Personen; kenmerken huishouden, geslacht en leeftijd, 1971-1994

Personen; kenmerken huishouden, geslacht en leeftijd, 1971-1994

Geslacht Leeftijd Perioden Personen naar positie in het huishouden Totaal personen in huishoudens (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Totaal personen in particuliere huish... (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Thuiswonend kind (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Alleenstaand (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Totaal samenwonend (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Partner in niet-gehuwd paar zonder ki... (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Partner in gehuwd paar zonder kinderen (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Partner in niet-gehuwd paar met kinderen (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Partner in gehuwd paar met kinderen (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Ouder in eenouderhuishouden (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Overig lid huishouden (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in institutioneel huishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Totaal personen in huishoudens (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Totaal personen in particuliere huish... (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in eenpersoonshuishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Totaal personen in meerpersoonshuisho... (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Zonder kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Met kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in niet-gehuwd paar Totaal personen in niet-gehuwd paar (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in niet-gehuwd paar Zonder kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in niet-gehuwd paar Met kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in gehuwd paar Totaal personen in gehuwd paar (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in gehuwd paar Zonder kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in gehuwd paar Met kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in eenouderhuishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Persoon in overig huishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in institutioneel huishouden (x 1 000)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd 1994 15.342 15.091 4.573 2.032 7.887 810 2.796 196 4.085 352 246 250 15.342 15.091 2.032 13.059 3.756 9.303 1.174 818 356 10.892 2.841 8.051 896 97 250
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar 1994 2.816 2.808 2.778 30 8 2.816 2.808 2.808 7 2.800 119 119 2.440 2.440 242 7 8
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 1994 2.145 2.128 1.451 273 340 198 75 14 52 9 55 17 2.145 2.128 273 1.854 310 1.544 246 199 47 1.392 84 1.308 188 28 17
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 1994 2.602 2.586 256 471 1.774 366 415 74 919 58 27 15 2.602 2.586 471 2.115 803 1.312 446 367 79 1.537 420 1.117 117 16 15
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 1994 2.346 2.331 56 254 1.906 92 201 70 1.543 100 14 16 2.346 2.331 254 2.077 303 1.774 164 93 71 1.774 203 1.570 132 7 16
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 1994 1.990 1.978 23 196 1.653 59 456 28 1.110 84 22 12 1.990 1.978 196 1.782 529 1.253 91 61 29 1.581 462 1.119 104 6 12
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 1994 1.435 1.423 8 205 1.138 43 737 8 351 41 31 12 1.435 1.423 205 1.218 798 420 53 45 8 1.106 744 362 50 9 12
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 1994 1.160 1.138 1 294 778 32 653 2 91 31 35 22 1.160 1.138 294 844 705 139 35 33 2 763 659 104 33 13 22
Totaal mannen en vrouwen 75 jaar of ouder 1994 848 700 - 339 299 20 259 - 19 30 33 148 848 700 339 361 300 61 21 21 - 300 269 31 30 10 148
Mannen Totaal leeftijd 1994 7.586 7.500 2.487 889 3.951 412 1.400 96 2.043 52 120 86 7.586 7.500 889 6.611 1.888 4.723 595 415 179 5.601 1.421 4.181 363 53 86
Mannen Jonger dan 15 jaar 1994 1.438 1.433 1.418 15 5 1.438 1.433 1.433 4 1.429 60 60 1.246 1.246 124 4 5
Mannen 15 tot 25 jaar 1994 1.093 1.083 810 135 110 73 20 4 13 - 29 9 1.093 1.083 135 948 113 835 97 74 23 736 24 713 99 16 9
Mannen 25 tot 35 jaar 1994 1.332 1.323 193 283 829 203 210 34 382 2 16 9 1.332 1.323 283 1.040 427 613 240 203 37 745 213 532 45 10 9
Mannen 35 tot 45 jaar 1994 1.195 1.186 43 166 958 57 101 35 765 10 8 9 1.195 1.186 166 1.020 164 856 93 57 36 889 102 786 34 5 9
Mannen 45 tot 55 jaar 1994 1.017 1.010 18 105 857 32 200 17 608 18 12 7 1.017 1.010 105 905 241 664 51 34 17 817 203 614 33 4 7
Mannen 55 tot 65 jaar 1994 708 702 5 75 595 22 360 5 207 10 16 6 708 702 75 626 393 233 28 23 5 577 364 213 15 6 6
Mannen 65 tot 75 jaar 1994 515 507 1 64 422 15 350 1 56 6 14 8 515 507 64 443 373 70 17 16 1 414 352 61 7 5 8
Mannen 75 jaar of ouder 1994 288 257 - 61 180 9 159 - 12 6 10 31 288 257 61 196 174 22 9 9 - 178 162 16 6 3 31
Vrouwen Totaal leeftijd 1994 7.756 7.591 2.086 1.144 3.936 398 1.396 100 2.041 300 126 164 7.756 7.591 1.144 6.448 1.868 4.580 580 403 176 5.291 1.420 3.871 533 44 164
Vrouwen Jonger dan 15 jaar 1994 1.378 1.375 1.360 15 3 1.378 1.375 1.375 4 1.371 59 59 1.194 1.194 118 4 3
Vrouwen 15 tot 25 jaar 1994 1.052 1.044 641 138 230 125 56 9 40 9 26 8 1.052 1.044 138 906 197 708 149 125 24 656 60 596 89 12 8
Vrouwen 25 tot 35 jaar 1994 1.270 1.264 63 188 945 163 204 40 537 56 11 6 1.270 1.264 188 1.075 376 699 205 164 42 792 207 585 72 6 6
Vrouwen 35 tot 45 jaar 1994 1.152 1.145 13 88 948 35 100 35 778 90 6 7 1.152 1.145 88 1.057 139 918 71 36 36 885 101 784 98 2 7
Vrouwen 45 tot 55 jaar 1994 973 968 5 91 796 26 256 12 502 65 10 5 973 968 91 877 288 589 40 28 12 764 259 505 71 2 5
Vrouwen 55 tot 65 jaar 1994 728 722 2 130 543 21 377 2 143 31 15 6 728 722 130 592 405 186 25 22 3 529 380 149 34 4 6
Vrouwen 65 tot 75 jaar 1994 645 631 1 230 356 17 303 1 35 25 20 14 645 631 230 401 332 70 18 17 1 349 307 42 26 8 14
Vrouwen 75 jaar of ouder 1994 560 443 - 278 118 11 100 - 7 24 23 117 560 443 278 165 126 39 12 12 - 121 107 15 24 8 117
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over personen in huishoudens in Nederland op 1 januari.

