Energieverbruik; opbouw, bedrijfstak, 2011-2016

Energieverbruik; opbouw, bedrijfstak, 2011-2016

Energiedragers Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Opbouw vanuit verbruik Totaal energieverbruik (PJ) Opbouw vanuit verbruik Finaal energieverbruik (PJ) Opbouw vanuit verbruik Niet-energetisch gebruik (PJ) Opbouw vanuit verbruik Energieomzetting Saldo inzet-productie energie (PJ) Opbouw vanuit verbruik Energieomzetting Inzet energie voor omzetting (PJ) Opbouw vanuit verbruik Energieomzetting Productie energie uit omzetting (-) (PJ) Opbouw vanuit aanbod Totaal energieverbruik (PJ) Opbouw vanuit aanbod Winning (PJ) Opbouw vanuit aanbod Energie-aanvoer (PJ) Opbouw vanuit aanbod Energie-aflevering (-) (PJ) Opbouw vanuit aanbod Voorraadmutatie (PJ)
Totaal energiedragers A-U Alle economische activiteiten 2016** 2.305,0 1.195,1 565,2 544,7 4.842,3 4.297,6 2.305,1 1.999,3 20.413,4 20.209,3 101,7
Totaal energiedragers A Landbouw, bosbouw en visserij 2016** 167,1 156,8 10,3 84,2 73,9 167,1 13,2 176,6 22,8
Totaal energiedragers B Delfstoffenwinning 2016** 39,1 39,0 0,1 0,5 0,4 39,1 1.725,0 15,1 1.699,3 -1,8
Totaal energiedragers C Industrie 2016** 1.348,9 659,6 557,0 132,3 3.058,9 2.926,6 1.348,9 84,2 5.976,0 4.744,7 33,4
Totaal energiedragers D Energievoorziening 2016** 363,2 29,6 0,0 333,6 752,5 418,9 363,3 75,9 4.824,6 . .
Totaal energiedragers E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016** 69,6 15,4 54,2 96,5 42,2 69,6 94,5 33,4 58,3 0,1
Totaal energiedragers G-U Dienstverlening 2016** 285,2 269,5 1,5 14,2 849,6 835,4 285,2 6,2 9.356,1 . .
Aardgas A-U Alle economische activiteiten 2016** 939,5 394,4 81,7 463,4 472,8 9,4 939,5 1.671,3 4.713,0 5.460,9 .
Aardgas A Landbouw, bosbouw en visserij 2016** 126,8 51,1 75,7 75,9 0,1 126,8 127,0 0,1
Aardgas B Delfstoffenwinning 2016** 26,6 26,0 0,5 0,5 26,6 1.671,3 2,4 1.647,2
Aardgas C Industrie 2016** 352,7 181,1 81,7 89,9 90,7 0,8 352,7 356,6 3,9
Aardgas D Energievoorziening 2016** 294,8 1,4 293,4 300,7 7,3 294,8 4.035,8 . .
Aardgas E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016** 3,1 2,7 0,3 1,3 1,0 3,1 4,0 1,0
Aardgas G-U Dienstverlening 2016** 131,1 127,6 3,5 3,7 0,2 131,1 . . .
Totaal hernieuwbare energie A-U Alle economische activiteiten 2016** 134,7 12,2 122,5 122,5 134,7 173,8 . .
Totaal hernieuwbare energie A Landbouw, bosbouw en visserij 2016** 13,2 5,6 7,6 7,6 13,2 13,2
Totaal hernieuwbare energie B Delfstoffenwinning 2016**
Totaal hernieuwbare energie C Industrie 2016** 10,4 4,7 5,7 5,7 10,4 53,8 . .
Totaal hernieuwbare energie D Energievoorziening 2016** 40,9 40,9 40,9 40,9 36,6 4,3
Totaal hernieuwbare energie E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016** 56,4 0,7 55,7 55,7 56,4 65,9 10,8 20,3
Totaal hernieuwbare energie G-U Dienstverlening 2016** 13,4 1,1 12,4 12,4 13,4 4,1 . .
Elektriciteit A-U Alle economische activiteiten 2016** -61,6 334,1 -395,7 15,1 410,8 -61,6 677,6 739,2
Elektriciteit A Landbouw, bosbouw en visserij 2016** -2,2 31,8 -34,0 0,7 34,7 -2,2 20,4 22,6
Elektriciteit B Delfstoffenwinning 2016** 10,3 10,5 -0,2 0,0 0,2 10,3 10,5 0,2
Elektriciteit C Industrie 2016** 112,3 134,6 -22,3 0,7 23,0 112,3 126,5 14,3
Elektriciteit D Energievoorziening 2016** -298,9 22,6 -321,4 10,5 332,0 -298,9 386,9 685,8
Elektriciteit E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016** -6,4 7,8 -14,2 3,2 17,4 -6,4 7,6 14,0
Elektriciteit G-U Dienstverlening 2016** 120,2 123,7 -3,5 0,1 3,6 120,2 122,5 2,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het verbruik van energie bij bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Het verbruik van energie kan op twee manieren worden berekend. De eerste is vanuit de verbruikskant. Hierbij is het verbruik de som van het finaal energieverbruik, het niet-energetisch gebruik en het saldo van inzet en productie van energie. Dit laatste is het verlies van energie bij de omzetting. De tweede manier om het verbruik van energie te berekenen is vanuit de aanbodkant. Hierbij is het totaal energieverbruik gelijk aan de winning van energie plus de aanvoer minus de aflevering plus de voorraadmutatie.
Deze twee berekeningen geven hetzelfde eindresultaat. Behalve het saldo laat de tabel ook de onderliggende cijfers zien over de inzet van energiedragers voor omzetting (de hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te maken) en over de productie van energie uit omzetting (de hoeveelheid energie die is gemaakt uit andere energiedragers).

