Kerncijfers milieu; nationale rekeningen, 2001-2013

Kerncijfers milieu; nationale rekeningen, 2001-2013

Economische activiteit en overige posten Perioden Druk op het milieu Energieverbruik (PJ) Druk op het milieu Gebruik van leidingwater (mln m3) Druk op het milieu Afval (mln kg) Milieu en macro-economische kengetallen Opbrengst milieubelastingen/-heffingen (mln euro) Milieu en macro-economische kengetallen Milieukosten (mln euro) Milieu en macro-economische kengetallen Milieu-investeringen (mln euro) Milieu en macro-economische kengetallen Milieusector Arbeidsvolume werkzame personen (1 000 arbeidsjaren) Milieu en macro-economische kengetallen Milieusector Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro)
Totaal 2013* 3.540 . . 23.013 . . . .
Totaal Nederlandse economie 2013* 3.540 . . 22.952 . . . .
A-U Alle economische activiteiten 2013* 2.826 . . 7.991 . . . .
A Landbouw, bosbouw en visserij 2013* 154 . . 327 . . . .
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2013* 1.815 . . 1.386 . . . .
B Delfstoffenwinning 2013* 43 . . 23 . . . .
C Industrie 2013* 1.368 . . 1.055 . . . .
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 2013* 83 . . 329 . . . .
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2013* 5 . . 35 . . . .
16-18 Hout-, papier-, grafische industr. 2013* 34 . . 77 . . . .
16 Houtindustrie 2013* 3 . . 13 . . . .
17 Papierindustrie 2013* 26 . . 40 . . . .
18 Grafische industrie 2013* 6 . . 24 . . . .
19 Aardolie-industrie 2013* 171 . . 48 . . . .
20-21 Chemie en farmaceutische industrie 2013* 869 . . 166 . . . .
20 Chemische industrie 2013* . . . 150 . . . .
21 Farmaceutische industrie 2013* . . . 16 . . . .
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr 2013* 33 . . 117 . . . .
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 2013* 8 . . 52 . . . .
23 Bouwmaterialenindustrie 2013* 24 . . 65 . . . .
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 2013* 137 . . 100 . . . .
24 Basismetaalindustrie 2013* 125 . . 29 . . . .
25 Metaalproductenindustrie 2013* 12 . . 71 . . . .
26-27 Elektrische en elektron. Industrie 2013* 15 . . 34 . . . .
28 Machine-industrie 2013* 7 . . 45 . . . .
29-30 Transportmiddelenindustrie 2013* 5 . . 30 . . . .
31-33 Overige industrie en reparatie 2013* 10 . . 73 . . . .
D Energievoorziening 2013* 308 . . 172 . . . .
E Waterbedrijven en afvalbeheer 2013* 97 . . 132 . . . .
F Bouwnijverheid 2013* 56 . . 508 . . . .
G-I Handel, vervoer en horeca 2013* 543 . . 2.503 . . . .
J Informatie en communicatie 2013* 18 . . 149 . . . .
K Financiële dienstverlening 2013* 18 . . 172 . . . .
L Verhuur en handel van onroerend goed 2013* 13 . . 112 . . . .
M-N Zakelijke dienstverlening 2013* 44 . . 1.635 . . . .
O-Q Overheid en zorg 2013* 131 . . 858 . . . .
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2013* 33 . . 337 . . . .
Totaal particuliere huishoudens 2013* 715 . . 14.961 .
Overige herkomst binnenland 2013*
Totaal uit het buitenland 2013* . 66
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kerncijfers uit de milieurekeningen en de Nationale rekeningen. Per bedrijfstak wordt de bijdrage aan uiteenlopende milieuaspecten zoals broeikaseffect, verzuring, milieukosten en milieubelastingen weergegeven. Verder zijn enkele kernvariabelen uit de Nationale rekeningen opgenomen, waaronder de bruto toegevoegde waarde en het arbeidsvolume (aantal banen van werknemers, omgerekend naar voltijdsbanen).
De milieurekeningen sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen. Voor de fysieke materiaalstromen betekent dit dat alle stromen worden beschreven die direct zijn gerelateerd aan de Nederlandse economie. De materiaalstromen worden geregistreerd voor de afzonderlijke economische activiteiten op de plek waar deze daadwerkelijk plaatsvinden (het zogenaamde 'ingezetenenprincipe'). Zo worden alle luchtverontreinigende emissies door Nederlandse transporteurs voor Nederland meegenomen, maar blijven emissies door buitenlandse voertuigen op Nederlandse grondgebied buiten beschouwing. Voor de milieurekeningen wordt gebruik gemaakt van broncijfers uit de milieu- en energiestatistieken. Bij het samenstellen van de milieu- en energiestatistieken wordt echter uitgegaan van het 'grondgebiedprincipe': alles wat plaatsvindt op Nederlands grondgebied. Doordat de milieurekeningen consistent zijn met de concepten van de Nationale rekeningen, kunnen ontwikkelingen op het vlak van het milieu direct met de macro-economische ontwikkelingen in Nederland worden vergeleken. Door de verschillende invalshoek kunnen de uitkomsten wel afwijken van indicatoren uit de milieu- en energiestatistieken.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
De kerncijfertabel omvat veel verschillende cijfers. Voor cijfers ontleend aan de Nationale rekeningen geldt: het meest recente verslagjaar heeft de status Voorlopig, het voorlaatste verslagjaar heeft de status Nader Voorlopig en het daaraan voorafgaande verslagjaar heeft de status Definitief. Momenteel hebben alle cijfers van de Nationale rekeningen over de jaren 2001-2010 nog de status Voorlopig. Dit heeft te maken met de revisie van de Nationale rekeningen waarbij onder meer wordt aangesloten op het Europese Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010). Deze revisie is voor de jaren vóór 2011 nog niet geheel afgerond. Voor cijfers uit de milieurekeningen geldt dat deze over een reeks van jaren aangepast worden aan herzieningen bij de bronstatistieken. Dit om de aansluiting bij de milieustatistieken zo optimaal mogelijk te houden.

