Kerncijfers wijken en buurten 2017

Kerncijfers wijken en buurten 2017

Wijken en buurten Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen Huurwoningen totaal (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit overige verhuurders (%) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; Bijstand (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AO (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; WW (aantal) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; AOW (aantal)
Nederland 43 29 13 471.190 744.330 340.610 3.015.730
Aa en Hunze 28 18 10 400 1.140 560 5.980
Wijk 00 Annen 26 16 10 30 100 80 810
Annen 27 17 10 30 100 70 780
Verspreide huizen Annen 3 0 3 0 10 0 30
Wijk 01 Eext 21 13 8 20 60 40 270
Eext 22 14 8 20 50 40 220
Verspreide huizen Eext 9 0 9 0 10 0 50
Wijk 02 Anloo 22 13 8 30 20 10 120
Anloo 23 14 9 10 10 10 90
Verspreide huizen Anloo 13 8 4 20 10 0 30
Wijk 03 Gasteren 10 4 6 10 20 10 110
Gasteren 10 4 5 10 10 10 110
Verspreide huizen Gasteren . . . . . . .
Wijk 04 Anderen 17 6 11 0 20 10 50
Anderen 16 7 9 0 10 10 50
Verspreide huizen Anderen . . . . . . .
Wijk 05 Schipborg 14 4 10 10 20 10 170
Schipborg 12 4 8 10 10 10 160
Verspreide huizen Schipborg 27 0 27 . . . .
Wijk 06 Eexterveen 12 3 9 0 10 10 60
Eexterveen 13 3 10 0 10 10 60
Verspreide huizen Eexterveen . . . . . . .
Wijk 07 Spijkerboor 14 8 6 0 0 10 20
Spijkerboor 14 8 6 0 0 10 20
Verspreide huizen Spijkerboor . . . . . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen 7 0 7 0 0 0 20
Nieuw-Annerveen 8 0 8 0 0 0 20
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen . . . . . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen 6 0 6 0 10 0 20
Oud-Annerveen 6 0 6 0 10 0 20
Verspreide huizen Oud-Annerveen . . . . . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal 27 22 5 0 30 10 50
Annerveenschekanaal 27 22 5 0 30 10 50
Verspreide huizen Annerveenschekanaal . . . . . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 18 8 10 10 30 10 40
Eexterveenschekanaal 18 8 10 0 20 10 40
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal . . . . . . .
Wijk 13 Eexterzandvoort 10 5 5 0 10 0 30
Eexterzandvoort 9 7 2 0 10 0 20
Verspreide huizen Eexterzandvoort . . . . . . .
Wijk 14 Gasselte 29 22 7 30 70 30 550
Gasselte 31 24 6 30 50 20 460
Kostvlies 12 5 7 0 10 0 40
Verspreide huizen Gasselte 22 6 17 0 20 10 60
Wijk 15 Gasselternijveen 40 35 5 70 90 50 340
Gasselternijveen 40 36 4 70 90 50 330
Gasselterboerveen . . . . . . .
Verspreide huizen Gasselternijveen . . . . . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 20 13 8 10 50 20 120
Gasselternijveenschemond 21 13 7 10 50 20 120
Gasselterboerveenschemond . . . . . . .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond . . . . . . .
Wijk 17 Gieten 36 25 11 100 160 130 1.310
Gieten 37 26 12 90 150 120 1.260
Verspreide huizen Gieten 3 1 1 0 0 0 50
Wijk 18 Gieterveen 22 14 8 20 50 30 220
Gieterveen 31 24 7 20 20 20 110
Bonnerveen 10 0 10 0 0 0 10
Nieuwediep 12 3 9 0 10 0 40
Verspreide huizen Gieterveen 8 0 8 0 10 10 50
Wijk 19 Rolde 29 17 12 50 350 70 1.370
Rolde 29 19 10 50 130 60 1.220
Ballo 5 0 5 0 10 0 40
Nijlande 8 0 8 0 0 0 20
Deurze 22 0 22 0 0 0 10
Verspreide huizen Nooitgedacht 48 1 47 0 200 0 50
Verspreide huizen Rolde 11 0 11 0 0 0 30
Wijk 20 Grolloo 28 6 22 20 50 30 210
Grolloo 18 10 8 10 10 10 110
Schoonloo 20 10 11 10 10 0 40
Verspreide huizen Papenvoort 39 0 39 0 10 0 0
Verspreide huizen Grolloo 45 0 45 0 20 10 50
Wijk 21 Ekehaar 13 5 8 0 20 10 100
Ekehaar 16 8 7 0 10 0 60
Amen 9 0 9 0 0 0 20
Verspreide huizen Ekehaar 11 0 11 0 0 0 30
Aalburg 28 18 10 140 370 200 2.070
Wijk 00 Wijk en Aalburg 30 22 9 70 180 100 1.020
Wijk en Aalburg 34 25 8 60 170 80 890
Spijk 12 0 12 0 10 10 100
Verspreide huizen Wijk en Aalburg 10 0 10 0 10 0 30
Wijk 01 Veen 30 17 13 40 70 40 360
Veen 30 17 13 40 70 40 350
Verspreide huizen Veen . . . 0 0 0 10
Wijk 02 Genderen 27 16 11 10 50 20 300
Genderen 27 16 11 10 50 20 280
Verspreide huizen Genderen 15 0 15 0 0 0 20
Wijk 03 Eethen 28 18 10 10 30 20 130
Eethen 21 11 9 10 20 20 100
Verspreide huizen Eethen 55 41 14 0 0 0 30
Wijk 04 Meeuwen 23 15 7 0 20 10 130
Meeuwen 24 17 7 0 20 10 110
Verspreide huizen Meeuwen 7 0 7 0 0 0 20
Wijk 05 Drongelen 18 11 7 0 10 10 80
Drongelen 22 18 4 0 10 10 50
Verspreide huizen Drongelen 12 0 12 0 0 0 30
Wijk 06 Babyloniënbroek 13 4 9 0 10 10 70
Babyloniënbroek 12 5 6 0 10 0 60
Verspreide huizen Babyloniënbroek 23 0 23 0 0 0 10
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2017.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per juli 2023
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Wonen
Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen totaal
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

In bezit overige verhuurders
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder.
Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen.
Particulieren: alle natuurlijke personen.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Sociale zekerheid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en ouderdom.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; Bijstand
Personen die een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen.
Personen met een uitkering die verblijven in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook dak- en thuislozen met bijstand zijn niet inbegrepen.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WsW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen. Gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; AO
Personen die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) en de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
Wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
Een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
De WAZ is met ingang van 1 augustus 2004 geblokkeerd, maar blijft bestaan voor mensen die al een WAZ-uitkering hadden.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong)
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden en een opleiding of studie volgen.

Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden, ter vervanging van de oude Wajong.
In tegenstelling tot de 'oude' Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen. De 'oude' Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De wet geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering.
De wet is zo opgezet dat een persoon gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De WIA kent twee regelingen: de regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een loonvervangende uitkering voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn.
De WGA regelt een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen of een minimumuitkering als men niet of onvoldoende werkt.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; WW
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.
Personen per soort uitkering; AOW
Personen die een basispensioen van de Rijksoverheid ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW).

Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.

Op het gebied van sociale zekerheid vinden er regelmatig revisies plaats. In deze KWB-tabel zijn de cijfers van 30 oktober 2020 opgenomen, bij latere revisies zullen deze niet meer aangepast worden. Later gereviseerde cijfers zijn te vinden via het thema sociale zekerheid in StatLine.