Gezondheid, leefstijl, zorggebruik en -aanbod, doodsoorzaken; kerncijfers

Gezondheid, leefstijl, zorggebruik en -aanbod, doodsoorzaken; kerncijfers

Perioden Gezondheid en ziekte Bij de eigen huisarts bekend met Klachten of ziekten spijsverteringsorg. (per 10 000 personen) Gezondheid en ziekte Bij de eigen huisarts bekend met Klachten of ziekten hartvaatstelsel (per 10 000 personen) Gezondheid en ziekte Bij de eigen huisarts bekend met Klachten of ziekten luchtwegen (per 10 000 personen) Gezondheid en ziekte Bij de eigen huisarts bekend met Klachten of ziekten urinewegen (per 10 000 personen) Zorggebruik Personen met verstrekte geneesmiddelen Totaal alle middelen (%) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf Totaal zorg met verblijf (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf Geen zorgzwaartepakket (zzp) (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf zzp Verpleging en verzorging (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf zzp Gehandicaptenzorg (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf zzp Geestelijke gezondheidszorg (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Totaal indicatie zorg met verblijf (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Somatische aandoening (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Psychogeriatrische aandoening (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Psychiatrische aandoening (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Lichamelijke handicap (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Verstandelijke handicap (x 1 000) Zorggebruik Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg Personen met indicatie zorg met verblijf Zintuiglijke handicap (x 1 000) Zorggebruik Jongeren met jeugdzorg Totaal jeugdzorg (0 tot 23 jaar) (%) Zorggebruik Jongeren met jeugdzorg Jeugdhulp (0 tot 23 jaar) (%) Zorggebruik Jongeren met jeugdzorg Jeugdbescherming (0 tot 18 jaar) (%) Zorggebruik Jongeren met jeugdzorg Jeugdreclassering (12 tot 23 jaar) (%) Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% Ziekenhuizen (%) Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% 86104 GGZ met overnachting (%) Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% 8720+87301 Gehandicaptenzorg (%) Zorgaanbod Zorginstellingen met rentabiliteit < 0% Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg (%) Zorgaanbod Opbrengsten per arbeidsjaar 86104 GGZ met overnachting (1 000 euro)
2023 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel biedt een actueel overzicht van de belangrijkste cijfers die op StatLine beschikbaar zijn op het brede gebied van gezondheid en zorg. Alle cijfers zijn rechtstreeks afkomstig uit andere tabellen op StatLine of via een eenvoudige omrekening verkregen. De oorspronkelijke tabellen waaruit de cijfers afkomstig zijn bieden mogelijkheden voor uitsplitsing naar kenmerken van personen of andere eenheden.
Het moment waarop nieuwe cijfers beschikbaar komen is niet voor alle cijferreeksen hetzelfde.
Bij de cijferreeksen over het aantal gediplomeerden/afgestudeerden staat bij verslagjaar t het aantal personen dat in school- of studiejaar t-1 tot t een diploma heeft behaald.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001

Status van de cijfers:
2023:
De beschikbare cijfers zijn definitief.
2022:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief,.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- huisartspatiënten naar diagnose;
- verstrekte geneesmiddelen;
- AWBZ/Wlz-gefinancierde zorg met verblijf;
- werkzame personen gezondheids- en welzijnszorg;
- gediplomeerden mbo, afgestudeerde artsen en verpleegkundigen;
- uitgaven aan zorg;
- instellingen: rentabiliteit en opbrengst per arbeidsjaar.
2021:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn voorlopig voor:
- ziekenhuisopnamen naar diagnose;
- gemiddelde verpleegduur klinische opname ziekenhuis;
- artsen en verpleegkundigen werkzaam in de zorg;
- werkzame personen gezondheids- en welzijnszorg.
Cijfers zijn nader voorlopig voor:
- uitgaven aan zorg.
2020:
Meeste beschikbare cijfers zijn definitief.
Cijfers zijn nader voorlopig voor:
- uitgaven aan zorg.
2019 en eerder: alle beschikbare cijfers zijn definitief.


