Afvalwaterzuivering bij bedrijven;installaties effluentbestemming,1993-2016

Afvalwaterzuivering bij bedrijven;installaties effluentbestemming,1993-2016

Effluentbestemming Perioden Zuiveringsinstallaties naar type Totaal zuiveringsinstallaties (aantal) Zuiveringsinstallaties naar type Mechanische zuiveringsinstallaties (aantal) Zuiveringsinstallaties naar type Fysisch-chemische zuiveringsinstallaties (aantal) Zuiveringsinstallaties naar type Biologische zuiveringsinstallaties Totaal biologische installaties (aantal) Capaciteit zuiveringsinstallaties Corresponderend aantal installaties (aantal) Capaciteit zuiveringsinstallaties Totaal capaciteit alle processen (1 000 i.e.)
Hergebruik van het effluent 1993 6 1 3 2 2 401
Hergebruik van het effluent 1994 6 1 3 2 2 401
Hergebruik van het effluent 1995 9 1 6 2 3 403
Hergebruik van het effluent 1996 10 1 7 2 3 403
Hergebruik van het effluent 1997 10 1 7 2 3 403
Hergebruik van het effluent 1998 9 1 6 2 3 403
Hergebruik van het effluent 1999 9 1 6 2 3 403
Hergebruik van het effluent 2000 8 1 5 2 2 401
Hergebruik van het effluent 2001 8 1 5 2 2 401
Hergebruik van het effluent 2002 8 1 5 2 2 320
Hergebruik van het effluent 2003 9 1 6 2 2 320
Hergebruik van het effluent 2004 9 1 6 2 2 320
Hergebruik van het effluent 2005 8 1 5 2 2 320
Hergebruik van het effluent 2006 9 1 5 3 2 320
Hergebruik van het effluent 2007 9 1 5 3 2 320
Hergebruik van het effluent 2008 8 1 5 2 1 250
Hergebruik van het effluent 2009 9 2 5 2 1 250
Hergebruik van het effluent 2010 10 2 6 2 1 250
Hergebruik van het effluent 2011 10 2 6 2 1 250
Hergebruik van het effluent 2012 10 2 7 1 0 0
Hergebruik van het effluent 2013 10 2 7 1 1 0
Hergebruik van het effluent 2014 9 2 6 1 1 0
Hergebruik van het effluent 2015 9 2 6 1 1 0
Hergebruik van het effluent 2016 9 1 7 1 1 0
Onbekende effluentbestemming 1993 3 0 1 2 1 2
Onbekende effluentbestemming 1994 2 0 0 2 1 2
Onbekende effluentbestemming 1995 2 1 0 1 1 2
Onbekende effluentbestemming 1996 1 1 0 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 1997 2 1 0 1 1 11
Onbekende effluentbestemming 1998 3 1 1 1 1 11
Onbekende effluentbestemming 1999 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2000 3 1 2 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2001 3 1 2 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2002 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2003 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2004 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2005 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2006 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2007 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2008 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2009 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2010 2 0 1 1 0 0
Onbekende effluentbestemming 2011 2 0 1 1 0 0
Onbekende effluentbestemming 2012 2 0 1 1 0 0
Onbekende effluentbestemming 2013 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2014 2 0 1 1 1 8
Onbekende effluentbestemming 2015 1 0 1 0 0 0
Onbekende effluentbestemming 2016 1 0 1 0 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de cijfers van de aantallen en ontwerpcapaciteit van de afvalwaterzuiveringsinstallaties van particuliere bedrijven. Bij particuliere afvalwaterzuivering gaat het om bedrijven en instellingen die over een eigen zuiveringsinstallatie beschikken. Het betreft hoofdzakelijk bedrijven in de industrie, energievoorziening, waterbedrijven en afvalbeheer, groothandel en vervoer. De gegevens zijn gepubliceerd naar de bestemming van het gezuiverde afvalwater (effluent).

Gegevens beschikbaar van 1993 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijziging per 19 april 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Zuiveringsinstallaties naar type
Zuiveringsinstallatie:
Installatie voor het verwijderen van verontreinigingen uit afvalwater.

Het betreft hier particuliere zuiveringsinstallaties die op mechanische, fysisch-chemische of biologische wijze of een combinatie hiervan verontreinigingen uit het afvalwater verwijderen en in principe zuiveringsslib (kunnen) produceren.
Olieafscheiders en vetvangers zijn niet in beschouwing genomen omdat de daarbij afgevangen oliën en vetten niet worden gerekend tot zuiveringsslib. Ook geavanceerde technieken als ultrafiltratie en osmose (scheidingsmethoden met behulp van een membraanfilter) worden hier niet weergegeven.

