Afvalwaterzuivering bij bedrijven;installaties effluentbestemming,1993-2016

Afvalwaterzuivering bij bedrijven;installaties effluentbestemming,1993-2016

Effluentbestemming Perioden Capaciteit zuiveringsinstallaties Corresponderend aantal installaties (aantal) Capaciteit zuiveringsinstallaties Totaal capaciteit alle processen (1 000 i.e.) Capaciteit zuiveringsinstallaties Biologisch aërobe installaties (1 000 i.e.) Capaciteit zuiveringsinstallaties Biologisch anaërobe installaties (1 000 i.e.) Capaciteit zuiveringsinstallaties Combinatie anaëroob-aëroob inst. (1 000 i.e.) Capaciteit zuiveringsinstallaties Niet-biologische installaties (1 000 i.e.)
Totaal bestemming 1993 274 15.395 9.043 1.482 3.860 1.011
Totaal bestemming 1994 279 15.659 9.092 1.484 4.060 1.023
Totaal bestemming 1995 268 15.734 9.019 1.296 4.474 946
Totaal bestemming 1996 272 15.768 8.969 1.300 4.564 935
Totaal bestemming 1997 264 15.858 8.993 1.294 4.661 910
Totaal bestemming 1998 254 15.242 8.761 1.114 4.566 801
Totaal bestemming 1999 258 15.333 8.441 1.245 4.848 800
Totaal bestemming 2000 253 15.156 8.283 1.245 4.848 781
Totaal bestemming 2001 246 15.038 8.211 1.255 4.848 724
Totaal bestemming 2002 235 14.758 7.677 1.505 4.848 728
Totaal bestemming 2003 227 14.508 7.484 1.515 4.809 700
Totaal bestemming 2004 223 14.353 7.480 1.515 4.809 550
Totaal bestemming 2005 208 14.342 7.355 1.515 5.009 463
Totaal bestemming 2006 198 13.667 7.279 1.498 4.450 440
Totaal bestemming 2007 195 13.541 7.313 1.338 4.450 440
Totaal bestemming 2008 199 13.473 7.289 1.318 4.394 472
Totaal bestemming 2009 209 13.804 7.297 1.319 4.675 514
Totaal bestemming 2010 215 14.118 7.516 1.319 4.720 564
Totaal bestemming 2011 211 13.966 7.466 1.237 4.720 544
Totaal bestemming 2012 214 13.943 7.431 807 5.069 637
Totaal bestemming 2013 216 13.966 7.486 807 5.069 605
Totaal bestemming 2014 214 13.822 7.377 754 5.069 623
Totaal bestemming 2015 218 13.805 7.226 759 5.184 637
Totaal bestemming 2016 215 13.640 7.009 809 5.184 639
Lozing op riolering/rwzi 1993 146 5.746 1.814 1.398 1.581 953
Lozing op riolering/rwzi 1994 152 5.923 1.937 1.400 1.621 966
Lozing op riolering/rwzi 1995 144 5.556 1.607 1.226 1.781 942
Lozing op riolering/rwzi 1996 147 5.554 1.611 1.230 1.781 932
Lozing op riolering/rwzi 1997 141 5.579 1.532 1.224 1.916 907
Lozing op riolering/rwzi 1998 135 5.112 1.355 1.044 1.916 797
Lozing op riolering/rwzi 1999 140 5.265 1.555 1.175 1.738 796
Lozing op riolering/rwzi 2000 136 5.090 1.397 1.175 1.738 779
Lozing op riolering/rwzi 2001 137 5.058 1.358 1.185 1.793 722
Lozing op riolering/rwzi 2002 130 5.022 1.318 1.185 1.793 726
Lozing op riolering/rwzi 2003 128 5.151 1.487 1.195 1.768 700
Lozing op riolering/rwzi 2004 126 5.002 1.489 1.195 1.768 550
Lozing op riolering/rwzi 2005 111 4.773 1.402 1.195 1.713 463
Lozing op riolering/rwzi 2006 104 4.503 1.330 1.178 1.554 440
Lozing op riolering/rwzi 2007 101 4.360 1.347 1.018 1.554 440
Lozing op riolering/rwzi 2008 109 4.480 1.385 1.068 1.554 472
Lozing op riolering/rwzi 2009 118 4.577 1.441 1.068 1.554 514
Lozing op riolering/rwzi 2010 125 4.941 1.710 1.068 1.599 564
Lozing op riolering/rwzi 2011 122 4.819 1.690 986 1.599 544
Lozing op riolering/rwzi 2012 124 4.759 1.862 806 1.455 636
Lozing op riolering/rwzi 2013 126 4.782 1.917 806 1.455 604
Lozing op riolering/rwzi 2014 125 4.714 1.884 753 1.455 622
Lozing op riolering/rwzi 2015 130 4.780 1.816 758 1.570 636
Lozing op riolering/rwzi 2016 129 4.778 1.762 808 1.570 638
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1993 47 3.912 3.462 0 450 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1994 46 3.998 3.388 0 610 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1995 43 4.337 3.487 0 850 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1996 45 4.629 3.489 0 1.140 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1997 45 4.776 3.621 0 1.155 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1998 42 4.607 3.547 0 1.060 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 1999 44 4.385 3.140 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2000 44 4.385 3.140 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2001 39 4.324 3.132 0 1.190 2
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2002 35 4.173 2.981 0 1.190 2
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2003 32 3.901 2.711 0 1.190 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2004 30 3.885 2.695 0 1.190 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2005 31 3.911 2.666 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2006 29 3.847 2.602 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2007 29 3.864 2.619 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2008 28 3.846 2.601 0 1.245 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2009 29 3.936 2.601 0 1.335 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2010 28 3.886 2.551 0 1.335 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2011 28 3.886 2.551 0 1.335 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2012 29 3.915 2.460 0 1.455 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2013 29 3.915 2.460 0 1.455 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2014 28 3.861 2.406 0 1.455 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2015 28 3.861 2.406 0 1.455 0
Lozing op regionaal oppervlaktewater 2016 28 3.853 2.398 0 1.455 0
Lozing op rijkswater 1993 76 5.329 3.429 14 1.829 58
Lozing op rijkswater 1994 76 5.329 3.429 14 1.829 58
Lozing op rijkswater 1995 75 5.429 3.585 0 1.843 2
Lozing op rijkswater 1996 75 5.176 3.532 0 1.643 2
Lozing op rijkswater 1997 73 5.084 3.492 0 1.590 2
Lozing op rijkswater 1998 72 5.103 3.512 0 1.590 2
Lozing op rijkswater 1999 70 5.275 3.409 0 1.865 2
Lozing op rijkswater 2000 70 5.275 3.409 0 1.865 2
Lozing op rijkswater 2001 67 5.248 3.384 0 1.865 0
Lozing op rijkswater 2002 67 5.236 3.372 0 1.865 0
Lozing op rijkswater 2003 65 5.136 3.286 0 1.851 0
Lozing op rijkswater 2004 65 5.146 3.296 0 1.851 0
Lozing op rijkswater 2005 64 5.337 3.287 0 2.051 0
Lozing op rijkswater 2006 63 4.997 3.347 0 1.651 0
Lozing op rijkswater 2007 63 4.997 3.347 0 1.651 0
Lozing op rijkswater 2008 61 4.897 3.303 0 1.595 0
Lozing op rijkswater 2009 61 5.041 3.255 1 1.786 0
Lozing op rijkswater 2010 61 5.041 3.255 1 1.786 0
Lozing op rijkswater 2011 60 5.011 3.225 1 1.786 0
Lozing op rijkswater 2012 60 5.268 3.109 1 2.159 1
Lozing op rijkswater 2013 60 5.268 3.109 1 2.159 1
Lozing op rijkswater 2014 59 5.238 3.079 1 2.159 1
Lozing op rijkswater 2015 59 5.163 3.004 1 2.159 1
Lozing op rijkswater 2016 57 5.008 2.849 1 2.159 1
Bodemverzinking 1993 2 7 7 0 0 0
Bodemverzinking 1994 2 7 7 0 0 0
Bodemverzinking 1995 2 7 7 0 0 0
Bodemverzinking 1996 2 7 7 0 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de cijfers van de aantallen en ontwerpcapaciteit van de afvalwaterzuiveringsinstallaties van particuliere bedrijven. Bij particuliere afvalwaterzuivering gaat het om bedrijven en instellingen die over een eigen zuiveringsinstallatie beschikken. Het betreft hoofdzakelijk bedrijven in de industrie, energievoorziening, waterbedrijven en afvalbeheer, groothandel en vervoer. De gegevens zijn gepubliceerd naar de bestemming van het gezuiverde afvalwater (effluent).