Wijzigingen per 22 december 2023:
Nieuwe cijfers zijn toegevoegd aan bestaande reeksen voor:
- levendgeborenen, relatief;
- geboorte naar leeftijd moeder;
- doodsoorzaken;
- perinatale sterfte bij zwangerschapsduur 24 weken of meer;
- gezonde levensverwachting;
- huisartspatiënten naar diagnose;
- verstrekte geneesmiddelen;
- AWBZ/Wlz-gefinancierde zorg met verblijf;
- jeugdzorg;
- gemiddelde afstand tot voorzieningen;
- instellingen: rentabiliteit en opbrengst per arbeidsjaar.

Wijzigingen per 7 juli 2023:
De reeksen 'afgestudeerde artsen en verpleegkundigen' zijn vanaf 2016 vervangen voor op tientallen afgeronde cijfers.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
December 2024 verschijnen de op dat moment beschikbare meest recente cijfers.

Toelichting onderwerpen

Gezondheid en ziekte
Ervaren gezondheid, contacten met de huisarts en ziekenhuisopnamen voor enkele diagnosen, ziekteverzuim
Bij de eigen huisarts bekend met
Personen die bij de eigen huisarts bekend zijn met genoemde diagnosen.
De diagnosen worden gecodeerd volgens de International Classification of Primary Care (ICPC-1).
Klachten of ziekten spijsverteringsorg.
Symptomen, klachten en ziekten van de spijsverteringsorganen.
Deze groep omvat de ICPC-codes: D01-D29, D70-D99
Klachten of ziekten hartvaatstelsel
Symptomen, klachten en ziekten van het hartvaatstelsel.
Deze groep omvat de ICPC-codes: K01-K29, K70-K99
Klachten of ziekten luchtwegen
Symptomen, klachten en ziekten van de luchtwegen.
Deze groep omvat de ICPC-codes: R01-R29, R70-R99.

Tot deze groep behoort ook ICPC-code R83 (overige luchtweginfecties), waar nu ook SARS-CoV-2 (COVID19) en post-COVID-syndroom onder vallen. Door tussentijdse wijzigingen in het coderingsadvies en wijzigingen in het testbeleid en de rapportage van testuitslagen aan de huisarts zijn de gegevens in deze groep over de jaren 2020-2022 niet goed met elkaar te vergelijken.
Klachten of ziekten urinewegen
Symptomen, klachten en ziekten van de urinewegen.
Deze groep omvat de ICPC-codes: U01-U29, U70-U99
Zorggebruik
Verpleegduur bij klinische opname, verstrekte geneesmiddelen, aantal contacten met zorgverleners, AWBZ/Wlz-gefinancierde zorg inclusief aantal 80-plussers, jongeren met jeugdzorg
Personen met verstrekte geneesmiddelen
Het aantal personen aan wie in het verslagjaar geneesmiddelen zijn verstrekt die vergoed worden door de verplichte basisverzekering voor geneeskundige zorg, uitgedrukt als percentage van de totale bevolking die op enig moment in verslagjaar ingeschreven staan in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (BRP).

De geneesmiddelen zijn op basis van de artikelcodes ingedeeld naar ATC-klasse. ATC staat voor 'Anatomisch Therapeutisch Chemisch'. In dit classificatiesysteem van de WHO (World Health Organization) worden geneesmiddelen eerst ingedeeld in groepen naar het orgaan of systeem waarop ze werkzaam zijn en daarna op therapeutische en chemische eigenschappen.
Totaal alle middelen
Het percentage personen dat in het verslagjaar één of meer geneesmiddelen verstrekt heeft gekregen.
Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg
Wlz/AWBZ-gefinancierde zorg met verblijf
Personen met Wlz/AWBZ-zorg met verblijf
Het aantal personen van 18 jaar of ouder dat ultimo verslagjaar (tweede vrijdag van november) zorg met verblijf heeft ontvangen waarvan de kosten ten laste van de Wlz (Wet langduige zorg) of AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) komen en waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden.

