Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken (SBI 2008), 2008-2010

Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken (SBI 2008), 2008-2010

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij alle bedrijven (%) Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij de innovatoren (%) Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij de niet-innovatoren (%)
Totaal 9 18 4
A-F Landbouw en nijverheid 7 14 5
A Landbouw, bosbouw en visserij 5 7 3
01 Landbouw 5 7 3
02 Bosbouw - 0 -
03 Visserij - 0 -
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 10 16 4
B Delfstoffenwinning 9 10 7
06 Winning van aardolie en aardgas - 0 -
08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) 11 21 -
09 Dienstverlening delfstoffenwinning 9 0 13
C Industrie 10 16 3
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 8 10 6
10 Voedingsmiddelenindustrie 8 10 6
11 Drankenindustrie 16 20 11
12 Tabaksindustrie 11 13 -
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 11 18 -
13 Textielindustrie 8 13 -
14 Kledingindustrie 19 46 -
15 Leer- en schoenenindustrie 11 18 -
16 Houtindustrie 16 30 4
17 Papierindustrie 8 10 6
18 Grafische industrie 15 25 5
19-22 Raffinaderijen en chemie 16 22 4
19 Aardolie-industrie 28 36 -
20 Chemische industrie 17 24 4
21 Farmaceutische industrie 14 11 23
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 15 22 3
23 Bouwmaterialenindustrie 11 14 5
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 6 12 1
24 Basismetaalindustrie 13 20 6
25 Metaalproductenindustrie 6 11 1
26 Elektrotechnische industrie 12 17 2
27 Elektrische apparatenindustrie 10 14 -
28 Machine-industrie 12 15 6
29 Auto- en aanhangwagenindustrie 8 12 -
30 Overige transportmiddelenindustrie 13 20 -
31 Meubelindustrie 6 10 2
32 Overige industrie 11 21 4
33 Reparatie en installatie van machines 9 21 -
D Energievoorziening 32 41 16
35 Energiebedrijven 32 41 16
E Waterbedrijven en afvalbeheer 15 23 7
36 Waterleidingbedrijven 22 22 -
37 Afvalwaterinzameling en -behandeling 20 29 -
38 Afvalbehandeling en recycling 16 25 9
39 Sanering en overig afvalbeheer - 0 -
F Bouwnijverheid 7 16 5
41 Algemene bouw en projectontwikkeling 11 28 6
42 Grond-, water- en wegenbouw 10 26 5
43 Gespecialiseerde bouw 5 8 4
G-N Commerciële dienstverlening 10 19 4
G Handel 8 16 3
45 Autohandel en -reparatie 7 16 3
46 Groothandel en handelsbemiddeling 11 19 5
47 Detailhandel (niet in auto’s) 3 9 2
H Vervoer en opslag 7 13 5
49 Vervoer over land 6 7 5
50 Vervoer over water 1 11 -
51 Vervoer door de lucht 24 46 16
52 Opslag, dienstverlening voor vervoer 11 30 4
53 Post en koeriers 8 6 9
I Horeca 5 16 1
55 Logiesverstrekking 8 16 4
56 Eet- en drinkgelegenheden 3 16 0
J Informatie en communicatie 21 27 9
58 Uitgeverijen 12 14 4
59 Film- en tv-productie; geluidsopname 3 5 -
60 Radio- en televisieomroepen 8 0 13
61 Telecommunicatie 31 39 18
62 IT-dienstverlening 23 29 10
63 Diensten op het gebied van informatie 29 32 -
K Financiële dienstverlening 15 26 6
64 Bankwezen 9 16 6
65 Verzekeraars en pensioenfondsen 12 14 8
66 Overige financiële dienstverlening 20 33 7
L Verhuur en handel van onroerend goed 11 21 7
68 Verhuur en handel van onroerend goed 11 21 7
M Specialistische zakelijke diensten 12 17 8
69 Juridische diensten en administratie 14 16 13
70 Holdings en managementadviesbureaus . . .
71 Architecten-, ingenieursbureaus e.d. 11 18 5
73 Reclamewezen en marktonderzoek 12 20 5
74 Design, fotografie, vertaalbureaus 13 21 10
75 Veterinaire dienstverlening 2 3 -
N Verhuur en overige zakelijke diensten 12 25 6
77 Verhuur van roerende goederen 12 14 10
78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 9 23 4
79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info 20 27 13
80 Beveiligings- en opsporingsdiensten 25 36 12
81 Schoonmaakbedrijven, hoveniers e.d. 12 31 5
82 Overige zakelijke dienstverlening 11 18 6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel staan gegevens over innovatie bij Nederlandse bedrijven. Deze gegevens zijn de resultaten van een tweejaarlijkse innovatie-enquête. Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de volgende enquête. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan aspecten van het begrip innovatie. Omdat in iedere nieuwe innovatie-enquête nieuwe onderwerpen kunnen worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke tabel weergegeven. De innovatie-enquête 2008-2010 is gehouden onder een steekproef van bedrijven met 10 en meer werkzame personen. De uitkomsten zijn uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en bedrijfstak.


