Arbeidsdeelname; provincie, 2003-2022

Arbeidsdeelname; provincie, 2003-2022

Regio's Perioden Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau onbekend (x 1 000)
Nederland 2022 1e kwartaal 724 3.543 1.709 3.351 86
Noord-Nederland (LD) 2022 1e kwartaal 82 377 170 258 20
Oost-Nederland (LD) 2022 1e kwartaal 165 782 364 675 19
West-Nederland (LD) 2022 1e kwartaal 312 1.596 813 1.773 27
Zuid-Nederland (LD) 2022 1e kwartaal 165 789 362 645 20
Groningen (PV) 2022 1e kwartaal 27 124 57 102 4
Friesland (PV) 2022 1e kwartaal 32 146 64 89 8
Drenthe (PV) 2022 1e kwartaal 23 106 50 67 8
Overijssel (PV) 2022 1e kwartaal 57 261 113 196 5
Flevoland (PV) 2022 1e kwartaal 20 91 45 77 4
Gelderland (PV) 2022 1e kwartaal 88 431 206 402 10
Utrecht (PV) 2022 1e kwartaal 47 235 130 344 0
Noord-Holland (PV) 2022 1e kwartaal 107 534 280 655 5
Zuid-Holland (PV) 2022 1e kwartaal 143 735 366 720 20
Zeeland (PV) 2022 1e kwartaal 16 91 37 54 3
Noord-Brabant (PV) 2022 1e kwartaal 117 550 255 477 10
Limburg (PV) 2022 1e kwartaal 47 239 107 168 10
Amsterdam 2022 1e kwartaal 27 130 78 270 0
's-Gravenhage (gemeente) 2022 1e kwartaal 18 98 48 118 0
Rotterdam 2022 1e kwartaal 23 121 61 135 0
Utrecht (gemeente) 2022 1e kwartaal 10 48 33 124 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers en kwartaalcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor landsdelen, provincies en de vier grote steden. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau.

Vanwege gemeentelijke herindelingen per 2019 zijn een aantal gemeenten overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht. De kwartaalcijfers voor de provincies Zuid-Holland en Utrecht zijn zodoende in 2019 gebaseerd op een andere provinciale indeling dan in de jaren daarvoor. Voor een verdere toelichting zie paragraaf 4. Bronnen en methoden.

Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB is er een revisie van de cijfers voor verslagjaar 2021 doorgevoerd. De cijfers over 2021 zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2020.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2022.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 22 juli 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 17 mei 2022:
De jaarcijfers over 2021 en de kwartaalcijfers over het derde en vierde kwartaal van 2021 zijn gepubliceerd. De cijfers over de eerste twee kwartalen van 2021 zijn gereviseerd. De cijfers van het 1e kwartaal van 2022 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Arbeidsdeelname; provincie. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Beroepsniveau onbekend