Totaal zuiveringsinstallaties
Particuliere zuiveringsinstallaties die op mechanische, fysisch-chemische of biologische wijze of een combinatie hiervan verontreinigingen uit het afvalwater verwijderen en in principe zuiveringsslib (kunnen) produceren.
Olieafscheiders en vetvangers zijn niet in beschouwing genomen omdat de daarbij afgevangen oliën en vetten niet worden gerekend tot zuiveringsslib. Ook geavanceerde technieken als ultrafiltratie en osmose (scheidingsmethoden met behulp van een membraanfilter) worden hier niet weergegeven.
Mechanische zuiveringsinstallaties
In een mechanische zuiveringsinstallatie worden niet opgeloste stoffen op basis van hun fysische eigenschappen uit het afvalwater verwijderd.
De meest toegepaste uitvoeringsvorm is bezinking in een bassin. Andere voorkomende methoden zijn centrifuges en filterpersen.
Fysisch-chemische zuiveringsinstallaties
In fysisch-chemische zuiveringsinstallaties worden anorganische verontreinigingen, zoals zware metalen, en/of organische verontreinigingen verwijderd door middel van een combinatie van chemische technieken en fysische eigenschappen.
Te noemen zijn:
- Precipitatie:
Door toevoeging van chemicaliën worden opgeloste stoffen in het afvalwater onoplosbaar of slecht oplosbaar en vormt zich een neerslag. Dit neerslag kan door bezinking worden verwijderd.
- Coagulatie/flocculatie:
Door toevoeging van chemicaliën (vlokmiddelen) worden niet opgeloste deeltjes tot elkaar aangetrokken en gaan samenklonteren (coagulatie). Door de waterbeweging in de installatie ontstaan bezinkbare vlokken (flocculatie).
- Ontgifting-Neutralisatie-Ontwatering (ONO-installaties):
In een ONO-installatie wordt in een eerste stap het afvalwater ontgiftigd (het uit de oplossing halen van zware metalen) en daarna geneutraliseerd (door precipitatie, zie boven). Na bezinking wordt het slib ontwaterd met een aan de installatie gekoppelde filterpers (ontwatering).
Biologische zuiveringsinstallaties
In een biologische zuiveringsinstallatie worden organische verontreinigingen afgebroken door micro-organismen die in het zuiveringsbassin aanwezig zijn of gehecht zijn aan dragermaterialen.
Het betreft hier zuiveringsinstallaties met alleen een biologische zuiveringstrap als ook zuiveringsinstallaties met een combinatie van biologische en fysisch-chemische zuiveringstrappen.
Verder wordt een specificatie gegeven van het type proces waarin de zuivering plaatsvindt in de biologische zuiveringstrap: aëroob danwel anaëroob.
In een biologisch aërobe zuiveringstrap worden organische verontreinigingen afgebroken door micro-organismen die daarvoor zuurstof verbruiken. De zuurstof wordt door beluchting van het zuiveringsbassin ingebracht.
In biologisch anaërobe zuiveringsinstallaties worden de verontreinigingen onder strikt zuurstofloze omstandigheden afgebroken door micro-organismen. Hierbij ontstaat biogas.
Totaal biologische installaties
In een biologische zuiveringsinstallatie worden organische verontreinigingen afgebroken door micro-organismen die in het zuiveringsbassin aanwezig zijn of gehecht zijn aan dragermaterialen.
Het betreft hier zuiveringsinstallaties met alleen een biologische zuiveringstrap als ook zuiveringsinstallaties met een combinatie van biologische en fysisch-chemische zuiveringstrappen
Capaciteit zuiveringsinstallaties
Capaciteit zuiveringsinstallatie:
Het vermogen van een installatie die bestemd is voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen uit afvalwater.

De capaciteit van een zuiveringsinstallaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.
Corresponderend aantal installaties
Het aantal zuiveringsinstallaties waarop de totale capaciteit betrekking heeft. Het betreft hier die zuiveringsinstallaties waarvan de capaciteit bekend is en die bestemd zijn voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.

Totaal capaciteit alle processen
De capaciteit van zuiveringsinstallaties die bestemd zijn voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen. Het betreft hier die zuiveringsinstallaties waarvan de capaciteit bekend is. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.

De capaciteit van zuiveringsinstallaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.