Gegevens beschikbaar van 1993 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijziging per 19 april 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Capaciteit zuiveringsinstallaties
Capaciteit zuiveringsinstallatie:
Het vermogen van een installatie die bestemd is voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen uit afvalwater.

De capaciteit van een zuiveringsinstallaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.
Corresponderend aantal installaties
Het aantal zuiveringsinstallaties waarop de totale capaciteit betrekking heeft. Het betreft hier die zuiveringsinstallaties waarvan de capaciteit bekend is en die bestemd zijn voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.

Totaal capaciteit alle processen
De capaciteit van zuiveringsinstallaties die bestemd zijn voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen. Het betreft hier die zuiveringsinstallaties waarvan de capaciteit bekend is. De zuiveringsinstallaties kunnen van het type mechanisch, fysisch-chemisch of biologisch zijn of een combinatie van deze typen.

De capaciteit van zuiveringsinstallaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.

Biologisch aërobe installaties
In een biologische aërobe zuiveringstrap worden organische verontreinigingen afgebroken door micro-organismen die daarvoor zuurstof verbruiken. De zuurstof wordt door beluchting van het zuiveringsbassin ingebracht.

De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.

Biologisch anaërobe installaties
In anaërobe zuiveringsinstallaties worden de verontreinigingen onder strikt zuurstofloze omstandigheden afgebroken door micro-organismen. Hierbij ontstaat biogas.

De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.

Combinatie anaëroob-aëroob inst.
Installaties met zowel een anaërobe als een aërobe zuiveringstrap.

De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.

Niet-biologische installaties
Mechanische- en fysisch-chemische zuiveringsinstallaties die bestemd zijn voor de verwijdering van afbreekbare voornamelijk organische verontreinigingen.

De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.