Personen; kenmerken huishouden, geslacht en leeftijd, 1971-2010

Personen; kenmerken huishouden, geslacht en leeftijd, 1971-2010

Geslacht Leeftijd Perioden Personen naar positie in het huishouden Totaal personen in huishoudens (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Totaal personen in particuliere huish... (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Alleenstaand (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in particulier huishouden Samenwonend Totaal samenwonend (x 1 000) Personen naar positie in het huishouden Persoon in institutioneel huishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Totaal personen in particuliere huish... (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in eenpersoonshuishouden (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Totaal personen in meerpersoonshuisho... (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Zonder kinderen (x 1 000) Personen naar huishoudensamenstelling Persoon in particulier huishouden Persoon in meerpersoonshuishouden Met kinderen (x 1 000)
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd 2010 16.575 16.366 2.683 8.365 209 16.366 2.683 13.683 4.420 9.263
Mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar 2010 2.913 2.907 6 2.907 2.907 8 2.899
Mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 2010 2.028 2.011 319 214 17 2.011 319 1.692 221 1.471
Mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 2010 1.999 1.986 478 1.210 13 1.986 478 1.509 590 919
Mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 2010 2.478 2.462 356 1.885 16 2.462 356 2.106 330 1.776
Mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 2010 2.466 2.448 346 1.885 18 2.448 346 2.102 547 1.555
Mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 2010 2.153 2.137 372 1.670 15 2.137 372 1.765 1.287 478
Mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 2010 1.395 1.380 327 1.007 15 1.380 327 1.053 948 105
Mannen en vrouwen 75 jaar of ouder 2010 1.144 1.034 485 494 110 1.034 485 549 488 60
Mannen Totaal leeftijd 2010 8.203 8.120 1.260 4.190 83 8.120 1.260 6.860 2.226 4.635
Mannen Jonger dan 15 jaar 2010 1.490 1.487 4 1.487 1.487 4 1.482
Mannen 15 tot 25 jaar 2010 1.031 1.021 149 69 10 1.021 149 872 82 790
Mannen 25 tot 35 jaar 2010 1.004 995 287 541 8 995 287 708 303 405
Mannen 35 tot 45 jaar 2010 1.247 1.237 241 925 10 1.237 241 995 181 814
Mannen 45 tot 55 jaar 2010 1.241 1.230 209 950 11 1.230 209 1.021 242 779
Mannen 55 tot 65 jaar 2010 1.081 1.072 166 866 9 1.072 166 906 622 285
Mannen 65 tot 75 jaar 2010 675 668 103 546 7 668 103 565 507 57
Mannen 75 jaar of ouder 2010 434 409 103 293 24 409 103 306 284 22
Vrouwen Totaal leeftijd 2010 8.372 8.246 1.424 4.175 125 8.246 1.424 6.822 2.194 4.628
Vrouwen Jonger dan 15 jaar 2010 1.423 1.420 3 1.420 1.420 4 1.416
Vrouwen 15 tot 25 jaar 2010 997 990 170 146 7 990 170 820 139 681
Vrouwen 25 tot 35 jaar 2010 995 991 191 669 4 991 191 800 287 514
Vrouwen 35 tot 45 jaar 2010 1.231 1.225 115 959 5 1.225 115 1.111 149 962
Vrouwen 45 tot 55 jaar 2010 1.225 1.218 137 936 7 1.218 137 1.081 305 776
Vrouwen 55 tot 65 jaar 2010 1.072 1.065 206 804 7 1.065 206 859 665 193
Vrouwen 65 tot 75 jaar 2010 720 712 223 461 8 712 223 488 441 48
Vrouwen 75 jaar of ouder 2010 710 625 382 201 85 625 382 243 204 39
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over personen in huishoudens in Nederland op 1 januari.

De gegevens in de tabel kunnen worden uitgesplitst naar:
- Personen naar positie in het huishouden naar geslacht en leeftijd (in groepen);
- Personen naar samenstelling van het huishouden naar geslacht en leeftijd (in groepen).

De in deze tabel gepresenteerde cijfers zijn tot stand gekomen door de resultaten van eerdere CBS-onderzoeken in de tijd vergelijkbaar te maken. Daardoor wijken deze cijfers af van andere door het CBS gepubliceerde cijfers over huishoudens.

Gegevens beschikbaar van 1971 tot en met 2010.

Status van de cijfers:
De in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 10 april 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Personen naar positie in het huishouden
Betreft personen in particuliere en institutionele huishoudens (wat overeenkomt met de totale bevolking van Nederland) naar positie in het huishouden.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden.

Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.




Totaal personen in huishoudens
Totaal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.
Persoon in particulier huishouden
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal personen in particuliere huishoudens.
Alleenstaand
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishoudens vormt.
Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonend
Persoon die samen met iemand anders (ongeacht geslacht) als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonend
Persoon in institutioneel huishouden
Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen naar huishoudensamenstelling
Betreft personen in particuliere en institutionele huishoudens (wat overeenkomt met de totale bevolking van Nederland) naar samenstelling van het huishouden.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Institutioneel huishouden:
Huishouden bestaande uit één of meer personen, die bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Samenstelling huishouden:
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden.
Persoon in particulier huishouden
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Totaal personen in particuliere huishoudens.
Persoon in eenpersoonshuishouden
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Persoon in meerpersoonshuishouden
Meerpersoonshuishouden:
Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.

Totaal personen in meerpersoonshuisho...
Totaal personen in meerpersoonshuishoudens.
Zonder kinderen
Personen in meerpersoonshuishoudens zonder thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.
Met kinderen
Personen in meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen pleegkinderen.