Inkomen, bestedingen en vermogen huishoudens; kerncijfers, NR, 2005-2014
Huishoudens kenmerken | Perioden | Totaal bedrag Vermogens Vorderingen Pensioenrechten (mln euro) | Gemiddeld bedrag Vermogens Vorderingen Pensioenrechten (1 000 euro) | Gestandaardiseerd bedrag Vermogens Vorderingen Pensioenrechten (1 000 euro) |
---|---|---|---|---|
Totaal | 2014 | 1.237.680 | 157,2 | 114,7 |
Gest. besteedbaar inkomen: 1e 20%-groep | 2014 | 35.253 | 22,4 | 18,2 |
Gest. besteedbaar inkomen: 2e 20%-groep | 2014 | 110.145 | 69,9 | 54,3 |
Gest. besteedbaar inkomen: 3e 20%-groep | 2014 | 206.754 | 131,3 | 94,5 |
Gest. besteedbaar inkomen: 4e 20%-groep | 2014 | 321.632 | 204,2 | 140,2 |
Gest. besteedbaar inkomen: 5e 20%-groep | 2014 | 563.895 | 358,0 | 240,4 |
Eenpersoonshuishouden: man | 2014 | 128.257 | 96,6 | 96,6 |
Eenpersoonshuishouden: vrouw | 2014 | 69.480 | 46,9 | 46,9 |
Eenouderhuishouden | 2014 | 36.451 | 68,5 | 46,7 |
Paar: met kind(eren) | 2014 | 298.695 | 149,3 | 79,7 |
Paar: zonder kind | 2014 | 655.028 | 301,3 | 219,9 |
Overige huishoudens | 2014 | 49.769 | 139,0 | 103,6 |
Inkomstenbron: eigen onderneming | 2014 | 182.655 | 190,2 | 121,7 |
Inkomstenbron: uit arbeid | 2014 | 495.708 | 128,6 | 88,1 |
Uitkering ouderdom/nabestaanden | 2014 | 505.161 | 245,1 | 206,0 |
Overig uitkeringen en overdrachtsinkomen | 2014 | 54.157 | 54,2 | 44,5 |
Hoofdkostwinner: tot 35 jaar | 2014 | 111.408 | 72,7 | 57,4 |
Hoofdkostwinner: 35 tot 50 jaar | 2014 | 172.844 | 82,7 | 52,9 |
Hoofdkostwinner: 50 tot 65 jaar | 2014 | 427.773 | 199,9 | 140,4 |
Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder | 2014 | 525.654 | 248,7 | 206,8 |
Woningbezit: eigen woning | 2014 | 942.261 | 213,6 | 143,7 |
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag | 2014 | 57.533 | 46,7 | 38,1 |
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag | 2014 | 237.886 | 106,7 | 87,3 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een beschrijving van transacties van inkomens, bestedingen, besparingen en vermogens van de sector huishoudens in de nationale rekeningen naar verschillende huishoudensgroepen. De huishoudens worden onderscheiden naar de voornaamste bron van inkomen, woonsituatie, samenstelling van het huishouden, leeftijdsklasse van de hoofdkostwinner en 20%-inkomensgroepen.
Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2014.
Status van de cijfers:
De gegevens van 2005 tot en met 2014 zijn definitief.
Wijzigingen per 22 juni 2018
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel met gegevens voor revisie is vervangen door tabel Inkomen, bestedingen en vermogen huishoudens; kerncijfers, NR. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2014.
Status van de cijfers:
De gegevens van 2005 tot en met 2014 zijn definitief.
Wijzigingen per 22 juni 2018
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel met gegevens voor revisie is vervangen door tabel Inkomen, bestedingen en vermogen huishoudens; kerncijfers, NR. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Totaal bedrag
- Vermogens
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit pensioenrechten, woningen, grond onder woningen, banktegoeden en chartaal geld, en effecten. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. De eigen woning en overige onroerende zaken zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Enkele zaken zijn bij de berekening van het vermogen niet meegerekend door gebrek aan gegevens. Duurzame consumptiegoederen (met uitzondering van de eigen woning), juwelen en antiek worden niet tot het bezit gerekend. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.- Vorderingen
- Vorderingen zijn bezittingen van huishoudens. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.
- Pensioenrechten
- Pensioenrechten omvatten financiële aanspraken van huidige en voormalige werknemers op:
a) hun werkgevers;
b) een pensioenfonds;
c) een levensverzekeraar (collectieve contracten).
Bij deze post gaat het om de zogenaamde tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel, m.a.w. de door werknemers opgebouwde aanvullende pensioenen en niet om de AOW. Onder deze post worden de pensioenaanspraken geboekt, en niet de totale waarde van de beleggingen. De pensioenaanspraken kunnen afwijken van de waarde van de beleggingen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 110 procent bedraagt, zijn de beleggingen 10 procent meer waard dan de pensioenaanspraken.
Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen
Voor Nederland bevat deze categorie alleen aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders, rechten op niet-pensioenuitkeringen komen hier niet voor.