Gegevens beschikbaar:
Vanaf 2011.

Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2014 zijn definitief. Cijfers over 2015 en 2016 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per 23 maart 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet. Zie voor meer informatie paragraaf 3.

Wijzigingen per 27 december 2017:
Cijfers over 2015 en 2016 zijn bijgesteld.
Cijfers over 2011 t/m 2014 zijn gereviseerd. Meer informatie bij paragraaf 4.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Opbouw vanuit verbruik
Opgebouwd vanuit verbruik is het energieverbruik de som van het finaal energieverbruik, het niet-energetisch gebruik en het saldo van inzet en productie van energie.
Totaal energieverbruik
De hoeveelheid energie die is verbruikt door bedrijven, huishoudens en vervoer in Nederland. Energie kan zijn verbruikt:
- bij omzetting in andere energiedragers, dit is de inzet minus de productie van energie.
- als finaal verbruik.

Het energieverbruik is de som van het finaal energieverbruik, het niet-energetisch gebruik en het saldo van inzet en productie van energie.
Finaal energieverbruik
Het door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager.

Voorbeelden zijn het verbranden van aardgas in een warmteketel, het verbruik van elektriciteit door huishoudens en het verbruik van motorbrandstoffen voor vervoer.
Niet-energetisch gebruik
Het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is. Hierbij blijft de voor het productieproces gebruikte energie in het product aanwezig. Voorbeelden zijn het gebruik van olie als grondstof voor plastic of aardgas voor kunstmest.
Energieomzetting
Het veranderen van de ene energiedrager in de andere. Dit kan de omzetting zijn van een brandstof in elektriciteit of warmte. Het kan ook de omzetting zijn van een brandstof in een andere soort brandstof, zoals de omzetting van ruwe aardolie in benzine.
Saldo inzet-productie energie
Het verschil tussen de inzet voor en productie uit omzettingen.

Het totale saldo energieomzetting is de som van het saldo:
- bij elektriciteit/WKK-omzetting
- bij andere omzettingen

Voor de ingezette energiedragers, zoals aardgas en steenkool, is het saldo energieomzetting altijd positief. Voor de geproduceerde energiedragers, zoals elektriciteit of benzine, is het saldo altijd negatief. Bij de omzetting naar deze energiedragers wordt er immers meer van geproduceerd dan ingezet. Voor het totaal van alle energiedragers is het saldo de hoeveelheid energie die verloren is gegaan bij de omzetting van energiedragers.
Inzet energie voor omzetting
De hoeveelheid energie die is gebruikt om andere energiedragers van te produceren. Het kan een omzetting zijn van een brandstof in warmte of elektriciteit. Het kan ook een fysieke bewerking van de ene in de andere brandstof zijn, zoals de omzetting van ruwe aardolie in benzine.
Productie energie uit omzetting (-)
De hoeveelheid energie die is vervaardigd uit een andere energiedrager. Het kan een productie zijn van warmte of elektriciteit uit een brandstof. Het kan ook een productie van een brandstof zijn door fysieke bewerking van een andere, zoals de productie van benzine uit ruwe aardolie.
Opbouw vanuit aanbod
Opgebouwd vanuit aanbod is het energieverbruik winning van energie plus de aanvoer van energie minus de aflevering van energie plus de voorraadmutatie.
Totaal energieverbruik
De hoeveelheid energie die is verbruikt door bedrijven, huishoudens en vervoer in Nederland. Energie kan zijn verbruikt:
- bij omzetting in andere energiedragers, dit is de inzet minus de productie van energie.
- als finaal verbruik.

Het energieverbruik is de som van winning van energie plus de aanvoer van energie minus de aflevering van energie plus de voorraadmutatie.
Winning
Het onttrekken van energie aan de natuur.

Fossiele energiedragers steenkool, aardolie en aardgas worden gewonnen uit de aarde. Hernieuwbare energiedragers zijn onder andere windenergie en biomassa. Andere energiedragers zijn bijvoorbeeld kernenergie en afval.
Energie-aanvoer
Energie die geïmporteerd of in Nederland gekocht of ontvangen wordt.
Energie-aflevering (-)
Energie die geëxporteerd of in Nederland verkocht of afgeleverd wordt.
Voorraadmutatie
De verandering van de omvang van de voorraad. Bij energiestatistieken is dit de beginvoorraad minus de eindvoorraad, conform de internationale richtlijnen voor energiestatistieken. Een positief getal betekent dus dat de voorraad is afgenomen en dat het aanbod in Nederland is toegenomen. Voor een negatief getal geldt het omgekeerde (toename van de voorraad en afname van het aanbod).