Trendbreuk innovatie-enquête door elektronische vragenlijsten:

Bij de innovatie-enquête heeft het CBS in de jaargang 2008–2010 voor het eerst gebruikgemaakt van elektronische vragenlijsten. Respondenten konden via internet de vragenlijst invullen en terugsturen. Daarnaast bleef – voor bedrijven die dit prefereerden – de mogelijkheid bestaan om via een papieren vragenlijst aan het onderzoek deel te nemen. Uiteindelijk hebben meer dan 10 duizend bedrijven meegewerkt aan het onderzoek, waarvan bijna 90 procent de elektronische vragenlijst heeft gebruikt. Voor enkele belangrijke indicatoren zijn de uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010 flink hoger dan die van voorgaande onderzoeken. Met name de cijfers over product- en procesinnovatoren komen hoger uit dan in eerdere verslagperiodes. Het CBS heeft diverse analyses uitgevoerd om deze toename te verklaren. De conclusie van deze analyses is dat er deels een reële stijging heeft plaatsgevonden van het aantal innovatoren maar dat de overstap naar internetvragenlijsten een grotere rol speelt in de verklaring van de hogere uitkomsten. Door de manier waarop de vragen gepresenteerd zijn op de internetvragenlijst blijken bedrijven eerder geneigd om zichzelf als innovatief te kwalificeren. Op grond van de uitgevoerde analyses zijn er voldoende aanwijzingen om te concluderen dat bij de oude methode sprake was van een onderschatting van het aantal innovatieve bedrijven in Nederland. De nieuwe waarnemingsmethode heeft daarmee geleid tot een verbetering van de meting van innovatie in Nederland. Om die reden is besloten om uitsluitend de elektronische vragenlijsten te gebruiken in de officiële uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010.

Gegevens beschikbaar over 2008-2010.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 december 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Organisatorische en marketinginnovaties
Een organisatorische innovatie is een vernieuwing van, of een ingrijpende
verandering in, de bedrijfsstructuur of managementmethoden met als doel
de benutting van kennis en daardoor de efficiency van het bedrijfsproces
en/of de kwaliteit van goederen en diensten te verbeteren.
Een marketinginnovatie is de implementatie van een nieuw of sterk
verbeterd productontwerp/productuitvoering of verkoopmethode om goederen
en diensten aantrekkelijker te maken of om nieuwe markten te veroveren.
Organisatorische innovaties
Een organisatorische innovatie is een nieuwe, nog niet eerder door het
bedrijf gebruikte organisatorische methode in de bedrijfsprocessen
(inclusief kennismanagement), werkplekorganisatie of externe relaties.
- Het moet resulteren uit strategische beslissingen van het management.
- Fusies of het verwerven van bedrijf(sonderdelen) behoren hier niet toe,
zelfs niet als dit voor het eerst plaatsvindt.
Externe relaties
Nieuwe methodes om externe relaties met andere bedrijven of instellingen
te organiseren (dat wil zeggen het voor de eerste keer aangaan van
verbintenissen, partnerschappen, uitbesteding of onderaanbesteding,
enzovoort).
Bij alle bedrijven
Bedrijven die in de beschouwde periode een organisatorische innovatie
hebben doorgevoerd.
In procenten van alle bedrijven.
Bij de innovatoren
Innovatoren die in de beschouwde periode een organisatorische innovatie
hebben doorgevoerd.
Innovatoren zijn bedrijven die in de beschouwde periode technologische
innovatieprojecten uitvoeren of deze - al dan niet succesvol - hebben
uitgevoerd.
In procenten van alle innovatoren.
Bij de niet-innovatoren
Niet-innovatoren die in de beschouwde periode een organisatorische
innovatie hebben doorgevoerd.
In procenten van alle niet-innovatoren.