Wijzigingen per 8 juni 2016:
Deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
N.v.t. Deze tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Druk op het milieu
Fysieke gegevens die samenhangen met de belasting van het milieu. Het betreft zowel cijfers over emissies naar lucht en water en afval als het verbruik van natuurlijke hulpbronnen.
Energieverbruik
Energie die wordt verbruikt bij economische processen en op korte termijn niet meer voor andere energetische doeleinden kan worden gebruikt.

Netto verbruik energie is gelijk aan het finale energieverbruik voor energetische (bijvoorbeeld het gebruik van benzine voor transport) en niet-energetische doeleinden (bijvoorbeeld het gebruik van nafta voor de productie van plastics) plus de omzettingsverliezen.
Gebruik van leidingwater
Gebruik van water met drinkwaterkwaliteit geproduceerd door de waterleidingsbedrijven.
Dit is gezuiverd grond- of oppervlaktewater dat door een buizennet wordt getransporteerd.
Afval
Bij de indeling naar afvalsoorten is aangesloten bij de indeling in de Europese verordening met betrekking tot afvalstofstatistieken. Het gaat hier zowel om de productie van afval met een commerciële waarde (afvalproducten) als om afval zonder een commerciële waarde (afvalresiduen) voor de producent.
Milieu en macro-economische kengetallen
Kengetallen op het gebied van milieu en economie.
Opbrengst milieubelastingen/-heffingen
Totale opbrengsten milieubestemmingsheffingen en groene belastingen.

Milieubestemmingsheffingen zijn heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd.
Groene belastingen zijn heffingen die het afremmen van milieubelastende activiteiten beogen via een verhoging van de prijs. De opbrengst van deze heffingen gaat naar de algemene middelen en wordt dus niet speciaal gebruikt voor de financiering van milieumaatregelen door de overheid. Voorbeelden van groene belastingen zijn de brandstofaccijns, de motorrijtuigenbelasting, de belastingen op personenauto's en motorrijwielen (bpm) en de energiebelasting.
Milieukosten
Alle jaarlijkse kosten van activiteiten die bescherming, herstel of verbetering van het milieu beogen.

Milieukosten zijn te verdelen in eigen kosten en betaalde overdrachten. De eigen kosten bestaan uit de berekende kapitaalslasten (rente en afschrijvingen van milieu-investeringen), de operationele kosten en overige kosten. De overdrachten bestaan vooral uit heffingen en uitbestede diensten.

Milieu-investeringen
Investeringen in materiële vaste activa die gedaan worden met het primaire motief om bescherming, herstel of verbetering van het milieu te bewerkstelligen en die zichzelf niet binnen drie jaar terugverdienen.
Milieusector
De milieusector bestaat uit bedrijven en instanties die activiteiten ontplooien met betrekking tot het meten, voorkomen, limiteren, minimaliseren of corrigeren van milieuschade aan water, lucht en bodem, evenals problemen gerelateerd aan afval, geluid en ecosystemen. Tot de milieusector behoren ook bedrijven die 'schonere technologieën' en 'schonere producten en diensten' produceren, die het milieurisico verkleinen en het verbruik van natuurlijke hulpbronnen en vervuiling minimaliseren. De definitie van de milieusector is op Europees niveau vastgesteld en wordt als zodanig door EU-landen toegepast.
Arbeidsvolume werkzame personen
Het arbeidsvolume uitgedrukt in arbeidsjaren op basis van het in het verslagjaar gemiddelde aantal werkzame personen. Een arbeidsjaar is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte). Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van een jaar op.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt ( het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

In de nationale rekeningen betekent ‘bruto’ vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en ‘netto’ na aftrek van het verbruik van vaste activa.