Innovatie bij bedrijven; bedrijfsgrootte, 2008-2010

Innovatie bij bedrijven; bedrijfsgrootte, 2008-2010

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Bedrijfsgrootte Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij alle bedrijven (%) Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij de innovatoren (%) Organisatorische en marketinginnovaties Organisatorische innovaties Externe relaties Bij de niet-innovatoren (%)
Bedrijven, totaal Totaal (10 en meer) werkzame personen 9 18 4
Bedrijven, totaal 10 tot 50 werkzame personen 8 15 4
Bedrijven, totaal 50 tot 250 werkzame personen 15 22 7
Bedrijven, totaal 250 en meer werkzame personen 25 31 13
A-F Landbouw en nijverheid Totaal (10 en meer) werkzame personen 7 14 5
A-F Landbouw en nijverheid 10 tot 50 werkzame personen 6 11 4
A-F Landbouw en nijverheid 50 tot 250 werkzame personen 14 23 8
A-F Landbouw en nijverheid 250 en meer werkzame personen 31 34 23
C Industrie Totaal (10 en meer) werkzame personen 10 16 3
C Industrie 10 tot 50 werkzame personen 7 12 3
C Industrie 50 tot 250 werkzame personen 14 19 3
C Industrie 250 en meer werkzame personen 32 37 12
G-N Commerciële dienstverlening Totaal (10 en meer) werkzame personen 10 19 4
G-N Commerciële dienstverlening 10 tot 50 werkzame personen 8 17 4
G-N Commerciële dienstverlening 50 tot 250 werkzame personen 15 25 8
G-N Commerciële dienstverlening 250 en meer werkzame personen 20 27 13
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel staan gegevens over innovatie bij Nederlandse bedrijven. Deze gegevens zijn de resultaten van een tweejaarlijkse innovatie-enquête. Eén enquête omvat drie verslagjaren (dit is de verslagperiode). Het laatste jaar in de ene enquête is daarbij hetzelfde als het eerste jaar in de volgende enquête. Het onderzoek omvat een grote diversiteit aan aspecten van het begrip innovatie. Omdat in iedere nieuwe innovatie-enquête nieuwe onderwerpen kunnen worden opgenomen, worden de resultaten per enquête in een afzonderlijke tabel weergegeven. De innovatie-enquête 2008-2010 is gehouden onder een steekproef van bedrijven met 10 en meer werkzame personen. De uitkomsten zijn uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en bedrijfstak.

Trendbreuk innovatie-enquête door elektronische vragenlijsten:

Bij de innovatie-enquête heeft het CBS in de jaargang 2008–2010 voor het eerst gebruikgemaakt van elektronische vragenlijsten. Respondenten konden via internet de vragenlijst invullen en terugsturen. Daarnaast bleef – voor bedrijven die dit prefereerden – de mogelijkheid bestaan om via een papieren vragenlijst aan het onderzoek deel te nemen. Uiteindelijk hebben meer dan 10 duizend bedrijven meegewerkt aan het onderzoek, waarvan bijna 90 procent de elektronische vragenlijst heeft gebruikt. Voor enkele belangrijke indicatoren zijn de uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010 flink hoger dan die van voorgaande onderzoeken. Met name de cijfers over product- en procesinnovatoren komen hoger uit dan in eerdere verslagperiodes. Het CBS heeft diverse analyses uitgevoerd om deze toename te verklaren. De conclusie van deze analyses is dat er deels een reële stijging heeft plaatsgevonden van het aantal innovatoren maar dat de overstap naar internetvragenlijsten een grotere rol speelt in de verklaring van de hogere uitkomsten. Door de manier waarop de vragen gepresenteerd zijn op de internetvragenlijst blijken bedrijven eerder geneigd om zichzelf als innovatief te kwalificeren. Op grond van de uitgevoerde analyses zijn er voldoende aanwijzingen om te concluderen dat bij de oude methode sprake was van een onderschatting van het aantal innovatieve bedrijven in Nederland. De nieuwe waarnemingsmethode heeft daarmee geleid tot een verbetering van de meting van innovatie in Nederland. Om die reden is besloten om uitsluitend de elektronische vragenlijsten te gebruiken in de officiële uitkomsten van de innovatie-enquête 2008–2010.

Gegevens beschikbaar over 2008-2010.

Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 23 december 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Innovatie bij bedrijven; bedrijfstakken naar bedrijfsgrootte. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Organisatorische en marketinginnovaties
Een organisatorische innovatie is een vernieuwing van, of een ingrijpende
verandering in, de bedrijfsstructuur of managementmethoden met als doel
de benutting van kennis en daardoor de efficiency van het bedrijfsproces
en/of de kwaliteit van goederen en diensten te verbeteren.
Een marketinginnovatie is de implementatie van een nieuw of sterk
verbeterd productontwerp/productuitvoering of verkoopmethode om goederen
en diensten aantrekkelijker te maken of om nieuwe markten te veroveren.
Organisatorische innovaties
Een organisatorische innovatie is een nieuwe, nog niet eerder door het
bedrijf gebruikte organisatorische methode in de bedrijfsprocessen
(inclusief kennismanagement), werkplekorganisatie of externe relaties.
- Het moet resulteren uit strategische beslissingen van het management.
- Fusies of het verwerven van bedrijf(sonderdelen) behoren hier niet toe,
zelfs niet als dit voor het eerst plaatsvindt.
Externe relaties
Nieuwe methodes om externe relaties met andere bedrijven of instellingen
te organiseren (dat wil zeggen het voor de eerste keer aangaan van
verbintenissen, partnerschappen, uitbesteding of onderaanbesteding,
enzovoort).
Bij alle bedrijven
Bedrijven die in de beschouwde periode een organisatorische innovatie
hebben doorgevoerd.
In procenten van alle bedrijven.
Bij de innovatoren
Innovatoren die in de beschouwde periode een organisatorische innovatie
hebben doorgevoerd.
Innovatoren zijn bedrijven die in de beschouwde periode technologische
innovatieprojecten uitvoeren of deze - al dan niet succesvol - hebben
uitgevoerd.
In procenten van alle innovatoren.
Bij de niet-innovatoren
Niet-innovatoren die in de beschouwde periode een organisatorische
innovatie hebben doorgevoerd.
In procenten van alle niet-innovatoren.