Sociale Monitor,welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving,1999-2018

Sociale Monitor,welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving,1999-2018

Geslacht Perioden Demografische en economische context Vergrijzing (% van de totale bevolking) Demografische en economische context Alleenstaanden 30 tot 65 jaar (% van de bevolking 30 tot 65 jaar) Demografische en economische context Bevolkingsgroei (per 1 000 inwoners) Demografische en economische context BBP (marktprijzen) per capita (euro per hoofd van de bevolking) Demografische en economische context Bevolkingsdichtheid (inwoners per km2) Demografische en economische context Onderzoek en ontwikkeling (R&D) (uitgaven in euro's (mln)) Demografische en economische context Leeftijd moeder bij geboorte 1e kind (leeftijd) Demografische en economische context Mensen die zich gelukkig vinden (% van de bevolking van 18 jaar of ouder)
Totaal 1999 13,5 13,5 6,6 26.235 465 . . .
Totaal 2000 13,6 13,6 7,8 28.135 468 . . .
Totaal 2001 13,6 13,9 7,4 29.708 472 . . .
Totaal 2002 13,7 14,1 5,4 30.621 475 8.747 . .
Totaal 2003 13,7 14,3 4,0 31.227 479 9.146 . 87
Totaal 2004 13,8 14,5 2,9 32.179 481 9.470 . 87
Totaal 2005 14,0 14,7 1,8 33.432 483 9.772 . 87
Totaal 2006 14,3 15,0 1,5 35.434 483 10.175 . 88
Totaal 2007 14,5 15,2 2,9 37.437 484 10.342 . 88
Totaal 2008 14,7 15,4 4,9 38.865 486 10.502 . 88
Totaal 2009 15,0 15,6 5,4 37.358 489 10.408 . 89
Totaal 2010 15,3 15,9 4,9 38.008 491 10.892 . 84
Totaal 2011 15,6 16,1 4,5 38.515 494 12.235 . .
Totaal 2012 16,2 16,4 2,9 38.506 496 12.512 . 83
Totaal 2013 16,8 16,6 3,0 38.844 498 12.746 . .
Totaal 2014 17,3 16,7 4,2 39.313 500 13.268 . .
Totaal 2015 17,8 17,0 4,6 39.937 502 13.696 . .
Totaal 2016 18,2 17,2 6,0 . 504 14.280 . .
Totaal 2017 18,5 17,4 . . 507 . . .
Totaal 2018 . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De Sociale Monitor is een verzameling indicatoren die gezamenlijk een beeld schetsen van het welzijn en de welvaart van de Nederlandse bevolking. Deze gegevens hebben betrekking op meerdere aspecten uit het leven van Nederlanders, ingedeeld in een negental thema's, en hoe deze veranderen in de tijd.

Bij de indeling en presentatie van deze gegevens sluiten we aan bij de uitwerking van het aandachtsgebied "kwaliteit van leven" in het Report of the Commission on the Measurement of Economic Performance and Social Progress. Dit Stiglitz-rapport werd geschreven door een commissie die onder leiding stond van de Nobelprijswinnaars Joseph Stiglitz en Amartya Sen en de econoom Jean-Paul Fitousi.

De negen onderscheiden thema's zijn:

1. Demografische en economische context
2. Materiële levensstandaard
3. Economische risico's
4. Opleiding en beroep
5. Gezondheid
6. Maatschappelijke participatie en vertrouwen
7. Sociale verbanden en relaties
8. Veiligheid
9. Milieu en leefomgeving

Voor elk van deze negen thema's zijn enkele voor welvaart en welzijn relevante kerncijfers geselecteerd uit reeds bestaande Statline tabellen. Waar mogelijk wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar geslacht. Daarnaast publiceert het CBS op Statline nog een groot aantal andere gegevens over elk van die negen thema's

Gegevens beschikbaar: van 1999 tot en met 2018.

Wijzigingen per 26 februari 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Demografische en economische context
Deze dimensie van welvaart en welzijn omvat de context waarbinnen leven wordt vormgegeven. Het gaat hierbij vooral om demografische kenmerken van personen zoals de uitsplitsing naar leeftijd of migratieachtergrond en de samenstelling van huishoudens. In deze tabel worden de volgende indicatoren van deze dimensie onderscheiden:
- Vergrijzing
- Alleenstaanden
- Personen met een niet-westerse migratieachtergrond
- Totale bevolkingsgroei
- BBP per capita
- Bevolkingsdichtheid
- Onderzoek ontwikkeling (R&D)
- Vrouwen 1e kind
- Gelukkige mensen
- BBP per capita
- Onderzoek ontwikkeling (R&D)
Per indicator is afzonderlijk toegelicht wat hieronder precies wordt verstaan.
Vergrijzing
Percentage 65-plussers in de totale bevolking.
Alleenstaanden 30 tot 65 jaar
Percentage alleenstaanden in de bevolking van 30 tot 65 jaar.
Persoon die alléén zichzelf particulier, d.w.z. niet-bedrijfsmatig voorziet van huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften.

