Prognose personen in huishoudens; leeftijd, burgerlijke staat, 2013-2060

Prognose personen in huishoudens; leeftijd, burgerlijke staat, 2013-2060

Geslacht Leeftijd Burgerlijke staat Perioden Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish... (aantal) Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend (aantal) Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2013 16.777.674 16.562.235 4.589.792 2.814.298 8.386.073 523.650 248.422 215.439
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2014 16.824.182 16.611.341 4.575.213 2.859.058 8.398.756 531.361 246.953 212.841
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2015 16.870.726 16.659.545 4.551.488 2.898.067 8.426.334 535.569 248.087 211.181
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2020 17.141.077 16.930.035 4.448.317 3.086.032 8.593.600 541.247 260.839 211.042
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2030 17.593.728 17.358.607 4.397.390 3.435.092 8.709.297 534.519 282.309 235.121
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2040 17.815.723 17.536.308 4.449.594 3.651.293 8.598.675 534.790 301.956 279.415
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2050 17.853.305 17.531.888 4.405.130 3.770.417 8.500.754 537.038 318.549 321.417
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2060 17.899.250 17.552.045 4.386.007 3.793.507 8.514.387 529.405 328.739 347.205
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2013 8.306.212 8.215.799 2.465.120 1.333.347 4.200.877 93.368 123.087 90.413
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2014 8.329.349 8.239.552 2.458.230 1.356.760 4.206.667 95.317 122.578 89.797
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2015 8.352.511 8.262.885 2.446.680 1.376.401 4.220.088 96.444 123.272 89.626
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2020 8.487.597 8.395.163 2.395.130 1.468.647 4.303.537 97.600 130.249 92.434
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2030 8.705.748 8.599.501 2.368.409 1.637.016 4.361.376 91.237 141.463 106.247
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2040 8.796.507 8.670.827 2.393.161 1.733.412 4.306.020 88.812 149.422 125.680
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2050 8.788.597 8.647.179 2.372.227 1.774.645 4.256.968 88.956 154.383 141.418
Mannen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2060 8.795.766 8.646.208 2.360.859 1.778.619 4.263.671 86.202 156.857 149.558
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2013 8.471.460 8.346.435 2.124.672 1.480.950 4.185.196 430.282 125.335 125.025
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2014 8.494.833 8.371.788 2.116.983 1.502.298 4.192.089 436.044 124.374 123.045
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2015 8.518.214 8.396.659 2.104.808 1.521.666 4.206.246 439.124 124.815 121.555
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2020 8.653.477 8.534.870 2.053.186 1.617.385 4.290.062 443.647 130.590 118.607
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2030 8.887.984 8.759.109 2.028.982 1.798.078 4.347.922 443.282 140.845 128.875
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2040 9.019.214 8.865.479 2.056.433 1.917.881 4.292.655 445.977 152.533 153.735
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2050 9.064.709 8.884.710 2.032.903 1.995.772 4.243.787 448.081 164.167 179.999
Vrouwen Totaal leeftijd Totaal burgerlijke staat 2060 9.103.483 8.905.837 2.025.148 2.014.889 4.250.716 443.202 171.882 197.646
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat prognoses van de bevolking van Nederland in huishoudens naar positie in het huishouden, geslacht, leeftijd en burgerlijke staat. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

Gegevens beschikbaar: 2013-2060

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per: 18 december 2015.
Stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de Huishoudensprognose 2016-2060. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal personen in huishoudens.

Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Thuiswonend kind
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder
relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en
stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Alleenstaand
Alleenstaand
Persoon die alléén zichzelf particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet van huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften.
Een alleenstaande vormt een eenpersoonshuishouden. Tot eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonend
Samenwonend
Situatie van twee personen die als paar, al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormen.

Paar
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.

Ouder in eenouderhuishouden
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon die niet samenwoont met een partner, maar wel thuiswonende kinderen heeft.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Overig lid huishouden
Overig lid van een huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden.
Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan iemand die samen met broer(s) en/of zus(sen) een huishouden vormt, een pleegkind, of een kostganger die bij een gezin inwoont.
Personen in institutionele huishoudens
Totaal aantal personen in institutioneel huishoudens.

Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.