Onderwijsuitgaven per einddiploma; nominale route 1998-2015

Onderwijsuitgaven per einddiploma; nominale route 1998-2015

Einddiploma Perioden Uitgaven voortgezet onderwijs (vo) Vwo (1 000 euro)
Vwo 2015* 33,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van uitgaven aan opleidingen die zijn gevolgd via de nominale route naar een bepaald einddiploma. Dit is het hoogst behaalde diploma dat is behaald na het volgen van door de overheid bekostigd regulier onderwijs. Het gaat hierbij om uitgaven van overheden, huishoudens, bedrijven en non-profit instellingen aan onderwijsinstellingen en de zogenaamde apparaatskosten. Uitgaven die huishoudens doen buiten de onderwijsinstellingen om - zoals voor boeken en leermiddelen - blijven buiten beschouwing. In deze tabel tellen alleen opleidingen mee die zijn gevolgd binnen een doorlopende leerlijn naar een einddiploma. De nominale route verschilt in tijdsduur van het begrip "standaardroute" doordat er geen rekening is gehouden met vertragende of versnellende factoren (bijvoorbeeld doubleren of klas overslaan).

Gegevens beschikbaar van 1998 tot en met 2015

Status van de cijfers:
De uitkomsten van 1998 tot en met 2014 zijn definitief, de uitkomsten van 2015 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 21 december 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Door het wegvallen van financiering komen voor deze statistiek geen nieuwe gegevens meer beschikbaar vanaf 1 januari 2017. Voor meer informatie zie de link in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Uitgaven voortgezet onderwijs (vo)
Voortgezet onderwijs (vo), zoals opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs (wvo). In deze tabel is onder het voortgezet onderwijs ook het voortgezet speciaal onderwijs zoals bedoeld in de Wet op de Expertisecentra opgenomen.
Vwo
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) is bestemd voor leerlingen van 12 tot ongeveer 18 jaar en heeft een duur van zes jaar. Hiertoe behoren de schooltypen gymnasium (klassieke talen verplicht), atheneum (zonder klassieke talen) en lyceum (klassieke talen als keuze). Het onderwijs geeft toegang tot het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo). Bij de berekening van de uitgaven per diploma worden de eerste twee jaren van het vwo apart aangeduid als avo.