Zorg met verblijf omvat alle zorg in natura die ontvangen is in een instelling, waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden en waarvan de kosten voor rekening van Wlz/AWBZ komen. Ook logeeropvang in een instelling met de indicatie kort verblijf is opgenomen onder het gebruik van zorg met verblijf.

Personen onder de 18 jaar hoeven geen eigen bijdrage te betalen.

Zorg met verblijf wordt vanaf 2011 ingedeeld naar het type zorg dat men heeft ontvangen, uitgedrukt in zorgzwaartepakketten (zzp's).

Er zijn zzp's voor de sectoren Verpleging en Verzorging (VV), Gehandicaptenzorg (GHZ) en de langdurige Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ).
Totaal zorg met verblijf
Het totaal van personen met een zorgzwaartepakket (zzp) voor verpleging en verzorging, gehandicaptenzorg of geestelijke gezondheidszorg of waarvoor geen zzp bekend is.
Een zzp bevat een bepaalde soort en hoeveelheid zorg die een persoon kan ontvangen. De zorg betreft het hele pakket zorg, wonen en diensten dat nodig is omdat een persoon niet alles zelf kan.

Zorg waarvoor geen zzp bekend is, komt onder andere voor in de volgende situaties:
- Bij oude indicaties voor AWBZ-zorg is niet altijd een zzp bekend. Oude indicaties voor verblijf blijven rechtgevend voor de duur van de indicatie. Het ontbreken van het zzp bij de indicatie betekent dat het zzp ook ontbreekt bij gegevens over gebruik van zorg.
- Bij gebruik van bijdrageplichtige Wlz-zorg in de vorm van kortdurend verblijf is geen zzp bekend.
- Bij gebruik van zorg in de vorm van pgb voor Wlz-indiceerbaren.
- Bij gebruik van zorg in de vorm van modulair pakket thuis (mpt). Personen met mpt die een geregistreerd zzp hebben, worden meegeteld bij 'Geen zorgzwaartepakket (zzp)' ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de cijfers. Dit komt in 2017 voor het eerst voor.
Geen zorgzwaartepakket (zzp)
Zorg waarvoor geen zzp bekend is, komt onder andere voor in de volgende situaties:
- Bij oude indicaties voor AWBZ-zorg is niet altijd een zzp bekend. Oude indicaties voor verblijf blijven rechtgevend voor de duur van de indicatie. Het ontbreken van het zzp bij de indicatie betekent dat het zzp ook ontbreekt bij gegevens over gebruik van zorg.
- Bij gebruik van bijdrageplichtige Wlz-zorg in de vorm van kortdurend verblijf is geen zzp bekend.
- Bij gebruik van zorg in de vorm van pgb voor Wlz-indiceerbaren.
- Bij gebruik van zorg in de vorm van modulair pakket thuis (mpt). Personen met mpt die een geregistreerd zzp hebben, worden meegeteld bij 'Geen zorgzwaartepakket (zzp)' ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de cijfers. Dit komt in 2017 voor het eerst voor.
zzp Verpleging en verzorging
Personen met een zorgzwaartepakket (zzp) Verpleging en verzorging.

Zorg voor ouderen en chronisch zieken op basis van een zorgzwaartepakket/zorgprofiel (zzp) in de sector Verpleging en Verzorging (VV).

zzp Gehandicaptenzorg
Personen met een zorgzwaartepakket (zzp) Gehandicaptenzorg.

Zorg voor personen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap op basis van een zorgzwaartepakket/zorgprofiel (zzp) in de sector Gehandicaptenzorg (GHZ).
zzp Geestelijke gezondheidszorg
Personen met een zorgzwaartepakket (zzp) Geestelijke gezondheidszorg.

Zorg voor personen met psychische en/of psychiatrische problemen op basis van een zorgzwaartepakket/zorgprofiel (zzp) in de sector Geestelijke gezondheidszorg (GGZ), voor zover die gefinancierd wordt vanuit de Wlz/AWBZ (ook wel langdurige GGZ).
Personen met indicatie zorg met verblijf
Het aantal personen dat op de peildatum een indicatie heeft voor zorg met verblijf (AWBZ/Wlz-gefinancierd).

