Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau onbekend (x 1 000)
Totaal Nederland 2014 737 3.534 1.349 2.436 158
Totaal Noord-Nederland (LD) 2014 81 378 135 197 20
Totaal Oost-Nederland (LD) 2014 173 773 279 484 27
Totaal West-Nederland (LD) 2014 307 1.578 650 1.291 79
Totaal Zuid-Nederland (LD) 2014 176 805 285 464 31
Totaal Groningen (PV) 2014 25 126 45 74 6
Totaal Friesland (PV) 2014 31 150 50 68 7
Totaal Drenthe (PV) 2014 24 102 40 56 7
Totaal Overijssel (PV) 2014 60 255 88 144 6
Totaal Flevoland (PV) 2014 19 87 33 50 5
Totaal Gelderland (PV) 2014 94 431 159 289 16
Totaal Utrecht (PV) 2014 44 233 105 246 10
Totaal Noord-Holland (PV) 2014 105 538 229 469 28
Totaal Zuid-Holland (PV) 2014 142 720 284 536 35
Totaal Zeeland (PV) 2014 17 87 32 40 6
Totaal Noord-Brabant (PV) 2014 122 562 196 334 20
Totaal Limburg (PV) 2014 54 243 89 131 11
Totaal Oost-Groningen (CR) 2014 7 35 11 12 2
Totaal Delfzijl en omgeving (CR) 2014 2 10 4 4 1
Totaal Overig Groningen (CR) 2014 16 80 30 58 3
Totaal Noord-Friesland (CR) 2014 15 74 25 35 5
Totaal Zuidwest-Friesland (CR) 2014 7 34 10 14 1
Totaal Zuidoost-Friesland (CR) 2014 10 42 15 20 2
Totaal Noord-Drenthe (CR) 2014 9 35 16 28 3
Totaal Zuidoost-Drenthe (CR) 2014 9 39 14 14 2
Totaal Zuidwest-Drenthe (CR) 2014 6 28 10 14 2
Totaal Noord-Overijssel (CR) 2014 19 83 28 47 2
Totaal Zuidwest-Overijssel (CR) 2014 8 34 12 20 1
Totaal Twente (CR) 2014 33 138 47 77 3
Totaal Veluwe (CR) 2014 32 146 51 92 5
Totaal Achterhoek (CR) 2014 18 94 31 45 3
Totaal Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 32 138 57 122 6
Totaal Zuidwest-Gelderland (CR) 2014 12 54 19 30 3
Totaal Utrecht (CR) 2014 44 233 105 246 10
Totaal Kop van Noord-Holland (CR) 2014 17 87 31 44 5
Totaal Alkmaar en omgeving (CR) 2014 10 47 20 35 3
Totaal IJmond (CR) 2014 8 41 17 29 2
Totaal Agglomeratie Haarlem (CR) 2014 7 40 19 44 1
Totaal Zaanstreek (CR) 2014 8 36 14 20 3
Totaal Groot-Amsterdam (CR) 2014 46 244 108 256 11
Totaal Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2014 9 42 21 42 2
Totaal Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2014 17 88 34 70 3
Totaal Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2014 28 144 62 144 7
Totaal Delft en Westland (CR) 2014 10 51 16 36 0
Totaal Oost-Zuid-Holland (CR) 2014 13 64 25 45 2
Totaal Groot-Rijnmond (CR) 2014 57 287 114 189 17
Totaal Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2014 16 87 32 53 5
Totaal Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 5 25 9 9 1
Totaal Overig Zeeland (CR) 2014 12 63 23 30 5
Totaal West-Noord-Brabant (CR) 2014 31 140 50 82 6
Totaal Midden-Noord-Brabant (CR) 2014 25 107 37 60 4
Totaal Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2014 30 148 52 88 5
Totaal Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2014 36 167 57 104 6
Totaal Noord-Limburg (CR) 2014 15 64 23 33 3
Totaal Midden-Limburg (CR) 2014 12 54 20 27 2
Totaal Zuid-Limburg (CR) 2014 27 125 47 71 6
Totaal Flevoland (CR) 2014 19 87 33 50 5
Totaal Groningen (SG) 2014 15 71 29 59 2
Totaal Leeuwarden (SG) 2014 8 38 14 21 2
Totaal Zwolle (SG) 2014 8 37 15 30 1
Totaal Enschede (SG) 2014 17 64 24 43 2
Totaal Apeldoorn (SG) 2014 10 42 17 31 3
Totaal Arnhem (SG) 2014 15 69 29 59 3
Totaal Nijmegen (SG) 2014 14 53 22 55 1
Totaal Amersfoort (SG) 2014 11 55 25 51 3
Totaal Utrecht (SG) 2014 22 114 54 146 4
Totaal Amsterdam (SG) 2014 58 300 131 290 14
Totaal Haarlem (SG) 2014 15 81 35 72 3
Totaal Leiden (SG) 2014 14 72 28 60 3
Totaal 's-Gravenhage (SG) 2014 39 195 78 179 7
Totaal Rotterdam (SG) 2014 48 234 93 154 15
Totaal Dordrecht (SG) 2014 11 60 24 39 4
Totaal Breda (SG) 2014 15 71 26 48 2
Totaal Tilburg (SG) 2014 17 66 24 41 2
Totaal 's-Hertogenbosch (SG) 2014 8 42 16 33 1
Totaal Eindhoven (SG) 2014 20 86 31 66 3
Totaal Geleen/Sittard (SG) 2014 6 30 12 19 2
Totaal Heerlen (SG) 2014 12 54 19 24 3
Totaal Maastricht (SG) 2014 9 36 14 25 1
Totaal Groningen (GA) 2014 9 42 17 40 0
Totaal Leeuwarden (GA) 2014 5 23 9 14 1
Totaal Zwolle (GA) 2014 6 23 10 23 1
Totaal Enschede (GA) 2014 10 33 11 20 1
Totaal Apeldoorn (GA) 2014 7 30 13 25 1
Totaal Arnhem (GA) 2014 6 25 12 28 2
Totaal Nijmegen (GA) 2014 9 26 12 38 1
Totaal Amersfoort (GA) 2014 6 32 16 36 1
Totaal Utrecht (GA) 2014 17 84 40 115 3
Totaal Amsterdam (GA) 2014 39 198 91 225 9
Totaal Haarlem (GA) 2014 6 36 17 41 1
Totaal Leiden (GA) 2014 10 53 21 47 2
Totaal 's-Gravenhage (GA) 2014 22 110 46 115 4
Totaal Rotterdam (GA) 2014 42 198 79 131 12
Totaal Dordrecht (GA) 2014 9 50 19 31 4
Totaal Breda (GA) 2014 9 36 14 31 0
Totaal Tilburg (GA) 2014 14 51 18 33 2
Totaal 's-Hertogenbosch (GA) 2014 7 35 14 29 1
Totaal Eindhoven (GA) 2014 16 68 24 54 3
Totaal Geleen/Sittard (GA) 2014 5 27 11 17 2
Totaal Heerlen (GA) 2014 10 44 15 18 3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2014.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma’s vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Beroepsniveau onbekend