Zorginstellingen; kerncijfers

Zorginstellingen; kerncijfers

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Middelgrote en grote ondernemingen Aantal middelgr. en grote ondernemingen (aantal) Middelgrote en grote ondernemingen Personeel Banen werknemers (aantal) Middelgrote en grote ondernemingen Personeel Arbeidsjaren werknemers (aantal) Middelgrote en grote ondernemingen Personeel Lonen (incl. bijz. beloning en overw.) (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Netto omzet (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten Totaal overige bedrijfsopbrengsten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten Subsidies (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Totaal bedrijfskosten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Arbeidskosten Totaal arbeidskosten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Arbeidskosten Lonen en salarissen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Arbeidskosten Pensioenlasten en sociale lasten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Honorariumkosten vrijgev. med. spec. (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Afschrijvingen vaste activa incl... (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Overige bedrijfskosten Totaal overige bedrijfskosten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Overige bedrijfskosten Overige personeelskosten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfskosten Overige bedrijfskosten Niet eerder genoemde bedrijfskosten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Bedrijfsresultaat (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Financieel resultaat (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Buitengewoon resultaat (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Verlies- en winstrekening Resultaat voor belastingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Totaal activa (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Immateriële vaste activa (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Materiële vaste activa (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Financiële vaste activa (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Voorraden en onderhanden werk (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Kortlopende vorderingen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Effecten (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans activa eindstand Liquide middelen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Totaal passiva (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Eigen vermogen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Voorzieningen (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Langlopende schulden (mln euro) Middelgrote en grote ondernemingen Balans Balans passiva eindstand Kortlopende schulden (mln euro) Kleine ondernemingen Aantal kleine ondernemingen (aantal) Kleine ondernemingen Personeel Banen werknemers kleine ond. (aantal) Kleine ondernemingen Personeel Arbeidsjaren werknemers kleine ond. (aantal) Kleine ondernemingen Personeel Lonen kleine ond. (inc. bijz. en overw.) (mln euro) Kleine ondernemingen Zelfstandigen Aantal zelfstandigen kleine ond. (aantal) Kleine ondernemingen Zelfstandigen Winst zelfstandigen kleine ond. (mln euro)
86101 Universitair medisch centra 2022* 7 88.750 71.200 5.252 10.964 7.292 3.672 3.028 644 10.737 5.981 4.747 1.234 33 546 4.177 558 3.619 227 -81 147 9.640 112 4.913 183 341 2.507 35 1.548 9.640 3.307 573 2.853 2.907 0
86102 Algemene ziekenhuizen 2022* 58 201.950 148.300 9.182 21.514 20.024 1.490 951 539 21.031 9.910 7.960 1.950 2.362 1.212 7.547 979 6.568 482 -187 296 17.318 296 10.218 154 782 4.051 2 1.816 17.318 5.821 761 5.530 5.205 0
86103 Categorale ziekenhuizen 2022* 17 17.300 13.250 894 1.690 1.412 278 182 96 1.666 958 772 186 13 89 607 103 504 24 -11 13 1.467 16 825 5 71 348 15 186 1.467 484 31 346 605 0
86104 GGZ met overnachting 2022* 148 91.550 71.300 4.511 7.315 6.787 528 372 156 7.232 4.850 3.866 984 0 234 2.149 721 1.428 83 -40 43 5.106 30 2.253 32 6 1.810 3 972 5.106 1.870 223 1.222 1.791 300 250 200 10 . .
8720+87301 Gehandicaptenzorg 2022* 639 195.750 134.650 6.900 12.346 11.609 736 468 268 12.135 7.550 6.025 1.525 0 502 4.083 1.384 2.699 210 -52 158 8.954 17 5.636 44 15 784 22 2.435 8.954 4.001 329 2.198 2.425 2.100 2.900 1.700 75 . .
87901 Jeugdzorg met overnachting 2022* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
87902 Maatschappelijke opvang (24-uurs) 2022* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
88991 Ambulante jeugdzorg 2022* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg 2022* 1.053 464.350 280.550 13.765 22.857 21.720 1.136 470 666 22.477 14.653 11.686 2.967 33 843 6.948 2.449 4.498 380 -148 231 16.271 31 9.433 188 102 2.002 7 4.506 16.271 6.740 740 4.609 4.182 31.900 3.450 2.000 96 . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.