Het betreft uitsluitend personen die op de peildatum in de BRP staan ingeschreven.
De peildatum is de tweede vrijdag van november.

Indicatie
Recht op een bepaalde soort en hoeveelheid zorg zoals dat vastgesteld wordt door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ).
Totaal indicatie zorg met verblijf
Totaal personen waarbij een grondslag is geregistreerd.

Grondslag
Reden waardoor iemand bepaalde activiteiten niet zelfstandig kan verrichten maar hierbij hulp nodig heeft. Er moet een grondslag aanwezig zijn om in aanmerking te komen voor zorg gefinancierd door de AWBZ/Wlz. De AWBZ/Wlz-grondslag wordt onafhankelijk door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vastgesteld.
Somatische aandoening
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag somatische aandoening

Somatische aandoening:
Actuele lichamelijke ziekte of aandoening. Een aandoening die gekenmerkt wordt door stabiele fases en bij verergering door medische en/of paramedische behandeling (nog) kan genezen of verbeteren, heeft als grondslag somatische aandoening, en niet de grondslag lichamelijke handicap.
Wanneer sprake is van blijvende beperkingen die niet veroorzaakt worden door stoornissen van het zenuwstelsel of het bewegingsapparaat (bot/spierstelsel, gewrichten en bindweefsel), dan is de grondslag somatische aandoening ook van toepassing. Dit is ook het geval bij een terminale situatie.
Psychogeriatrische aandoening
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag psychogeriatrische aandoening

Psychogeriatrische aandoening
Ziekte, aandoening of stoornis in of van de hersenen (mede) als gevolg van ouderdom. Deze aandoening gaat vaak gepaard met aantasting van het denkvermogen, gevoelsleven, intellect en het geheugen. Soms is er ook sprake van een afname van motorische functies en een vermindering van de sociale redzaamheid.
Psychiatrische aandoening
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag psychiatrische aandoening

Psychiatrische aandoening
Stoornis waarbij een of meer symptomen veroorzaakt worden door in de psyche gelegen factoren. Hiervoor wordt ook wel de term psychische stoornis gebruikt.
Met ingang van 1 januari 2009 wordt de grondslag psychosociaal probleem niet meer geïndiceerd. Indicaties van vóór 2009 met de grondslag psychosociaal probleem die nog geldig zijn in de verslagperiode, zijn opgenomen bij de grondslag psychiatrische aandoening.
Lichamelijke handicap
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag lichamelijke handicap

Lichamelijke handicap
Fysieke beperking als gevolg van stoornissen van het zenuwstelsel en het bewegingsapparaat (bot/spierstelsel, gewrichten en bindweefsel) waarbij geen functionele verbetering meer mogelijk is en er geen sprake is van een terminale situatie.
Verstandelijke handicap
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag verstandelijke handicap

Verstandelijke handicap
Handicap waarbij de persoon beneden gemiddeld scoort op een algemene intelligentietest (IQ van 70 of lager) en blijvende beperkingen heeft op het gebied van de sociale redzaamheid. Beide zijn voor het 18e levensjaar ontstaan.
Op grond van historische overwegingen is er in Nederland overeenstemming dat, als er sprake is van ernstige en chronische beperkingen in sociale redzaamheid, leerproblemen en/of gedragsproblemen, een IQ-score tussen 70 en 85 ook mag worden opgevat als een verstandelijke handicap. Dit wordt dan aangeduid als een licht verstandelijke handicap.
Zintuiglijke handicap
Personen met een indicatie voor zorg met verblijf met als grondslag zintuiglijke handicap

