Cursusdeelnemers (oude definitie); bedrijfstakken 2011

Cursusdeelnemers (oude definitie); bedrijfstakken 2011

Bedrijfstakken/branches SBI 2008 Perioden (Niet) Cursusdeelnemers Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) (Niet) Cursusdeelnemers Cursusdeelnemers (x 1 000) (Niet) Cursusdeelnemers Niet cursusdeelnemers (x 1 000) (Niet) Cursusdeelnemers Cursusdeelnemers relatief (%) Cursus betaald door werkgever Tenminste één cursus (x 1 000) Cursus betaald door werkgever Tenminste één cursus (relatief) (%)
Totaal 2011 6.625 3.020 3.605 45,6 2.840 94,0
A Landbouw, bosbouw en visserij 2011 140 . . . . .
B Delfstoffenwinning 2011 . . . . . .
C Industrie 2011 605 215 395 35,1 210 98,0
D Energievoorziening 2011 . . . . . .
E Waterbedrijven en afvalbeheer 2011 . . . . . .
F Bouwnijverheid 2011 365 145 225 39,0 135 94,6
G Handel 2011 675 200 475 29,9 190 94,7
H Vervoer en opslag 2011 285 . . . . .
I Horeca 2011 145 . . . . .
J Informatie en communicatie 2011 240 100 140 41,1 . .
K Financiële dienstverlening 2011 240 175 . 73,9 175 99,0
L Verhuur en handel van onroerend goed 2011 . . . . . .
M Specialistische zakelijke diensten 2011 445 245 205 54,4 210 86,9
N Verhuur en overige zakelijke diensten 2011 195 . . . . .
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2011 465 265 200 57,2 260 98,7
P Onderwijs 2011 495 290 210 57,9 280 98,1
Q Gezondheids- en welzijnszorg 2011 1.120 600 520 53,5 560 93,5
R Cultuur, sport en recreatie 2011 160 . . . . .
S Overige dienstverlening 2011 95 . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het aantal en aandeel personen in de werkzame beroepsbevolking dat deelgenomen heeft aan minimaal één werkgerelateerde cursus en het aantal personen in de werkzame beroepsbevolking dat niet deelgenomen heeft aan werkgerelateerde cursussen. Van het aandeel van de werkzame beroepsbevolking dat een werkgerelateerde cursus volgt wordt verder het aantal en aandeel gepresenteerd dat minimaal één werkgerelateerde cursus (deels) betaald krijgt door de werkgever.

Deze informatie is uitgesplitst naar bedrijfstak (sector) van het bedrijf waarin de persoon werkzaam is.

In 2013 worden voor het eerst cijfers gepubliceerd uit de reguliere, periodiek terugkerende AES. De frequentie is op moment van publicatie van deze tabellen nog niet definitief vastgesteld (zie 4. Bronnen en methoden).

Gegevens beschikbaar over 2011

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 oktober 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Cursusdeelnemers; bedrijfstakken, 2011.
Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

(Niet) Cursusdeelnemers
Werkzame beroepsbevolking
Personen van 25 tot en met 65 jaar die in Nederland wonen en die betaald werk hebben van twaalf uur of meer per week.
---
De leeftijdsafbakening verschilt in de Adult Education Survey (AES) van die in de Enquête Beroepsbevolking (EBB). In de EBB is de leeftijdsafbakening van de werkzame beroepsbevolking 15 tot 65 jaar.
Cursusdeelnemers
Aantal personen uit de werkzame beroepsbevolking dat op het moment van enquêteren deelnam aan minimaal één werkgerelateerde cursus, of dat in de afgelopen twaalf maanden heeft gedaan.
---
Met het begrip cursus wordt bedoeld: een geplande periode van training of instructie met als doel kennis en/of vaardigheden op te doen. Een cursus duurt in dit onderzoek per definitie minder dan zes maanden en kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een lessenserie voor een groep deelnemers, maar ook schriftelijke opleidingen, afstandsonderwijs, privélessen, seminars of workshops vallen hieronder.
Niet cursusdeelnemers
Cursusdeelnemers relatief
Het aandeel personen (%) dat aan een cursus deelneemt is gelijk aan het aantal personen uit de werkzame beroepsbevolking dat deelneemt aan minimaal één werkgerelateerde cursus gepercenteerd op het totale aantal personen in de overeenkomstige groep in de werkzame beroepsbevolking.
---
Met het begrip cursus wordt bedoeld: een geplande periode van training of instructie met als doel kennis en/of vaardigheden op te doen. Een cursus duurt in dit onderzoek per definitie minder dan zes maanden en kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een lessenserie voor een groep deelnemers, maar ook schriftelijke opleidingen, afstandsonderwijs, privélessen, seminars of workshops vallen hieronder.
Cursus betaald door werkgever
Tenminste één cursus
Aantal personen uit de werkzame beroepsbevolking dat op het moment van enquêteren deelnam aan minimaal één werkgerelateerde, (deels) door de werkgever betaalde cursus, of dat in de afgelopen twaalf maanden heeft gedaan.
---
Met het begrip cursus wordt bedoeld: een geplande periode van training of instructie met als doel kennis en/of vaardigheden op te doen. Een cursus duurt in dit onderzoek per definitie minder dan zes maanden en kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een lessenserie voor een groep deelnemers, maar ook schriftelijke opleidingen, afstandsonderwijs, privélessen, seminars of workshops vallen hieronder.
Tenminste één cursus (relatief)
Het aandeel personen (%) dat aan een door de werkgever betaalde cursus deelneemt is gelijk aan het aantal personen uit de werkzame beroepsbevolking dat deelneemt aan minimaal één werkgerelateerde, (deels) door de werkgever betaalde cursus, gepercenteerd op het totale aantal personen in de overeenkomstige groep dat een werk gerelateerde cursus volgt.
---
Met het begrip cursus wordt bedoeld: een geplande periode van training of instructie met als doel kennis en/of vaardigheden op te doen. Een cursus duurt in dit onderzoek per definitie minder dan zes maanden en kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld een lessenserie voor een groep deelnemers, maar ook schriftelijke opleidingen, afstandsonderwijs, privélessen, seminars of workshops vallen hieronder.