,2 67,0
Bron: Overdrachtsinkomen Alphen-Chaam 2016* 1,5 0,6 374,6 257,2
Bron: Overdrachtsinkomen Ameland 2016* 0,6 0,2 294,9 214,8
Bron: Overdrachtsinkomen Amersfoort 2016* 22,0 3,4 153,5 19,0
Bron: Overdrachtsinkomen Amstelveen 2016* 15,4 4,1 263,3 45,5
Bron: Overdrachtsinkomen Amsterdam 2016* 148,9 21,9 147,4 2,3
Bron: Overdrachtsinkomen Anna Paulowna 2016* . . . .
Bron: Overdrachtsinkomen Apeldoorn 2016* 28,5 4,7 164,4 35,9
Bron: Overdrachtsinkomen Appingedam 2016* 2,7 0,3 96,2 18,2
Bron: Overdrachtsinkomen Arnhem 2016* 29,6 2,6 87,5 2,8
Bron: Overdrachtsinkomen Assen 2016* 12,3 1,5 120,2 25,2
Bron: Overdrachtsinkomen Asten 2016* 2,6 0,7 251,1 172,6
Bron: Overdrachtsinkomen Baarle-Nassau 2016* 1,3 0,4 291,5 189,4
Bron: Overdrachtsinkomen Baarn 2016* 4,6 1,5 331,2 141,3
Bron: Overdrachtsinkomen Barendrecht 2016* 6,1 1,3 219,0 68,6
Bron: Overdrachtsinkomen Barneveld 2016* 6,9 2,0 286,7 160,0
Bron: Overdrachtsinkomen Bedum 2016* 1,7 0,3 181,0 103,9
Bron: Overdrachtsinkomen Beek (L.) 2016* 3,2 0,5 165,6 109,8
Bron: Overdrachtsinkomen Beemster 2016* 1,4 0,5 351,7 221,7
Bron: Overdrachtsinkomen Beesel 2016* 2,3 0,4 154,5 74,8
Bron: Overdrachtsinkomen Bellingwedde 2016* 2,0 0,3 149,2 79,5
Bron: Overdrachtsinkomen Berg en Dal 2016* 6,8 1,2 179,0 46,8
Bron: Overdrachtsinkomen Bergambacht 2016* . . . .
Bron: Overdrachtsinkomen Bergeijk 2016* 2,9 0,9 295,6 236,9
Bron: Overdrachtsinkomen Bergen (L.) 2016* 2,3 0,4 180,6 111,2
Bron: Overdrachtsinkomen Bergen (NH.) 2016* 6,8 2,9 429,7 236,2
Bron: Overdrachtsinkomen Bergen op Zoom 2016* 12,5 1,8 145,8 36,7
Bron: Overdrachtsinkomen Berkelland 2016* 7,9 1,6 197,6 107,7
Bron: Overdrachtsinkomen Bernheze 2016* 4,4 1,2 280,8 204,7
Bron: Overdrachtsinkomen Bernisse 2016* . . . .
Bron: Overdrachtsinkomen Best 2016* 4,5 1,0 221,1 136,6
Bron: Overdrachtsinkomen Beuningen 2016* 3,9 0,7 181,0 92,1
Bron: Overdrachtsinkomen Beverwijk 2016* 6,9 0,8 113,0 18,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.

Gegevens beschikbaar van 2011 tot en met 2016
De gegevens betreffen de stand van het vermogen per 1 januari.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn voorlopig.

Het samenstellen van de cijfers is per verslagjaar 2011 in vergelijking met voorgaande jaren op enkele onderdelen gewijzigd:
Vanaf 2011 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Alle kleine tegoeden worden vanaf dat moment ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen.
Vanaf 2011 is er completere informatie van de schulden beschikbaar. Studieschulden en leningen bij banken worden vanaf dat moment volledig waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met overige schulden. Studieschulden behoorden t/m 2010 tot de overige schulden.

Wijziging per 20 februari 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel 'Vermogen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2018)'. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens met vermogen per 1 januari van het verslagjaar.
Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Totaal vermogen
Totale som van het vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Gemiddeld vermogen
Gemiddeld vermogen van particuliere huishoudens.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.