Vanaf 2015 is overgestapt op een volledige dekking van de beschouwde SBI-klassen inclusief privaatgefinancierde zorg en kleine ondernemingen. Van de kleine ondernemingen worden slechts enkele variabelen omtrent werknemers en zelfstandigen meegenomen. Verder zijn vanaf 2015 de dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg uit de populatie verwijderd, omdat deze samen met de praktijken van psychiaters in de betreffende SBI-klasse in de tabel van de statistieken over zorgpraktijken zullen worden meegenomen.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 zijn een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.

In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015

Status van de cijfers:
2022 en 2021 zijn voorlopig, de overige jaren zijn definitief.

Wijzigingen per 14 december 2023:
De voorlopige cijfers over 2022 en de definitieve cijfers over 2021 zijn toegevoegd behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.
De cijfers over 2021 over aantal en winsten van zelfstandigen zijn nog onbekend en worden in het eerste kwartaal van 2024 gepubliceerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2024 worden de voorlopige cijfers over 2022 toegevoegd voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg' en worden de cijfers van deze sectoren over 2021 definitief.
Ook worden in het eerste kwartaal van 2024 de cijfers over 2021 over aantal en winsten van zelfstandigen gepubliceerd.
In het laatste kwartaal van 2024 worden voorlopige cijfers over 2023 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.

Toelichting onderwerpen

Middelgrote en grote ondernemingen
Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.
Aantal middelgr. en grote ondernemingen
Het aantal grote en middelgrote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.

De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.

Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.

Personeel
Banen werknemers
Gemiddeld aantal banen in het verslagjaar, inclusief banen van DGA's.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.

Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.

Een baan is een overeenkomst waarbij een persoon tegen een financiële vergoeding arbeid verricht voor een bedrijf of instelling.

Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Arbeidsjaren werknemers
Het aantal arbeidsjaren van werknemers in het verslagjaar, inclusief arbeidsjaren van DGA's.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.

Een arbeidsjaar is een maatstaf voor het arbeidsvolume, dat wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

Tussen 2016 en 2017 is er een eenmalige bijstelling van gemiddeld circa -1,3%. Dit komt door een verbeterde afleiding van wekelijkse voltijd arbeidsduur in de Polisadministratie.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Lonen (incl. bijz. beloning en overw.)
Lonen inclusief bijzondere beloning, extra salaris, incidenteel salaris, overwerkvergoeding en vakantiegeld. Ook lonen van DGA's tellen mee.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

Verlies- en winstrekening
Bedrijfsopbrengsten
De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en schade-uitkeringen.
Totaal bedrijfsopbrengsten
Netto omzet
Opbrengst (exclusief btw) uit verkoop van goederen en levering van diensten aan derden. Derden zijn particulieren dan wel bedrijven buiten het eigen concernverband.
Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto-omzet.

Het gaat hier met name om:
- de waarde van voorraadmutaties, exclusief onderhanden werk voor DiagnoseBehandelCombinaties (DBC's) en DBC-zorgproducten bij ziekenhuizen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg;
- vergoedingen voor uitgeleend personeel;
- geactiveerde productie voor het eigen bedrijf;
- subsidies anders dan subsidies in het kader van Zvw/ Wlz en opbrengsten Wmo, Jeugdwet en Forensische zorg;
- beschikbaarheidsbijdragen medisch specialistische zorg en opleidingen.
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
Subsidies
Betalingen 'om niet' die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan ingezeten producenten, met het doel de productieniveaus, de prijzen of de beloning van de productiefactoren te beïnvloeden.

Omvat beschikbaarheidbijdragen medisch specialistische zorg, beschikbaarheidbijdragen (medische) vervolgopleidingen, subsidies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor gesubsidieerd speciaal onderwijs en de rijksbijdrage 'werkplaatsfunctie' voor UMC's, overige subsidies van het Rijk (waaronder van ministerie van Justitie en Veiligheid), facultaire bijdrage UMC's vanuit universiteit, subsidies van provincies, subsidies van gemeenten en overige subsidies (o.a. loonkostensubsidies).

Exclusief subsidies in het kader van Zvw/Wlz.
Exclusief opbrengsten Wmo, Jeugdwet en Forensische zorg.

Forensische zorg is zorg aan psychiatrische cliënten, verslaafden en verstandelijke gehandicapten in strafrechtelijk kader bekostigd door het ministerie van Justitie en Veiligheid.

UMC = Universitair Medisch Centrum

In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en aan de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.