De gegevens in de tabel kunnen worden uitgesplitst naar:
- Personen naar positie in het huishouden naar geslacht en leeftijd (in groepen);
- Personen naar samenstelling van het huishouden naar geslacht en leeftijd (in groepen).

De in deze tabel gepresenteerde cijfers zijn tot stand gekomen door de resultaten van eerdere CBS-onderzoeken in de tijd vergelijkbaar te maken. Daardoor wijken deze cijfers af van andere door het CBS gepubliceerde cijfers over huishoudens.

Gegevens beschikbaar van 1971 tot en met 1994.

Status van de cijfers:
De in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 6 december 2018:
De onderliggende coderingen van de in deze tabel gebruikte classificatie 'geslacht' zijn aangepast. Deze sluiten nu aan bij de door het CBS vastgelegde standaardcoderingen. De structuur en de gegevens van de tabel zijn niet aangepast.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Personen naar positie in het huishouden
Betreft personen in particuliere en institutionele huishoudens (wat overeenkomt met de totale bevolking van Nederland) naar positie in het huishouden.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden.

Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.




Totaal personen in huishoudens
Totaal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.
Persoon in particulier huishouden
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal personen in particuliere huishoudens.
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Alleenstaand
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishoudens vormt.
Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonend
Persoon die samen met iemand anders (ongeacht geslacht) als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonend
Partner in niet-gehuwd paar zonder ki...
Partner in niet-gehuwd paar zonder thuiswonende kinderen.

Partner:
Persoon die een paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden.

Niet-gehuwd paar:
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Partner in gehuwd paar zonder kinderen
Partner in gehuwd paar zonder thuiswonende kinderen.

Partner:
Persoon die een paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden.

Gehuwd paar:
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Partner in niet-gehuwd paar met kinderen
Partner in niet-gehuwd paar met thuiswonende kinderen.

Partner:
Persoon die een paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden.

Niet-gehuwd paar:
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Partner in gehuwd paar met kinderen
Partner in gehuwd paar met thuiswonende kinderen.

Partner:
Persoon die een paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden.

Gehuwd paar:
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Ouder in eenouderhuishouden
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, twee broers die samen één huishouding vormen, of pleegkinderen.

Partner:
Persoon die een paar vormt met een andere persoon in een particulier huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Persoon in institutioneel huishouden
Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen naar huishoudensamenstelling
Betreft personen in particuliere en institutionele huishoudens (wat overeenkomt met de totale bevolking van Nederland) naar samenstelling van het huishouden.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Samenstelling huishouden:
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden.
Totaal personen in huishoudens
Totaal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.
Persoon in particulier huishouden
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal personen in particuliere huishoudens.
Persoon in eenpersoonshuishouden
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Persoon in meerpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden:
Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.

Totaal personen in meerpersoonshuisho...
Totaal personen in meerpersoonshuishoudens.
Zonder kinderen
Personen in meerpersoonshuishoudens zonder thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Met kinderen
Personen in meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Persoon in niet-gehuwd paar
Niet-gehuwd paar:
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Totaal personen in niet-gehuwd paar
Zonder kinderen
Personen in niet-gehuwde paren zonder thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Met kinderen
Personen in niet-gehuwde paren met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Persoon in gehuwd paar
Gehuwd paar:
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.
Totaal personen in gehuwd paar
Zonder kinderen
Personen in gehuwde paren zonder thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Met kinderen
Personen in gehuwde paren met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Persoon in eenouderhuishouden
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Persoon in overig huishouden
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.

Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, twee broers die samen één huishouding vormen, of pleegkinderen.
Persoon in institutioneel huishouden
Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.