Zintuiglijke handicap
Visuele of auditiefcommunicatieve handicap of een (zeer) ernstig spraak/taalprobleem. Kern van een spraak/taalprobleem onder de grondslag van de zintuiglijke handicap is dat er een in de persoon gelegen oorzaak is aan te wijzen. Dat kunnen zowel neurobiologische als neuropsychologische factoren zijn. Spraak/taalstoornissen moeten onderscheiden worden van communicatieproblemen die het gevolg zijn van ziektebeelden als autisme en een verstandelijke handicap.
Jongeren met jeugdzorg
Personen tot 18 jaar die op enig moment in de verslagperiode gebruik gemaakt hebben van jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering. In uitzonderlijke gevallen wordt de hulp of zorg voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar.
Totaal jeugdzorg (0 tot 23 jaar)
Het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet.
Met ingang van 2021 is er een forse toename van de berichtgeverspopulatie van jeugdhulpaanbieders. Het aantal jongeren met jeugdhulp in natura stijgt hierdoor met 7 procent. Hierdoor zijn de uitkomsten over de jaren 2021 en later niet goed te vergelijken met de uitkomsten over de jaren 2015 t/m 2020.
Jeugdhulp (0 tot 23 jaar)
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf.
Met ingang van 2021 is er een forse toename van de berichtgeverspopulatie van jeugdhulpaanbieders. Het aantal jongeren met jeugdhulp in natura stijgt hierdoor met 7 procent. Hierdoor zijn de uitkomsten over de jaren 2021 en later niet goed te vergelijken met de uitkomsten over de jaren 2015 t/m 2020.
Jeugdbescherming (0 tot 18 jaar)
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Jeugdreclassering (12 tot 23 jaar)
Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht op en begeleiding van jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescentenstrafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.
Zorgaanbod
Kwantitatieve gegevens over aanbieders van zorg: afstand tot zorgverlener, instellingen met kleine rentabiliteit, aandeel overhead in instellingen.
Zorginstellingen met rentabiliteit < 0%
Percentage ondernemingen in een bepaalde SBI-klasse met een rentabiliteit kleiner dan 0%.

Rentabiliteit
Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten. De rentabiliteit zegt iets over de winstgevendheid van de onderneming.

---

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. "Bedrijfstak" of "branche" zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC).
Ziekenhuizen
Totaal ziekenhuizen
Deze categorie is een samentelling van SBI-klassen:
86101 Universitair medisch centra;
86102 Algemene ziekenhuizen;
86103 Categorale ziekenhuizen.

De SBI-klasse 86101 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, met nadruk op zeer gespecialiseerde zorg voor patiënten met zeldzame of complexe ziektebeelden, wetenschappelijk onderzoek en opleiding.

De SBI-klasse 86102 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, niet gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten of ziektebeelden van psychische aard.

De SBI-klasse 86103 omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op het herstellen van een lichamelijke aandoening of het verbeteren van de lichamelijke functionaliteit bij tijdelijk of blijvend gehandicapten (revalidatiecentra);
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, gericht op een specifieke bevolkingsgroep en/of specifieke fysieke ziekten:
w.o. astmaklinieken;
w.o. epilepsiecentra;
w.o. longklinieken;
w.o. oogziekenhuizen;
w.o. transplantatiecentra;
w.o. privéklinieken met tot 24-uursverblijf.

Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
86104 GGZ met overnachting
Geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting
SBI-klasse 86104 GGZ met overnachting omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met mogelijkheid tot 24-uursverblijf, specifiek gericht op ziektebeelden van psychische aard;
- algemeen psychiatrisch ziekenhuizen, kinder- en jeugdpsychiatrische klinieken;
- klinieken voor behandeling van en verpleging van verslaafden met mogelijkheid tot 24-uursverblijf (verslavingsklinieken);
- behandeling met mogelijkheid tot 24-uursverblijf van mensen die een misdrijf hebben gepleegd (of dreigen te plegen) en behandeld worden voor psychiatrische stoornissen, zoals forensisch-psychiatrische klinieken, inrichtingen voor TBS (TBS=TerBeschikkingStelling);
- instellingen voor verzorging en begeleiding in een beschermde woonomgeving (24-uursverblijf) van psychiatrische patiënten met psychosociale problemen en verminderde zelfredzaamheid, zoals regionale instellingen voor beschermd wonen.