Zowel de door zorgaanbieders ontvangen netto zorgbonus als de ontvangen opslag voor de belastingafdracht zijn opgenomen onder de 'subsidies'.
De uitbetaling van de zorgbonus aan de medewerkers en de betaalde belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten
Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto-omzet en subsidies.

Onder andere vergoedingen voor uitgeleend personeel, verhuur onroerend goed.
Bedrijfskosten
De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
Totaal bedrijfskosten
Arbeidskosten
Totaal van de bruto lonen en salarissen van werknemers, pensioenlasten en sociale lasten.
Totaal arbeidskosten
Lonen en salarissen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer.

Omvat in 2020 en 2021 de uitbetaalde zorgbonus aan werknemers.
Pensioenlasten en sociale lasten
Werkgeversaandeel pensioenlasten, sociale voorzieningen en overige sociale lasten.
De sociale lasten zijn de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. Deze omvatten de toegerekende en werkelijke sociale premies en de werkelijke pensioenpremies.

Omvat in 2020 en 2021 de belastingafdracht door de zorgaanbieder om de zorgverlener een netto zorgbonus uit te kunnen betalen.
Honorariumkosten vrijgev. med. spec.
Honorariumkosten van vrijgevestigd medisch specialisten die aan de instelling voor medisch specialistische zorg declareren.
Afschrijvingen vaste activa incl...
De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering. Inclusief bijzondere waardeverminderingen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa.
Overige bedrijfskosten
Som van andere personeelskosten, kosten van voeding, andere hotelmatige kosten, algemene kosten, cliënt-/bewonergebonden kosten, terrein- en gebouwgebonden kosten en overige bedrijfslasten niet eerder genoemd.
Exclusief financiële en buitengewone lasten.
Totaal overige bedrijfskosten
Overige personeelskosten
De betalingen voor uitzendkrachten, gedetacheerd en ingeleend personeel, opleidingskosten, kosten van werving en selectie van personeel, kosten van kantine, arbodiensten, bedrijfskleding, jubilea, personeelsfeestjes en dergelijke.
Niet eerder genoemde bedrijfskosten
Niet eerder genoemde bedrijfskosten naast arbeidskosten, afschrijvingen op vaste activa en overige personeelskosten.
Som van kosten van voeding, andere hotelmatige kosten, algemene kosten, cliënt-/bewonergebonden kosten, terrein- en gebouwgebonden kosten en overige bedrijfslasten niet eerder genoemd. Exclusief financiële en buitengewone lasten.
Bedrijfsresultaat
De bedrijfsopbrengsten minus de bedrijfslasten.

Exclusief saldo financiële en buitengewone baten en lasten.
Financieel resultaat
Het saldo van rentebaten en -lasten, baten en lasten uit deelnemingen, ontvangen dividenden, kosten van leningen, winst en verlies op beleggingen en overige financiële baten en lasten.
Buitengewoon resultaat
Het saldo van winsten en verliezen die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien, zoals o.a. koersverschillen, resultaten uit deelnemingen, buitenlandse vestigingen, beleggingen en termijnhandel.

Vanaf 2016 mag het buitengewoon resultaat niet meer worden onderscheiden in de verlies- en winstrekening.
Resultaat voor belastingen
De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het saldo buitengewone baten/lasten (alleen 2015).
Balans
Balans activa eindstand
Totaal activa op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Totaal activa
Immateriële vaste activa
Vaste activa die betrekking hebben op niet-tastbare kapitaalgoederen zoals concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
Materiële vaste activa
Vaste activa die betrekking hebben op tastbare kapitaalgoederen zoals gebouwen, terreinen en machines en die langer dan een jaar in productieproces worden gebruikt.
Financiële vaste activa
Vaste activa die betrekking hebben op financiële kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere ondernemingen, beleggingen in vastgoed of effecten, hypotheken, leningen op schuldbekentenis, bancaire kredietverlening, en zaken als vorderingen die op lange termijn aan derden (anders dan uit hoofde van een kapitaaldeelneming) ter beschikking zijn gesteld.
Voorraden en onderhanden werk
Voorraden inclusief onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelCombinaties (DBC's) en DBC-zorgproducten.
Onderhanden werk (OHW), oftewel nog niet voltooide zorgproductie, uit hoofde van nog niet afgesloten DBC's en DBC-zorgproducten voor medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en geriatrische revalidatiezorg.
Ontvangen middelen die samenhangen met voorschotten of andere OHW-financiering worden in beginsel op de balanspost 'Onderhanden werk' in mindering gebracht.
Daarnaast worden te verwachten winsten en te verwachten mogelijke verliezen die betrekking hebben op het onderhanden werk verrekend.