Een alleenstaande vormt een eenpersoonshuishouden. Tot eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
    
Bevolkingsgroei
De toe- of afname van de bevolking.

Levendgeborenen minus overledenen plus gevestigde personen minus vertrokken personen plus saldo correcties.
BBP (marktprijzen) per capita
Bruto binnenlands product (marktprijzen) (BBP)
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle productie-eenheden in een land. Dat zijn alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.

De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen).
De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw (belasting over de toegevoegde waarde).

Het bbp is ook gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Bevolkingsdichtheid
Bevolking op 1 januari gedeeld door de oppervlakte land in km².
Onderzoek en ontwikkeling (R&D)
Totaal van door met het eigen personeel verrichte R&D-uitgaven door bedrijven, instellingen en hoger onderwijsinstellingen met 10 en meer werkzame personen.

Research en development (R&D):
Kenmerkend voor R&D is dat in dit onderzoek (research) gestreefd wordt naar oorspronkelijkheid én vernieuwing. R&D is het creatief, systematisch en planmatig zoeken naar oplossingen voor praktische problemen. Ook het strategische en het fundamentele onderzoek, waarbij het verkrijgen van achtergrondkennis en het vergroten van de (puur) wetenschappelijke kennis voorop staat en niet het streven naar direct economisch voordeel of het oplossen van problemen, behoort tot R&D. Verder wordt het (uit)ontwikkelen (development) van ideeën of prototypes tot bruikbare processen en productierijpe producten tot R&D gerekend.

NIET tot R&D wordt gerekend:
- metingen of controles met routinematig karakter en marktonderzoeken;
- scholing en training;
- werkzaamheden in verband met octrooien en licenties;
- het operationeel maken van ingekochte technologie of geavanceerde (productie-)apparatuur;
- het herschrijven van bestaande software en/of klantspecifiek maken van al op de markt gebrachte software;
- industriële vormgeving, tenzij systematisch naar ergonomische verbeteringen wordt gezocht.

Met ingang van verslagjaar 2011 zijn de Nederlandse R&D cijfers ingrijpend veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. Belangrijke redenen om de Nederlandse R&D cijfers te veranderen zijn:
- Een nieuwe versie van de Eurostat verordening vanaf verslagjaar 2011.
- Veranderingen in het CBS bedrijvenregister.

De volgende veranderingen zijn doorgevoerd:
- Het verruimen van de R&D definitie.
- Veranderingen in de verwerking van het R&D onderzoek.
- Het toevoegen van de R&D uitgaven van bedrijven met minder dan 10 werknemers.
- Het verlagen van de totale baten van hogere onderwijsinstellingen als grondslag voor de R&D-uitgaven.
Met als gevolg een stijging van 26 procent van de totale uitgaven voor eigen R&D activiteiten van alle bedrijven in 2011.
Leeftijd moeder bij geboorte 1e kind
De gemiddelde leeftijd van de moeder bij de geboorte van haar eerste levendgeboren kind.

Gemiddelde leeftijd van de moeder
Het rekenkundig gemiddelde van alle leeftijden van vrouwen die een levend geboren kind hebben gekregen.

Levendgeboren kind:
Kind dat na de geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.

Leeftijd:
Het aantal gehele jaren dat op 31 december van het jaar van geboorte van het kind is verstreken sinds de geboortedatum van de moeder.
Mensen die zich gelukkig vinden
Het deel van de mensen dat in het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS, 2003-2012) 'gelukkig' of 'erg gelukkig' heeft geantwoord op de vraag 'in welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens?'.

In 2010 is er een herontwerp van het onderzoek geweest. Dit heeft als gevolg dat de cijfers vanaf dat jaar niet meer helemaal vergelijkbaar zijn met cijfers over eerdere jaren. Voor verslagjaar 2010 zijn er zowel cijfers beschikbaar op basis van de oude methode als op basis van de nieuwe methode. Meer informatie over de nieuwe waarnemingsmethode kunt U vinden in de nota Analyse methodebreuken Gezondheidsenquête bij het herontwerp Persoonsenquête.