Tot en met 2014 inclusief SBI-klasse 86222 (instellingen voor geestelijke gezondheidszorg zonder overnachting).
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
8720+87301 Gehandicaptenzorg
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
87.20 Huizen en dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische cliënten;
87.30.1 Huizen en dagverblijven voor niet-verstandelijk gehandicapten.

De SBI-klasse 87.20 omvat:
- verzorging en begeleiding in een beschermde woonomgeving (24-uursverblijf) van patiënten met een (ernstige) verstandelijke handicap;
- aanbieden van vormings-, ontwikkelings- en arbeidsactiviteiten als dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten en dementerende ouderen;
- zorgboerderijen (activiteitenbegeleiding van gehandicapten rondom het boerenerf).

De SBI-klasse 87.30.1 omvat:
- verzorging en begeleiding in een beschermde woonomgeving van patiënten met een lichamelijke of zintuiglijke handicap;
- aanbieden van vormings-, ontwikkelings- en arbeidsactiviteiten als dagbesteding voor lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten.

Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
Verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg
87.10 Verpleeghuizen;
87.30.2 Verzorgingshuizen;
88.10.1 Thuiszorg

De SBI-klasse 87.10 omvat:
- intensieve verzorging, verpleging en behandeling in een beschutte woonomgeving van patiënten die behoefte hebben aan continue bijstand door chronische lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten met eigen verpleegkundig personeel (high-care hospices).

De SBI-klasse 87.30.2 omvat:
- verzorging en begeleiding in een beschutte woonomgeving van ouderen met lichamelijke en geestelijke problemen en verminderde zelfredzaamheid;
- woonzorgcentra: complexen van zelfstandige woningen voor ouderen gericht op beschermd wonen met een zorg- en servicearrangement;
- woonvoorzieningen voor terminale patiënten zonder eigen verpleegkundig personeel;
- bijna-thuishuizen;
- kraamhotels en zorghotels.

De SBI-klasse 88.10.1 omvat:
- verpleging, persoonlijke en huishoudelijke verzorging in de thuissituatie aan chronisch zieken, ouderen, gehandicapten en mensen die daaraan tijdelijke behoefte hebben;
- assistentie tijdens de bevalling, huishoudelijke en persoonlijke verzorging van moeder en kind en geven van voorlichting over de verzorging van kind tijdens de kraamperiode.

Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Opbrengsten per arbeidsjaar
Totale bedrijfsopbrengsten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte).
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.

---

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt. "Bedrijfstak" of "branche" zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. De SBI 2008 kent meerdere niveaus die aangegeven worden door maximaal vijf cijfers. Het niveau van vier cijfers komt vrijwel overeen met de indeling van de Europese Unie (NACE). De eerste twee cijfers komen overeen met die van de indeling van Verenigde Naties (ISIC).
86104 GGZ met overnachting
Geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met overnachting
SBI-klasse 86104 GGZ met overnachting omvat:
- medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met mogelijkheid tot 24-uursverblijf, specifiek gericht op ziektebeelden van psychische aard;
- algemeen psychiatrisch ziekenhuizen, kinder- en jeugdpsychiatrische klinieken;
- klinieken voor behandeling van en verpleging van verslaafden met mogelijkheid tot 24-uursverblijf (verslavingsklinieken);
- behandeling met mogelijkheid tot 24-uursverblijf van mensen die een misdrijf hebben gepleegd (of dreigen te plegen) en behandeld worden voor psychiatrische stoornissen, zoals forensisch-psychiatrische klinieken, inrichtingen voor TBS (TBS=TerBeschikkingStelling);
- instellingen voor verzorging en begeleiding in een beschermde woonomgeving (24-uursverblijf) van psychiatrische patiënten met psychosociale problemen en verminderde zelfredzaamheid, zoals regionale instellingen voor beschermd wonen.

Tot en met 2014 inclusief SBI-klasse 86222 (instellingen voor geestelijke gezondheidszorg zonder overnachting).
Tot en met 2014 betrof het alleen instellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd werden via de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).