Een werkgever kan een contract met een derde sluiten om het pensioenfonds voor zijn werknemers te administreren. Als de werkgever de voorwaarden van de pensioenregelingen blijft bepalen en de verantwoordelijkheid voor financieringstekorten en het recht op financieringsoverschotten behoudt, wordt de werkgever als pensioenbeheerder beschouwd en de eenheid die de werkzaamheden onder leiding van de pensioenbeheerder verricht als pensioenadministrateur. Als de overeenkomst tussen de werkgever en de derde inhoudt dat de werkgever de risico's en verantwoordelijkheid voor een financieringstekort aan de derde overdraagt in ruil voor het recht van de derde om overschotten te behouden, is de derde zowel pensioenbeheerder als pensioenadministrateur.
- Gemiddeld bedrag
- Bedrag per huishouden.
- Vermogens
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit pensioenrechten, woningen, grond onder woningen, banktegoeden en chartaal geld, en effecten. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. De eigen woning en overige onroerende zaken zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Enkele zaken zijn bij de berekening van het vermogen niet meegerekend door gebrek aan gegevens. Duurzame consumptiegoederen (met uitzondering van de eigen woning), juwelen en antiek worden niet tot het bezit gerekend. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.- Vorderingen
- Vorderingen zijn bezittingen van huishoudens. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.
- Pensioenrechten
- Pensioenrechten omvatten financiële aanspraken van huidige en voormalige werknemers op:
a) hun werkgevers;
b) een pensioenfonds;
c) een levensverzekeraar (collectieve contracten).
Bij deze post gaat het om de zogenaamde tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel, m.a.w. de door werknemers opgebouwde aanvullende pensioenen en niet om de AOW. Onder deze post worden de pensioenaanspraken geboekt, en niet de totale waarde van de beleggingen. De pensioenaanspraken kunnen afwijken van de waarde van de beleggingen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 110 procent bedraagt, zijn de beleggingen 10 procent meer waard dan de pensioenaanspraken.
Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen
Voor Nederland bevat deze categorie alleen aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders, rechten op niet-pensioenuitkeringen komen hier niet voor.
Een werkgever kan een contract met een derde sluiten om het pensioenfonds voor zijn werknemers te administreren. Als de werkgever de voorwaarden van de pensioenregelingen blijft bepalen en de verantwoordelijkheid voor financieringstekorten en het recht op financieringsoverschotten behoudt, wordt de werkgever als pensioenbeheerder beschouwd en de eenheid die de werkzaamheden onder leiding van de pensioenbeheerder verricht als pensioenadministrateur. Als de overeenkomst tussen de werkgever en de derde inhoudt dat de werkgever de risico's en verantwoordelijkheid voor een financieringstekort aan de derde overdraagt in ruil voor het recht van de derde om overschotten te behouden, is de derde zowel pensioenbeheerder als pensioenadministrateur.
- Gestandaardiseerd bedrag
- Bedrag per huishouden omgerekend naar eenpersoonshuishouden.
- Vermogens
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit pensioenrechten, woningen, grond onder woningen, banktegoeden en chartaal geld, en effecten. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. De eigen woning en overige onroerende zaken zijn gewaardeerd op marktwaarde.
Enkele zaken zijn bij de berekening van het vermogen niet meegerekend door gebrek aan gegevens. Duurzame consumptiegoederen (met uitzondering van de eigen woning), juwelen en antiek worden niet tot het bezit gerekend. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.- Vorderingen
- Vorderingen zijn bezittingen van huishoudens. Tot en met 2010 hebben deze data betrekking op huishoudens inclusief instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Vanaf 2011 zijn deze instellingen niet meer inbegrepen.
- Pensioenrechten
- Pensioenrechten omvatten financiële aanspraken van huidige en voormalige werknemers op:
a) hun werkgevers;
b) een pensioenfonds;
c) een levensverzekeraar (collectieve contracten).
Bij deze post gaat het om de zogenaamde tweede pijler van het Nederlandse pensioenstelsel, m.a.w. de door werknemers opgebouwde aanvullende pensioenen en niet om de AOW. Onder deze post worden de pensioenaanspraken geboekt, en niet de totale waarde van de beleggingen. De pensioenaanspraken kunnen afwijken van de waarde van de beleggingen. Als de dekkingsgraad bijvoorbeeld 110 procent bedraagt, zijn de beleggingen 10 procent meer waard dan de pensioenaanspraken.
Aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders en rechten op niet-pensioenuitkeringen
Voor Nederland bevat deze categorie alleen aanspraken van pensioenfondsen op pensioenbeheerders, rechten op niet-pensioenuitkeringen komen hier niet voor.
Een werkgever kan een contract met een derde sluiten om het pensioenfonds voor zijn werknemers te administreren. Als de werkgever de voorwaarden van de pensioenregelingen blijft bepalen en de verantwoordelijkheid voor financieringstekorten en het recht op financieringsoverschotten behoudt, wordt de werkgever als pensioenbeheerder beschouwd en de eenheid die de werkzaamheden onder leiding van de pensioenbeheerder verricht als pensioenadministrateur. Als de overeenkomst tussen de werkgever en de derde inhoudt dat de werkgever de risico's en verantwoordelijkheid voor een financieringstekort aan de derde overdraagt in ruil voor het recht van de derde om overschotten te behouden, is de derde zowel pensioenbeheerder als pensioenadministrateur.