Voorraden: geproduceerde activa bestaande uit goederen en diensten die zijn ontstaan in de lopende of in een eerdere periode en die worden aangehouden voor verkoop, gebruik in het productieproces of voor ander gebruik in de toekomst.
Toelichting: De voorraden omvatten grondstoffen en halffabrikaten, onderhanden werk, gereed product en handelsgoederen.
Kortlopende vorderingen
Kortlopende vorderingen (inclusief vorderingen uit hoofde van bekostiging). Bedragen die in het komende jaar opvorderbaar zijn.
Effecten
Beleggingen die op korte termijn in liquide middelen zijn om te zetten en niet bedoeld als deelneming of om invloed uit te oefenen.
Liquide middelen
Contant geld, banktegoeden en overige deposito's.
Balans passiva eindstand
Totaal passiva op 31 december van verslagjaar.

De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.
Totaal passiva
Eigen vermogen
Totaal activa minus vreemd vermogen.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
Voorzieningen
Bedrag dat op de balans apart is gezet voor bepaalde in de toekomst te verrichten uitgaven waarvan de grootte nog niet zeker is. Bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen.

Ook zijn hieronder de voorzieningen uit hoofde van het macrobeheersinstrument meegenomen. Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg.

In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
Langlopende schulden
Verplichtingen die voor een periode langer dan een jaar zijn aangegaan, en waarvan de resterende looptijd langer dan een jaar is.
Kortlopende schulden
Kortlopende schulden (inclusief schulden uit hoofde van bekostiging).
Verplichtingen die in het komende verslagjaar moeten worden nagekomen.
Kleine ondernemingen
Kleine ondernemingen in de zorgsector zijn de ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.

Van kleine ondernemingen zijn minder gegevens beschikbaar omdat een deel van de kleine ondernemingen geen Zvw, Wlz en/of Jeugdwet-gefinancierde zorg leveren en daardoor niet verplicht zijn mee te doen aan de databank DigiMV van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daarnaast geldt voor een ander deel van de kleine ondernemingen een beperkte verantwoording via DigiMV.
Van kleine ondernemingen worden in deze tabel alleen banen, arbeidsjaren en lonen en van zelfstandigen alleen de aantallen en winst gepubliceerd. De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

Aantal kleine ondernemingen
Het aantal kleine ondernemingen en zelfstandigen in de zorgsector.

De grens voor kleine ondernemingen is getrokken bij ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Personeel
Banen werknemers kleine ond.
Gemiddeld aantal banen in het verslagjaar bij kleine ondernemingen, inclusief banen van DGA's.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.

Een baan is een overeenkomst waarbij een persoon tegen een financiële vergoeding arbeid verricht voor een bedrijf of instelling.

Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Arbeidsjaren werknemers kleine ond.
Aantal arbeidsjaren van werknemers in het verslagjaar bij kleine ondernemingen, inclusief arbeidsjaren van DGA's.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

Een arbeidsjaar is een maatstaf voor het arbeidsvolume, dat wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

Tussen 2016 en 2017 is er een eenmalige bijstelling van gemiddeld circa -1,3 procent. Dit komt door een verbeterde afleiding van wekelijkse voltijd arbeidsduur in de Polisadministratie.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
Lonen kleine ond. (inc. bijz. en overw.)
Lonen bij kleine ondernemingen, inclusief bijzondere beloning, extra salaris, incidenteel salaris, overwerkvergoeding en vakantiegeld. Ook lonen van DGA's tellen mee.

De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.

DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.

Zelfstandigen
Aantal zelfstandigen kleine ond.
Het aantal zelfstandigen onder de kleine ondernemingen die door de belastingdienst als ondernemer worden gezien en een winstaangifte doen.
Niet meegenomen zijn de zogenaamde 'resultaatgenieters' d.w.z. personen met 'inkomen uit overig werk'. Voorbeelden van 'overig inkomen' kunnen gastouders zijn en personen met inkomen uit een persoonsgebonden budget.

De gegevens over aantal zelfstandigen met een winstaangifte zijn afkomstig van de Belastingdienst.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.

Winst zelfstandigen kleine ond.
Gemaakte winst van de zelfstandigen onder de kleine ondernemingen die door de belastingdienst als ondernemer worden gezien en een winstaangifte hebben gedaan.

De winstgegevens zijn afkomstig van de Belastingdienst.