Huishoudens; grootte, samenstelling, positie in het huishouden, 1 januari

Huishoudens; grootte, samenstelling, positie in het huishouden, 1 januari

Perioden Personen naar positie in het huishouden Mannen en Vrouwen (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Totaal aantal mannen (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Thuiswonend kind (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Alleenstaand (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Overig lid huishouden (aantal) Personen naar positie in het huishouden Mannen Personen in institutionele huishoudens (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Totaal aantal vrouwen (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Thuiswonend kind (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Alleenstaand (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Overig lid huishouden (aantal) Personen naar positie in het huishouden Vrouwen Personen in institutionele huishoudens (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen en vrouwen (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen Totaal mannen in een instelling (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen Ongehuwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen Gehuwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen Verweduwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Mannen Gescheiden (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Vrouwen Totaal vrouwen in een instelling (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Vrouwen Ongehuwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Vrouwen Gehuwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Vrouwen Verweduwd (aantal) Personen in institutionele huishoudens Naar geslacht en burgerlijke staat Vrouwen Gescheiden (aantal)
2023 17.811.291 8.850.309 2.506.951 1.597.332 118.318 136.318 130.993 8.960.982 2.176.499 1.668.710 492.315 136.742 145.031 276.024 130.993 84.001 21.823 13.402 11.767 145.031 53.314 18.014 59.673 14.030
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over het verloop van de huishoudens in Nederland naar grootte en samenstelling alsmede personen naar positie in het huishouden op 1 januari.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Met de beschikbare informatie is voor de verslagjaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.

Wijzigingen per 7 augustus 2023:
De cijfers per 1 januari 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het 4e kwartaal van 2024 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2024 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Personen naar positie in het huishouden
Huishouden:
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden.

Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Mannen en Vrouwen
Mannen
Totaal aantal mannen
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Totaal aantal personen in institutionele huishoudens.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vrouwen
Totaal aantal vrouwen
Thuiswonend kind
Thuiswonende kinderen in particuliere huishoudens.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon in een particulier huishouden die een ouder-kindrelatie heeft met één of meer thuiswonende kinderen en die geen partner heeft in hetzelfde huishouden.

Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Overig lid huishouden
Overige leden in particuliere huishoudens.

Overig lid huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan een kostganger die bij een gezin inwoont, een persoon die samen met een broer of zus één huishouden vormt, of een pleegkind.
Personen in institutionele huishoudens
Totaal aantal personen in institutionele huishoudens.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Naar geslacht en burgerlijke staat
Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap.
Doorgaans worden het geregistreerd partnerschap en het huwelijk op dezelfde wijze behandeld.

Huwelijk:
Wettelijke verbintenis tot het samenleven van twee personen.
Sinds april 2001 staat het huwelijk ook open voor personen van hetzelfde geslacht.

Geregistreerd partnerschap:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.
Mannen en vrouwen
Mannen
Totaal mannen in een instelling
Totaal aantal mannen in institutionele huishoudens.
Ongehuwd
Vanaf 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
1998 tot 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap heeft.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, zijn de burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt. Dat was meestal ongehuwd.
Tot 1998: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.
Gehuwd
Vanaf 1998: wettig gehuwd plus partnerschap.
Tot 1998: wettig gehuwd.

Wettig gehuwd:
Burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk.
Inclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na het aangaan van een geregistreerd partnerschap.

Verweduwd
Vanaf 2010: verweduwd na wettig huwelijk plus verweduwd na partnerschap.
Tot 2010: verweduwd na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'verweduwd na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Verweduwd na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door overlijden van de partner.

Verweduwd na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap door overlijden van de partner.



Gescheiden
Vanaf 2010: gescheiden na wettig huwelijk plus gescheiden na partnerschap.
Tot 2010: gescheiden na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd).
Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Gescheiden na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door echtscheiding.
Exclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Gescheiden na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner.

Vrouwen
Totaal vrouwen in een instelling
Totaal aantal vrouwen in institutionele huishoudens.
Ongehuwd
Vanaf 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
1998 tot 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap heeft.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, zijn de burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt. Dat was meestal ongehuwd.
Tot 1998: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.
Gehuwd
Vanaf 1998: wettig gehuwd plus partnerschap.
Tot 1998: wettig gehuwd.

Wettig gehuwd:
Burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk.
Inclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na het aangaan van een geregistreerd partnerschap.

Verweduwd
Vanaf 2010: verweduwd na wettig huwelijk plus verweduwd na partnerschap.
Tot 2010: verweduwd na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'verweduwd na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Verweduwd na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door overlijden van de partner.

Verweduwd na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap door overlijden van de partner.

Gescheiden
Vanaf 2010: gescheiden na wettig huwelijk plus gescheiden na partnerschap.
Tot 2010: gescheiden na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.

Trendbreuk
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd).
Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.

Gescheiden na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door echtscheiding.
Exclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.

Gescheiden na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner.